
RNW: Hongersnood in Afrika: hype ligt op de loer
‘Een humanitaire ramp’ noemde staatssecretaris Ben Knapen van Ontwikkelingssamenwerking de situatie in een Keniaans vluchtelingenkamp. Hij was daar dinsdag om met eigen ogen de gevolgen van de hongersnood in de Hoorn van Afrika te zien. De staatssecretaris stelt zich op als een campagneleider voor een inzamelingsactie. Maken media en politiek er niet teveel een hype van?
Op de schoot van de hulpverlener van de Verenigde Naties in Dadaab piepen de walkietalkies. ‘Kun jij de karavaan van de Nederlandse minister helpen begeleiden’, zegt ze per radio-oproep tegen een medewerker. ‘Nee, ik ben al bezig met de karavaan van CNN en moet straks ook de BBC helpen’, komt het over een krakerige lijn terug.
De hulpverleners hebben het druk met de stroom hoogwaardigheidsbekleders en journalisten naar het Keniaanse Dadaab, in de woorden van de VN ‘het grootste vluchtelingenkamp ter wereld in de ernstigste droogte sinds een halve eeuw in de Hoorn van Afrika.’ Het World Food Programme van de Verenigde Naties heeft de hongersnood net uitgeroepen tot een ramp met de grootste prioriteit.
Ondervoede kinderen
In de Keniaanse kranten valt al maanden te lezen over de voedselcrisis, over ondervoede kinderen, over wanhopige nomaden. Dadaab op de droge en stoffige vlaktes van Noord-Kenia bestaat al sinds 1991, toen de burgeroorlog in Somalië begon. Waren de gevechten daar hevig, dan zat Dadaab vol met honderdduizend vluchtelingen. Nam de strijd af, dan vertrokken veel Somaliërs weer.
Het kamp oogt als een gigantisch dorp. Op de veemarkt worden kamelen tegen hoge prijzen te koop aangeboden, in winkeltjes in de zanderige hoofdstraat kan krediet voor mobiele telefoons worden aangeschaft en de milde drug mirraa is overal voorhanden. Veel vluchtelingen wonen er in een soort tropische iglo’s, ronde hutten voor nomaden, net als ze in de bush doen
Goede doel
De hulpverleners zijn er de afgelopen weken in geslaagd een hype bij de media te bewerkstelligen. Ministers moeten meedoen voor het goede doel. ‘Er speelt zich hier een humanitaire ramp af’, zegt de Nederlandse staatssecretaris Ben Knapen op bezoek in Dadaab.
Knapen stelt zich op als campagneleider voor een Nederlandse inzamelingsactie. Hij is op stap met enkele prominente Nederlandse actievoerders en hulpverleners. ‘Een op de acht kinderen is zwaar ondervoed’, vertelt hij, ‘een ware noodsituatie. Nederlanders moeten daarvan doordrongen raken. En de Verenigde Naties en andere hulporganisaties moeten meer capaciteit krijgen, want er komen nog veel meer Somalische vluchtelingen aan.’
Er valt weer cynisme te horen over hoe media en politiek zonder respect omgaan met slachtoffers van rampen, het woord ‘hongersnoodpornografie’ is al weer gevallen. Maar de paniek in de hulpverleningsindustrie is ook begrijpelijk, want de meeste slachtoffers vallen niet te bereiken. Oorlog veroorzaakt honger en de terreurgroep Al Shabaab, die grote delen van Centraal- en Zuid-Somalië controleert, wees tot voor kort iedere buitenlandse hulp aan slachtoffers af.
Songabo Mohamed behoort in Dadaab tot een van de ruim duizend Somaliërs die er iedere dag wel in slagen Kenia te bereiken. ‘Dit is je vaderland en hier zal je sterven’, kreeg ze van Al Shabaab te horen toen ze haar woongebied in Zuid-Somalië probeerde te ontvluchten.
Terroristen spekken
Gaat Nederland geld uittrekken voor hulp in gebied onder controle van Al Shabaab? ‘Dat is nu ondenkbaar’, vindt Knapen, ‘we kunnen geen subsidie verstrekken aan terroristen.’ Toch leverden de VN afgelopen weekeinde voor het eerst hulpgoederen af in Baidoa, een stad onder controle van Al Shabaab. ‘Er moet controle ter plaatse zijn door buitenlandse hulporganisaties, we moeten de allerarmsten bereiken en niet de terroristen spekken.’
In Dadaab kan een verzwakte vrouw met een stapel matten en jerrycans op het hoofd de lading na haar voettocht niet meer torsen en valt om. Vrouwen met uitgeputte baby’s wachten in lange rijen bij een voedseldistributiecentrum. Voor Ben Knapen worden de cijfers hier mensen. ‘Zag je die uitgemergelde oude vrouw?’, vraagt hij. ‘Het is toch wel verschrikkelijk wat hier gebeurt.’ Hij is vastbesloten die boodschap uit te dragen na zijn bezoek aan het meest gehypete hongerkamp in de wereld.