Debat Hoorn van Afrika: Noodhulp nog niet afgeschreven

In het debat over de Hoorn van Afrika van donderdagavond zegde staatssecretaris  Knapen toe dat – ondanks dat het potje voor noodhulp leeg is – Nederland wel een financiële bijdrage zal leveren mocht de nood echt aan de man zijn. Dat is de belangrijkste conclusie na een tweeënhalf uur durend debat over uiteenlopende problemen in de Hoorn van Afrika.

Met vooral ambtenaren in het publiek begon het debat over de Hoorn van Afrika rond etenstijd. Alle aanwezige Kamerleden – op Joël Voordewind na – hadden hun werkbezoek aan de Hoorn nog vers op het netvlies staan. ‘Het is schrijnend wat je ziet in de Hoorn.’, zegt staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken. Hij vervolgt: ‘Dat is iets wat we delen en het is daarom goed om vanuit dat sentiment naar de regio te kijken.’

‘Wij staan niet voorop om nog meer geld beschikbaar te stellen’, vertelt Knapen. ‘Wij hebben gezegd dat na de laatste tien miljoen euro die we hebben toegezegd bij ons het budget  voor noodhulp op is. We hebben nog wel geld bij het Nederlandse Rode Kruis staan, maar er is ook nog cholera in Tsjaad en een nieuwe ramp in Pakistan.’ ChristenUnie Kamerlid Joël Voordewind wijst op het regenseizoen dat er nog aankomt en de ziektekiemen die onder dit klimaat kunnen gedijen. Staatssecretaris Knapen geeft aan dat er altijd nog wel mogelijkheden zijn als de nood aan de man is: ‘In absolute noodgevallen kunnen we altijd kijken of we iets kunnen laten om dit te doen.’

Financiële bijdragen

Van de 2,4 miljard dollar die de VN vroeg voor de humanitaire crisis in de Hoorn van Afrika is er al meer dan zeventig procent ingezameld. Knapen: ‘Nog 480 miljoen dollar ontbreekt. Het overige geld is binnen of toegezegd, maar het hoeft ook nog niet binnen te zijn. Het op orde krijgen van zaken als onder meer transport en infrastructuur heeft een bepaalde doorlooptijd nodig.’

Het kabinet gaf 25 miljoen euro aan de crisis in de Hoorn. Via de jaarlijkse bijdrage aan de EU droeg Nederland ook bij aan de ruim 157 miljoen euro die de Europese Commissie gaf aan humanitaire hulp aan de Hoorn. Daarnaast gaf Nederland veertig miljoen euro aan het Centrale Noodhulpfonds van de VN. Via de jaarlijkse ongeoormerkte bijdragen aan verschillende organisaties als het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) gaf Nederland ruim honderd miljoen euro.

Structurele ontwikkeling als de oplossing

Een aantal Kamerleden benadrukten het belang van structurele ontwikkeling als een manier om ontwikkelingslanden weerbaarder te maken tegen humanitaire rampen. Volgens hen is de oorzaak van de schrijnende situatie in de Hoorn van Afrika niet alleen de de droogte, maar ook het feit dat er in de afgelopen jaren weinig prioriteit is gegeven aan landbouwinvesteringen. Knapen en minister Rosenthal onderkenden dit probleem. Volgens hen waren de fragiele staatsstructuren, het ontbreken van de slagkracht van de Afrikaanse Unie en de aanwezigheid van gewelddadige conflicten mede verantwoordelijk voor het ontstaan van de humanitaire ramp in de Hoorn van Afrika. De bewindslieden stelden daarom dat Nederland er alles aan probeerde te doen om pressie te leveren op de Europese Unie en via ander internationale fora om het conflictgebied aan te pakken.

Vooral de Afrikaanse Unie (AU) kwam niet al te best uit het debat over de Hoorn van Afrika. De Kamerleden waren niet  tevreden over de manier waarop de Afrikaanse Unie optrad na het uitbreken van de humanitaire ramp. Ook minister Rosenthal benadrukte dat er binnen de Unie clusters van staten met tegenovergestelde belangen en meningen zijn . Een belangrijk gemis is Zuid-Afrika, een van de machtigste landen van het continent.  Zuid-Afrika schitterde op verschillende zwaarwegende momenten in afwezigheid. Hier kunnen wij weinig tegen doen, gaf Rosenthal toe. Knapen wees er later op dat er rekening mee moest worden gehouden dat de AU pas acht jaar bestaat, en nog tijd nodig heeft om slagvaardig te worden.

Piraterijbestrijding

Een ander belangrijk probleem in de regio is piraterij. Vooral Somalië is een broeinest voor deze vorm van georganiseerde criminaliteit, zoals Rosenthal het verwoordde. Kamerlid Driessen (PVV) wilde graag wat meer ‘strijd’ zien in het beleid van Rosenthal. Hij verwees naar de rijke maritieme geschiedenis van Nederland en opperde:  ‘Waarom een zeemansgraf voor Osama Bin Laden en niet voor zijn collega terroristen?’. De minister van Buitenlandse Zaken reageerde door te verklaren dat Nederland al behoorlijk zelfverzekerd optrad en er alles aan deed piraterij te bestrijden.

Het probleem achter dit probleem is onder andere de terroristische organisatie Al Shabaab. Ook hier had het PVV Kamerlid Driessen vragen over. ‘Kunt u mij verzekeren dat er geen enkele rijstkorrel naar die jihaddistische organisatie gaat?’, aldus Driessen. Knapen gaf een negatief antwoord, maar stelde dat hij er alles aan deed om dit te voorkomen. SP Kamerlid Irrgang liet weten dat wanneer een deel van de hulp in de verkeerde handen zou vallen, dit niet een reden zou moeten zijn om de hulp stop te zetten.

Uiteenlopende onderwerpen kwamen verder nog tijdens het debat aan bod, zoals landroof, mensenrechten en de organisatie AMISOM (de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië). Het debat eindigde echter met een tekort aan tijd voor de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken om alle vragen van de Kamerleden naar tevredenheid te behandelen.  Een toezegging van Knapen op het gebied van noodhulp was in ieder geval voor elkaar.