
Uraniummijnbouw duivels dilemma voor Afrika
Uraniummijnbouw heeft in Afrika desastreuze gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu. Onderzoek van WISE en SOMO wijst uit dat lokale overheden en bedrijven onvoldoende ingrijpen. De oorzaak hiervan is te vinden in dilemma’s op ieder niveau van de samenleving. Vice Versa sprak met Fleur Scheele, auteur van het rapport Uranium from Africa.
Uranium is in trek, ook in Nederland. Minister Verhagen van Economische Zaken bemoedigt de komst van nieuwe kerncentrales. Waar het benodigde uranium vandaan zal komen is vooralsnog onzeker. De resultaten in het rapport Uranium from Africa, van World Information Service on Energy (WISE) en Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) wijzen erop dat de herkomst van uranium een moreel vraagstuk is. Fleur Scheele, auteur van het rapport, zet uiteen wat uraniummijnbouw bijzonder vervuilend maakt. “Om uraniumerts te onttrekken moet gesteente worden gebroken en chemicaliën worden gebruikt. Het stof dat in dit proces ontstaat bevat enige radioactiviteit. Wanneer dit stof wordt ingeademd kunnen er op de lange termijn ziektes ontstaan, waaronder kanker”, aldus Scheele.
Dit risico wordt aanzienlijk vergroot wanneer het afval van uraniummijnen niet goed wordt afgedekt. In dat geval kunnen regen en wind de radioactieve stoffen verspreiden naar verder gelegen land en water. Hoewel het moeilijk te meten is, blijkt dat het in sommige gevallen om een gevaarlijk verre reis gaat. Zo kan de wind vanuit een open mijn in de woestijn van Namibië de schadelijke stoffen wel honderden kilometers verder blazen.
De mogelijk ernstige gevolgen suggereren dat strikte controle binnen uraniummijnbouw noodzakelijk is. Scheele kwam na onderzoek in Namibië, Zuid-Afrika en de Centraal Afrikaanse Republiek tot de conclusie dat de huidige controle veelal onvoldoende is. Dilemma’s op het niveau van werknemers, de overheid en de mijnbouwbedrijven liggen hieraan ten grondslag.
Gezondheid of inkomen
Wanneer werknemers van uraniummijnen ziek worden, worden sommigen gedeeltelijk doorbetaald en anderen ontslagen, zo blijkt uit het onderzoek van Scheele. De effecten op hun gezondheid worden vaak niet gecompenseerd. Scheele: “sommige (ex)werknemers vertelden dat ze longproblemen hadden ontwikkeld. Ze raadpleegden de arts, maar deze werkte zelf ook voor de mijn en ontkende de relatie tussen de ziekte en het werk. Hoewel ze zelf anders vermoeden, mede omdat ze ook collega’s ziek zien worden, hebben werknemers vaak te weinig middelen om echt werk van de situatie te maken. Slechts in enkele gevallen wordt het bedrijf aangeklaagd.”
Zorgen om hun gezondheid en onvrede over arbeidsomstandigheden weerhoudt mensen er niet van om in de uraniummijnen te blijven werken. Dat komt volgens Scheele doordat er in sommige gebieden weinig andere werkgelegenheid is. Een betere baan vinden is dan geen optie.
Resource curse
Gewoonlijk zou van de overheid mogen worden verwacht dat zij haar burgers beschermt tegen dit soort gezondheidsrisico’s. Sommige Afrikaanse regeringsleiders slagen hier redelijk in. Anderen leggen echter meer prioriteit bij economische ontwikkeling op de korte termijn. Achter hun redenering schuilt het dilemma van de zogenaamde resource curse, die inhoudt dat landen die beschikken over veel natuurlijke hulpbronnen paradoxaal genoeg vaak een lage economische ontwikkeling kennen.
De uraniummijnen leveren op lange termijn torenhoge kosten voor de volksgezondheid en het milieu. Scheele stelt dat in Australië is gebleken dat het veel meer kost om de omgeving van een uraniummijn schoon te maken, dan de mijn ooit heeft opgeleverd. Maar op de korte termijn bieden de mijnen winst en werkgelegenheid. Daarom knijpen sommige Afrikaanse overheden een oogje toe en zeggen er maar op te vertrouwen dat de mijnbedrijven verantwoord beleid voeren. Scheele noemt deze situatie een tragedie. Omdat bedrijven weinig belasting betalen en er vaak sprake is van corruptie, profiteren gewone burgers nauwelijks van deze industrie.
Greenwashing
Men kan dus niet altijd op de overheid vertrouwen als het gaat om de nodige controle op verantwoorde bedrijfsvoering. Recentelijk is er echter vanuit een andere hoek druk gekomen op de mijnen. Milieu- en mensenrechtenorganisaties brachten de slechte arbeidsomstandigheden aan het licht. Bang voor slechte publiciteit, werden bedrijven voor de vraag gesteld hoe een goede reputatie en winst met elkaar verenigd kunnen worden. Scheele stelt dat het antwoord op die vraag veelal gevonden wordt in greenwashing.
Bedrijven die aan greenwashing doen, schetsen een misleidend beeld van hun maatschappelijk verantwoord ondernemen, terwijl dit in feite niet structureel gebeurt. Scheele geeft het voorbeeld van een mijn die stelde netjes alle omwonenden te hebben uitgenodigd voor een bijeenkomst om over de effecten te praten. De uitnodiging bleek echter alleen op de website van het bedrijf te staan, terwijl de meeste mensen uit de omgeving geen toegang hebben tot internet.
Nederland
Doordat werknemers gedwongen zijn te kiezen tussen hun gezondheid en hun baan, en de overheid tussen het welzijn van haar burgers en economische ontwikkeling op korte termijn, blijft greenwashing op grote schaal bestaan, zo waarschuwt Scheele. Het is niet zeker dat de Nederlandse overheid dit ingewikkelde probleem in het achterhoofd zal houden bij de bouw van nieuwe kerncentrales.
Scheele vertrouwt eerder op de consument. “Het is cru dat mensen bijvoorbeeld geld geven aan het WNF voor het behoud van de leeuw, maar dat tegelijkertijd het leefgebied van leeuwen ernstig wordt vervuild door mijnbouw. Ik verwacht dat wanneer de consument op de hoogte is van de potentieel desastreuze effecten van uraniummijnbouw op het milieu en de levens van arbeiders, ze daar geen genoegen mee zal nemen”, aldus Scheele.