
Volkskrant: ‘Belang van ontwikkelingssamenwerking is voor Nederland evident’
Uit: De Volkskrant, 29-09-2011
Er liggen voor Nederland grote kansen in de opkomende markten in ontwikkelingslanden, maar het ontbreekt veel bedrijven aan kennis over de lokale context aldaar. Daarom slaan bedrijven en ontwikkelingsorganisaties de handen ineen.
De Tweede Kamer heeft tijdens de algemene politieke beschouwingen vorige week bij motie onderstreept dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking niet verder omlaag mag. Hoe zwaar de tijden ook zijn, 0,7 procent van het bruto binnenlands product is de internationale afspraak waar Nederland zich aan wil houden. Daar zijn buitengewoon goede redenen voor, zowel vanuit morele overwegingen als vanwege de grote gezamenlijke belangen die op het spel staan.
Vrede
Het Nederlandse buitenlandbeleid is erop gericht democratische waarden, mensenrechten, stabiliteit en vrede in de wereld te bevorderen, zoals de koningin in de Troonrede zei. Bijvoorbeeld door te investeren in noodhulp, mensenrechten, conflictpreventie en burgerschap, maar ook door economische relaties aan te gaan met de private sector in ontwikkelingslanden. Lokale bedrijvigheid is de motor van een duurzame sociaaleconomische ontwikkeling.
‘Ontwikkelingshulp helpt wel’, meldde de Volkskrant recent op de voorpagina. Dat is waar, zeker als ontwikkelingshulp samengaat met duurzame economie en handel. Als overheid, bedrijfsleven en ontwikkelingsorganisaties in Nederland meer en effectiever samenwerken, dragen zij ter plekke bij aan duurzame ontwikkeling, fatsoenlijke werkgelegenheid en bestrijding van armoede.
De belangrijkste voorwaarden voor duurzame ontwikkeling
Het onlangs verschenen SER-advies Ontwikkeling door duurzaam ondernemen zit precies op deze lijn. Een goed ontwikkelde private sector is cruciaal voor duurzame groei en werkgelegenheid. Het Nederlandse bedrijfsleven kan daar samen met ontwikkelingsorganisaties een belangrijke bijdrage aan leveren.
Dialoog
Voorwaarde is wel dat er een klimaat wordt geschapen waarin de lokale private sector de motor kan zijn voor economische en sociale ontwikkeling. Daar ligt voor overheden en ontwikkelingsorganisaties een belangrijke taak. Zij moeten voor een enabling environment zorgen, gebaseerd op goed bestuur, een goede infrastructuur, rechtszekerheid, een effectief belastingstelsel, goede arbeidswetgeving, goed opgeleid en gezond personeel, toegang tot sociale zekerheid en onafhankelijke vakbonden en werkgeversorganisaties. Sterke vakbonden en ondernemersorganisaties kunnen de sociale dialoog op gang brengen. En die dialoog draagt bij aan afstemming tussen sociale en economische doelen, volwaardige werkgelegenheid en een gelijkmatiger inkomensverdeling.
Voorwaarde is evenzeer dat bedrijven zich houden aan de hernieuwde OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Volgens die richtlijnen behoren bedrijven onder meer bij te dragen aan duurzame ontwikkeling, overdracht van technologie en de overheidsfinanciën van het gastland (door belasting te betalen). De SER adviseert de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken om de naleving van de hernieuwde OESO-richtlijnen als strikte voorwaarde te hanteren voor de toekenning van subsidie uit ontwikkelingsgelden aan bedrijven. In feite hoort élk bedrijf dat internationaal onderneemt zich onvoorwaardelijk aan deze richtlijnen te committeren.
Samenwerking
Er liggen voor Nederland grote kansen in de opkomende markten in ontwikkelingslanden, maar het ontbreekt veel bedrijven aan kennis over de lokale context aldaar. Daarom slaan bedrijven en ontwikkelingsorganisaties de handen ineen. De kennis van ontwikkelingsorganisaties en van bedrijven die ter plekke actief zijn, moet worden gebundeld. Enerzijds om ondernemers te ondersteunen bij het opzetten van bedrijfsactiviteiten, en anderzijds om de ontwikkelingsrelevantie van die bedrijfsactiviteiten te vergroten, zodat de situatie van de lokale bevolking daadwerkelijk mee-ontwikkelt. Met dat gezamenlijke doel werken Partos, NCDO, sociale partners en andere partijen nu aan een mkb-loket, dat die kennis voor ondernemers toegankelijk maakt.
De samenwerking tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties heeft zijn succes al bewezen. Voor steeds meer grondstoffen bestaan internationale ronde tafels waar afspraken worden gemaakt over duurzame productie, met aandacht voor mens en milieu. Een voorbeeld is het Initiatief Duurzame Handel (IDH), dat het marktaandeel van duurzame soja, cacao, katoen en hout wil vergroten.
Het belang van ontwikkelingssamenwerking is voor Nederland evident. We zijn het verplicht aan onze democratische en menselijke waarden. We hebben er op de lange termijn ook baat bij, zeker vanuit de grote economische kansen in opkomende markten. Het bedrijfsleven, sociale partners en maatschappelijke organisaties hebben gezamenlijk een actieve rol te spelen. De weg naar mondiale welvaart gaat via duurzame economische en sociale ontwikkeling. De urgentie is juist in deze crisistijd groot: er is een wereld te winnen.
Alexander Rinnooy Kan (SER) en Alexander Kohnstamm (Partos).