Trouw: Legitieme vragen bij honger in Afrika maken hulp niet overbodig

Uit: De Trouw

 

Vanuit het gezichtspunt van de fondsenwerver moet het één van de lastigste klussen zijn: hoe het Nederlandse publiek te bewegen tot vrijgevigheid voor de hongerende bevolking in de Hoorn van Afrika.

De betrokkenheid bij de rest van de wereld is geringer dan ooit, de scepsis over hulp aan arme landen lijkt op een hoogtepunt, en dan hebben we het hier ook nog over Ethiopië en Somalië – landen die om verschillende redenen de indruk wekken een bodemloze put te zijn.

Tot overmaat van ramp is het vakantietijd; geen goed moment voor een nationale inzamelingsactie.

Om met dat laatste punt te beginnen: een hongersnood in Afrika voegt zich uiteraard niet naar de Nederlandse vakantieplanning. Maar het valt niet te ontkennen dat onder ingewijden al langer bekend was — dankzij het ‘early warning’-systeem dat werd opgezet na de Ethiopische hongersnood van 1984-85 – dat het er somber uitzag.

Het is begrijpelijk dat hulporganisaties niet te vroeg alarm willen slaan – ze zijn nogal kwetsbaar voor het verwijt te overdrijven. Maar in dit geval heeft dat misschien geleid tot een te trage reactie, in elk geval in Nederland. In Groot-Brittannië was men beduidend sneller.

Afgezien van de vraag naar de timing van de 555-actie, leven er twijfels over de politieke achtergrond van deze hongersnood, en daarmee naar het nut van hulp.

In Ethiopië gaat het dan om het tekortschietende landbouwbeleid van de regering, in Somalië is het dilemma pregnanter. Daar houden de islamitische extremisten van Al-Sjabaab de bevolking in een houdgreep en de vraag is of voedselhulp niet bijdraagt aan het instandhouden van hun regime.

Dat is een legitieme zorg, die ook elders speelt, bijvoorbeeld in Noord-Korea. Van belang is dat zoveel mogelijk wordt gegarandeerd dat de hulp terecht komt bij de hongerende burgers en dat de krijgsheren of machthebbers de hulp niet inzetten als instrument in hun oorlog of onderdrukking. In Noord-Korea doet de EU daarom inspecties, in Somalië hebben de VN bedongen dat gewerkt kan worden volgens ‘humanitaire principes’.

Waterdicht zal het systeem nooit werken, en het is absoluut noodzakelijk te roepen om structurele oplossingen voor de voedselvoorziening in de Hoorn van Afrika. Dat het daaraan ontbreekt, is echter niet de schuld van de tien miljoen mensen die honger lijden, onder wie een half miljoen kinderen die met de dood worden bedreigd. Landen kunnen bodemloze putten lijken, voor mensen mag die kwalificatie nooit gelden.

 

Auteur
Vice Versa

Datum:
19 juli 2011
Categorieën: