A hungry man is an angry man: Malawi’s demonstraties en het homoseksuele zwarte schaap

Als studente Gender Studies aan de Universiteit van Kaapstad was Marion Hengeveld een maand lang betrokken bij de strijd voor seksuele minderheden in Malawi. Met behulp van 800 kranten onderzocht ze in Lilongwe wat voor rol de media in het homofobe klimaat heeft gespeeld. Zo leerde ze hoe gevaarlijk goedbedoelde Westerse hulp kan zijn.

Door Marion Hengeveld

Op 20 en 21 juli ontvlamde ‘The warm heart of Africa’ in hevige demonstraties. Malawi, dat bekend staat om haar vriendelijke maar straatarme bevolking, had haar buik vol van de patriarchale arrogante President Bingu wa Mutharika, zijn economisch mismanagement, benzinetekorten, foreign exchange-tekorten en stijgende prijzen. De protesten bewezen dat het Mutharika niet was gelukt zijn volk ervan te overtuigen dat de crisis de schuld van de homo’s in het land was. Toch valt er voor Westerse donorlanden wel degelijk een kritische les te leren uit Malawi’s crisis.

Homo’s erger dan honden

Bij de meeste homoseksuelen en lesbiennes scoort Malawi laag op hun ‘must visit’-lijstje. Het leeuwendeel van de Malawianen keurt homoseksualiteit af en baseert zijn of haar oordeel op het Malawiaans recht en de Christelijke Bijbel. Het recht bestraft de crimineel met een bezoek aan de gevangenis van maximaal 14 jaar, de Bijbel stuurt de zondaar voor onbepaalde tijd richting de hel. President Bingu wa Mutharika, aan de macht sinds 2004, wakkert het anti-homo vuurtje regelmatig openlijk aan. Homo’s, aldus het staatshoofd, zijn erger dan honden. Ze schenden de Malawiaanse tradities, religie en wetten en daarmee de nationale eer. Een dappere jongen die in zo’n klimaat uit de kast durft te komen.

Toen eind december 2009 het openlijk homoseksuele Malawiaanse koppel Steven Monjeza en Tiwonge Chimbalanga tot 14 jaar cel voor ‘gross indecency’ werd veroordeeld, reageerde de wereld diep verontwaardigd. Pas toen VN-Secretaris Generaal Ban Ki-Moon persoonlijk naar Lilongwe afreisde om Bingu het concept universele mensenrechten uit te leggen en de vrijlating van het stel te eisen, werd het koppel vrijgelaten. Maar de President piekerde er niet over de wetten aan te passen. Homoseksualiteit was nooit iets Malawiaans, het is zondig en blijft daarom illegaal.

Internationale druk en de prijs van homofobie

Het Westen was not amused door de opvattingen van His Excellency en de zijnen. De bescherming en rechten van seksuele minderheden in Malawi prijkten binnen enkele weken bovenaan de agenda’s van Groot Brittannië, Duitsland, Noorwegen, Ierland en de Verenigde Staten. En als er een groep landen is die de President het zweet kan doen uitbreken, zijn zij het wel; niet minder dan 40% van Malawi’s begroting komt bij hen vandaan. Wij willen de relatie en de vriendschap met Malawi graag voortzetten, luidde de boodschap van de donoren, maar die draconische wetten moeten eraan. Fair enough. En 1-0 voor de homo’s.

Niet dus. Naarmate ik meer kranten doorwerkte, nieuwsberichten over de verscherpte donorvoorwaarden apart legde en vijandige opiniestukken over homoseksuelen liet bezinken werd me steeds duidelijker dat de strategie van de Westerse moraalridders het belang van de Malawiaanse homoseksuelen en lesbiennes niet diende. Integendeel, hun beleid bracht zowel minderheden als de meerderheid in de problemen. Een meerderheid die zich tot de armsten ter wereld mag rekenen en het de afgelopen twee jaar alleen maar zwaarder heeft gekregen. Een ingezonden brief naar de Nation begin 2011 signaleerde terecht: A hungry man is an angry man. En Mutharika deed er alles aan die woede richting de gemarginaliseerde homoseksuele zondebok te dirigeren. De media deden er gretig aan mee.

Ondanks de toenemende kritiek op de president het afgelopen anderhalf jaar is er één onderwerp, waarbij Mutharika’s mening dat van de meerderheid van zijn volk reflecteerde. Malawi moet beschermd worden van de goddeloze invloed van homoseksualiteit en van de Westerse promotie van homohuwelijken in Malawi. Donoren die dreigen met het verminderen of stopzetten van financiële assistentie hebben Malawi’s tradities en religie te respecteren. Als Godvrezende soevereine natie biedt Malawi haar moraal niet te koop aan.

Homo’s kosten Malawi miljoenen

Ook al ging het de donoren om decriminalisering van homoseksualiteit als misdrijf en andere mensenrechtenschendingen in plaats van invoering van het homohuwelijk, hun sancties en verminderde financiële hulp gingen al snel een eigen leven leiden. Dit was duidelijk zichtbaar in de kranten, waar koppen als ‘Malawi aid under threat after gays conviction’ , ‘Donors caution Malawi on gays’, ‘Norway warns Malawi on gays’ en ‘Gay issue costs Malawi K84bn’ de voorpagina’s domineerden. Met de hungry angry man in mijn achterhoofd leek elk artikel ‘Zondebok’ uit te spellen.

De ‘gewone Malawiaan’ mag dan wel hongerig en boos zijn, hij/zij bewijst wijzer te zijn dan Mutharika. Ondanks het feit dat de homofiele zondebok van verschillende kanten in de schoot werd geworpen en ondanks de opmerking van Bingu’s woordvoerder Hetherwick Ntaba dat de demonstraties met Westers ‘homogeld’ waren gesponsord, wist de Malawiaan zijn woede aan het juiste adres te richten. Maar de strijd is nog niet gestreden. Van zowel de crisis als van de homo-haat lijkt het einde nog niet in zicht.

De rol van het Westen in gepast perspectief

De aanloop tot de demonstraties presenteren daarom een aantal belangrijke vragen aan Westerse donoren die zich het lot van seksuele minderheden aantrekken. Allereerst, wie profiteert er van sancties en wie zullen er het hardst getroffen worden door het inhouden van financiële steun? Ten tweede, wat voor bijeffecten heeft de herhaaldelijke en dwingende verdediging van wettelijk, maar ook sociaal gediscrimineerde minderheden en tot wat voor sociale reacties kan het intrekken van financiële steun leiden?

Ook aan de oorsprong van de homofobie mag niet voorbij worden gegaan. De bron van homofobie in Malawi, de Bijbel, is enkele eeuwen geleden op bijzonder effectieve wijze door Engelse missionarissen aan Afrika opgedrongen. Hetzelfde geldt voor de huidige wetgeving, die ten tijde van de Britse overheersing is geïntroduceerd. Dit betekent niet dat we maar moeten afwachten tot het Christendom ook in Malawi een minder rigide vorm aan zal nemen, maar de morele verontwaardiging uit het Westen verdient wel in gepast perspectief geplaatst te worden.

Dit geldt ook voor die landen, die weliswaar geen koloniale verantwoordelijkheden in de schoenen kunnen worden geschoven, maar in wiens eigen verleden wel hypocrisie doorschemert. Neem Ierland, dat zelf pas in 1993 homoseksualiteit heeft gedecriminaliseerd. Of de Verenigde Staten, die met hun ‘don’t ask, don’t tell’-verleden en de openlijk homofobe presidentskandidate Michelle Bachmann nou ook niet als lichtend voorbeeld moge gelden.

De economische dimensie van tolerantie

Het krachtigste wapen voor tolerantie voor seksuele minderheden is economische welvaart. Zolang de meerderheid van de Malawianen onder de armoedegrens leeft, heeft hij/zij tijd noch ruimte voor post- materiële zorgen, kan hij het zich niet permitteren over sociale of spirituele vraagstukken na te denken en houdt hij/zij des te krampachtiger vast aan religie.

Door financiële hulp aan Malawi in te trekken en zo bij te dragen aan een nog grotere economische crisis, raken zowel minderheden als meerderheden in nog grotere problemen.

Marion Hengeveld studeert Gender Studies en Sociologie aan de Universiteit van Kaapstad en specialiseert zich in de positie van seksuele minderheden in Afrika. Ze schreef onder andere over correctieve verkrachtingen in Zuid-Afrika.