
Vrijdagmiddagborrel: Wordt de wereld een stukje beter of niet?
Iedere vrijdagmiddag bespreekt hoofdredacteur Marc Broere ontwikkelingen in de sector. Afgelopen week las hij tijdens een voetbaltoernooi een aantal tijdschriften die hem in verwarring brachten. Hoe verhouden de positieve ontwikkelingen in de wereld zich tot de negatieve? Is er sprake van een toename van mondiale gerechtigheid of juist niet?
Afgelopen zondag had mijn oudste zoon van 12 zijn jaarlijkse voetbaltoernooi waarmee het seizoen werd afgesloten. Vlak voordat we gingen, realiseerde ik me dat er tussen de wedstrijden soms een behoorlijke wachttijd zat, dus griste ik nog snel de drie bovenste bladen van een stapeltje tijdschriften dat de afgelopen week bij ons thuis was binnengekomen. Het ging om het donateursblad van Greenpeace, onzeWereld en de jubileumeditie van het mensenrechtenmagazine Wordt Vervolgd.
Nadat mijn zoon zijn eerste wedstrijd met 1-0 heeft gewonnen en hij ook het winnende doelpunt heeft gemaakt, wordt mijn stemming er alleen maar beter op als ik de eerste verhalen in het Greenpeace blad begin te lezen. 2010 was een goed jaar voor de bossen, lees ik. Voedingsmiddelenconcern Nestlé paste zijn duurzaamheidsbeleid aan en verzekert geen producten meer te maken waarvoor is ontbost.
In een ander artikel lees ik dat tonijn-in- blik producent Princes om is. Vorige zomer werd er campagne gevoerd om alleen nog maar duurzaam gevangen tonijn te gebruiken, een online campagne waaraan 80.000 mensen meededen. Nu heeft het concern toegezegd eind 2014 alle tonijn op een minder schadelijke manier (met veel bijvangst waardoor ook zeeschildpadden, roggen, haaien en babytonijnen onnodig sterven) te gaan vangen. Ook wil het bedrijf tonijn gaan vangen die gevangen is met een hengel. Online actievoeren doet er dus toe, vindt Greenpeace. Eerder ging ook Nestlé al overstag en onlangs zette Nuon zijn plannen voor een nieuwe kolencentrale tot 2020 in de ijskast.
Positieve koppen
Wat ik lees past in een trend van successen die worden geboekt voor een betere wereld. Met Hans Beerends (met wie ik eerder in 2004 het boek De Bewogen Beweging, vijftig jaar mondiale solidariteit schreef) heb ik al jaren het sluimerende plan om nog eens een boekje te schrijven waarin we op allerlei terreinen laten zien wat er al voor resultaten zijn geboekt op het terrein van mondiale gerechtigheid en wat er nog nodig is om de buit echt binnen te halen.
Inmiddels heb ik een knipselmap vol met positieve koppen verzameld: ‘mondiale moedersterfte daalt fors’, ‘mondiale graanvoorraad is gegroeid’, ‘honger neemt af tot niveau 2008.’
Hans en ik hebben vaak discussies met elkaar over de vraag hoe de positieve ontwikkelingen in de wereld zich verhouden tot de negatieve ontwikkelingen. Is er sprake van een toename van mondiale rechtvaardigheid of juist niet? Het is heel moeilijk om daar een netto uitspraak over te doen.
Noodklok
Ook in het blad van Greenpeace lijken de paar positieve voorbeelden gelijk alweer teniet te worden gedaan door de negatieve. ‘Afrika vist achter het net’, is de kop van het hoofdartikel van het blad. Drie vissers uit West-Afrika waren in Nederland om de noodklok te luiden. Hun zeeën raken leger en leger. Reusachtige schepen vangen er al jaren de vis weg. Uit het artikel blijkt dat het vooral Franse, Spaanse en Nederlandse vissers zijn die met gigantische netten de zeeën leegvissen en de lokale vissers met lege netten achterlaten. Omdat de EU verdragen sluit met landen aan de West-Afrikaanse kust, kunnen Europese vissers hun slag slaan.
Ongemakkelijke waarheid van armoede
Greenpeace vindt dat de EU West-Afrika moet helpen om een lokale duurzame visserij op te bouwen in plaats van visrechten te kopen waarmee Europese schepen hun zeeën leegvissen. Als de West-Afrikaanse vissers overschotten hebben, kan Europa die vis gewoon kopen. Dit lijkt mij een heel logisch verhaal. Er volgt een oproep aan de Europese visserijministers, onder wie staatssecretaris Bleker, om te kiezen ‘voor het herstel van het zeeleven en voor een toekomst van de vissers.’
Visserij is een typisch globaliseringsthema. Maar ook een onderwerp en campagne die aanspreekt omdat je het probleem van oneerlijke handel zo makkelijk klein kunt maken. Iedereen ziet hoe intens gemeen dit is: grote vissersboten uit het rijke westen die kleine Afrikaanse vissers in hun eigen wateren wegconcurreren en een verwoest ecosysteem achterlaten. Dit is wat collega Stefan Verwer en ik al jaren ‘de ongemakkelijke waarheid van armoede’ noemen.
Vergeten ramp
Ik koel gelukkig weer wat af als mijn zoon ook zijn tweede wedstrijd wint. De doelpunten vallen dit keer als rijpe appelen uit de boom. Ondertussen heb ik onzeWereld erbij gepakt voor de volgende pauze. Ik lees een verhaal over de vergeten ramp in Darfur. ‘Geen nieuws is goed nieuws. Maar niet voor Darfur’, staat er in het intro. Hoewel de regio al een tijd niet meer de voorpagina’s beheerst, zijn er nog altijd twee tot drie miljoen mensen op de vlucht voor het geweld. In het artikel, begeleid door indrukwekkende fotografie, staat dat de ene ramp zich nog niet voltrokken heeft of er doet zich elders in de wereld een andere crisis voor die de aandacht opeist. Ik lees dat vrijwel niemand in Darfur zich aan het vredesakkoord uit 2006 houdt.
Ik vind het goed dat onzeWereld dit verhaal nu brengt. Het is belangrijk dat journalisten een follow-up geven aan belangrijke gebeurtenissen. Nu blijft het vaak bij ‘snelle journalistiek’ op het moment dat de ramp zich voordoet, maar daarna is het weer vergeten.
Zelfmoorden
Na een gelijkspel tijdens de derde wedstrijd en mijn zoon na een schitterende actie, waarbij hij zich knap vrijspeelde in het zestienmeter gebied, helaas mijn luid geroepen advies –‘zelf schieten’- opvolgde en over schoot, in plaats van af te geven naar de twee medespelers die helemaal vrij voor het doel stonden, lees ik een tweede verhaal in onzeWereld dat indruk op me maakt. Onder de kop ‘Tandenknarsend van het onrecht’ staat een interview met de Indiase journalist Palagumi Sanaith die zich nauw betrokken voelt bij de Indiase boeren. Hij schrijft fulltime over hun zware leefomstandigheden en de vele zelfmoorden op het platteland. ‘Woede over al het onrecht maakt je vanbinnen kapot’, zegt hij.
In het artikel staat dat ieder half uur een Indiase boer zich van het leven berooft. En is het niet de boer, dan is het wel z’n vrouw of een van zijn zonen. Palagummi Sanaith schrijft er al een decennium over in The Hindustan Times. ‘Het is toch van de zotte dat er in een land als India fulltime correspondenten zijn voor film, mode, glamour en society’, zegt hij, ‘maar dat er helemaal niemand is die zich meer volledig aan het thema armoede wijdt. In heel India is ook geen correspondent die zich met de werkomstandigheden in de fabrieken en op het platteland bezighoudt. In dit land maakt 75 procent van de bevolking deel uit van de working class. Als media zeggen we indirect: we zijn niet meer in jullie geïnteresseerd.’
Het is een aangrijpend verhaal dat deprimeert maar ook energie geeft. Een man met een missie die verhalen schrijft die collega’s te min vinden. ‘Weet je, als je in een huis bent waar iemand zelfmoord heeft gepleegd, dan heerst daar een onbegrijpelijke droefheid die geen film of verhaal kan overbrengen. Die kun je alleen maar voelen.’
Eigenbelang eerst
Dit laatste citaat blijft door mijn hoofd speelt tijdens het volgende gelijke spel van mijn zoon. Dit keer tegen een hoger team van de eigen voetbalvereniging, dus eigenlijk een prima resultaat. Ik bedenk me dat ook zelfmoorden als gevolg van oneerlijke globalisering een voorbeeld zijn van die ongemakkelijke waarheid van armoede.
Terwijl mijn zoon moet douchen, nadat ze een beker voor de tweede prijs in ontvangst hebben genomen, lees ik tot slot het interview in Wordt Vervolgd met minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken. U weet wel: de man die vindt dat eigenbelang centraal moet staan in het buitenlandbeleid van Nederland. Ik heb vandaag weer kunnen lezen hoezeer dat eigenbelang van Nederland keihard kan botsen met in dit geval de belangen van de vissers in West-Afrika. Want het Nederlandse belang (ondersteuning van onze eigen vissers die door verkregen visrechten de Afrikaanse vissers wegconcurreren en ecosystemen bedreigen) is in dit geval zeer schadelijk voor de belangen van West-Afrika.
In het interview krijgt de minister vooral kritische vragen over het Nederlandse mensenrechtenbeleid voorgeschoteld. Het beeld dat na het lezen bij mij blijft hangen is dat van een minister die alleen maar scherp is op mensenrechten in de allerergste landen. U voelt hem al aankomen: landen waar Nederland geen economische belangen heeft. De antwoorden van Rosenthal geven me geen goed gevoel. Wat is er toch met dit land gebeurd dat zich ooit trots een gidsland mocht noemen op terreinen als mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking?
Kom ik tot slot weer terug op mijn discussiepunt met Hans Beerends. Wordt de wereld nu netto een stukje beter of niet? Wegen de positieve ontwikkelingen die gaande zijn op tegen de deprimerende dingen waarvan je inderdaad moet ‘tandenknarsen van het onrecht.’ En wanneer gaat het nu eens kantelen richting de goede kant?
Lichtpuntje
Uiteindelijk keer ik met één lichtpuntje terug naar huis. Mijn zoon is in een uitstekende vorm voor komende zaterdag. Want om met voetbal af te sluiten: we doen morgen allebei mee aan de Charity Cup in Amsterdam. Zestien organisaties op het gebied van mensenrechten, ontwikkelingssamenwerking, vluchtelingen en duurzaamheid bestrijden elkaar op de velden bij AVV, dichtbij station Sloterdijk. (www.avvsloterdijk.nl) Lokaalmondiaal, de uitgever van Vice Versa, doet zelfs met twee teams mee.
U bent allen van harte uitgenodigd om een van de teams te komen aanmoedigen of gewoon te komen kijken. We zijn dan in ieder geval samen met een heleboel mensen die allemaal op hun eigen manier met een rechtvaardige wereld bezig zijn. Dat geeft verbroedering, hoewel de wedstrijden zelf vaak wel degelijk op het scherpst van de snede worden gespeeld. Onze inzet morgen is in ieder geval om te voorkomen dat de finale ook dit jaar weer zal gaan tussen OxfamNovib en Artsen zonder Grenzen.