
Directeur Islamic Relief over noodhulp:’Misschien zijn mensen wel ongevoelig geworden’
De noodhulpserie van Vice Versa is 10 augustus 2011 van start gegaan met de column van Jan Pronk, waarin hij stelde dat noodhulp het ondergeschoven kindje van de globalisering is. De komende tijd zullen meer prominenten vijf vragen over noodhulp beantwoorden. Vandaag is de beurt aan Mostapha Bouchallikh, directeur van Islamic Relief Nederland. Islamic Relief zet zich wereldwijd in voor de verbetering van levensomstandigheden van minder bedeelden in de samenleving. Daarbij vormen de islamitische waarden van barmhartigheid, gelijkwaardigheid en samenwerking de inspiratiebron.
Als u kijkt naar de situatie in de Hoorn van Afrika, en de reactie van hulporganisaties daarop, waar bent u dan het meest kritisch over?
‘De noodhulp doet er te lang over om de mensen te bereiken die het nodig hebben. Om allerlei redenen komt hulp pas laat op de juiste plaats terecht: door logistieke problemen, de veiligheidssituatie, politieke instabiliteit. Toch blijft dat moeilijk te verkroppen als elke zes minuten een kind van de honger sterft.
Islamic Relief is een wereldwijde organisatie en heeft veldkantoren in onder meer Somalië en Kenia. Daardoor kunnen we als één van de eersten ter plaatse zijn. Wij werken met lokale mensen, kennen de situatie, en kunnen daardoor snel de hulp intensiveren.’
En waarover bent u het meest positief?
‘Het is goed om te zien dat er zoveel actie wordt gevoerd. Het is alleen jammer dat de reacties niet voldoende zijn. Anno 2011 kunnen we via televisie en sociale media beelden zien van mensen die aan de honger sterven. Tegelijkertijd lijken mensen steeds minder bereid om te doneren.
Mogelijk zijn we te veel gewend geraakt aan dit soort beelden en er ongevoelig voor geworden. Misschien speelt mee dat het zomervakantie is. Hoe dan ook proberen wij mensen op te roepen om niet te wachten met doneren, als is het maar 1 euro.’
Jan Pronk beweerde eind vorig jaar in Vice Versa dat noodhulp een ondergeschoven kindje is binnen de wereldpolitiek. Noodhulp komt volgens hem bijna altijd te laat, is te gering en vindt niet goed gecoördineerd plaats. Voor die coördinatie stelt hij voor dat de VN de hulp centraliseert en eigen capaciteit opbouwt. Sluit u zich bij de uitspraken van Jan Pronk aan?
‘In principe zou de VN die verantwoordelijkheid moeten nemen. Maar ik ben bang dat het niet werkt.
De VN is een politieke organisatie, gevormd door landen, en is niet in staat om de agenda’s van die landen te sturen. Door de VN een grotere rol te geven, zouden politieke redenen het humanitaire motief voor noodhulp in de weg kunnen staan, waardoor noodhulp nog later op de juiste plek terecht komt.’
Noodhulp staat onder tijdsdruk en vergt snel handelen. Is er binnen zo een situatie volgens u voldoende ruimte voor professionalisering van medewerkers?
‘Die ruimte moeten organisaties nemen. Wij hebben emergency teams die we snel kunnen inzetten. Islamic Relief – het woord relief zegt het al- heeft veel ervaring in het verstrekken van noodhulp: voedselpakketten, water en medicijnen. Toch blijven we gespitst op het verbeteren van ons werk.
Naast professionalisering van personeel is de coördinatie van noodhulp minstens zo belangrijk. In welk gebied is de hulp nodig, wat zijn de eerste behoeften, welke organisaties zijn er actief? Die vragen moeten eerst beantwoord worden. Islamic Relief Nederland is niet aangesloten bij de Samenwerkende Hulporganisaties. Onze hulpacties worden gecoördineerd door ons hoofdkantoor in Birmingham.’
Waar loopt uw organisatie bij acties in de Hoorn van Afrika momenteel tegenaan en kan hierbij geleerd worden van ervaringen uit het verleden?
‘Politieke instabiliteit en veiligheid vormen het grootste probleem. Het komt voor dat we een overeenkomst sluiten met een lokale overheid, die even later weer met heel andere zaken bezig is en zich niet aan de afspraken houdt. Dat belemmert ons werk.
Daarnaast hebben we vooral in Somalië te maken met vechtende partijen. De veiligheid van onze medewerkers is prioriteit nummer één. We hebben vrij weinig last van Al Shabab (islamistische terroristische organisatie actief in Somalië, red.). Niet omdat we zelf een islamitische organisatie zijn, maar omdat we het vertrouwen bij de bevolking proberen te krijgen. Onze veldkantoren werken zoveel mogelijk met lokale mensen. Dat kweekt vertrouwen. Ook bemoeien we ons niet met de lokale politiek. We hebben geen dubbele agenda: onze motieven zijn puur humanitair’.
Lees ook in de serie over noodhulp:
Arjan Hehenkamp, directeur Artsen zonder Grenzen
Tineke Ceelen, directeur Stichting Vluchteling