
Over de grens kijken
De lange termijn visie, die lang aanwezig was in het buitenland beleid van Nederland, verdwijnt in hoog tempo. Tijdens dit proces gaat ontzettend veel zorgvuldig opgebouwde kennis en expertise verloren, terwijl onmisbare lokale organisaties ineens aan hun lot worden overgelaten en niet eens de tijd krijgen om zich aan te passen aan deze nieuwe situatie. Dit schrijven Carlijn Savelkouls en Okke Bouwman, twee Nederlandse Young Professionals die in Midden-Amerika werken. Een noodkreet vanuit het veld.
Het is winter in ontwikkelingsland. Huiverend onder de kille wind die waait vanuit Nederland, komt een groep van 10 jonge professionals bijeen op een zonnige locatie in Nicaragua, Midden Amerika.
Tien jongeren tussen de 22 en 32 jaar, sommigen met al enige jaren werkervaring, anderen staan aan het begin van hun professionele loopbaan. Wat hebben zij gemeen? Alle 10 dragen zij bij aan lokale capaciteitsopbouw in Latijns Amerika via Nederlandse organisaties zoals ICCO, Hivos, CARE, STRO, IRC, Agriterra en GZB. De groep is divers in geslacht en nationaliteit, maar eensgezind in hun liefde voor Latijns Amerika en hun verlangen een rechtvaardigere samenleving op te bouwen.
Profiteren van kennis
Dit zijn jongeren die ver over de grens kijken. Zij zijn het bewijs dat Nederlandse ontwikkelingsorganisaties bereid zijn samen te werken en een win-win situatie te creëren. De jonge professionals doen onbetaalbare ervaring op in het werken in een andere culturele context, terwijl lokale organisaties profiteren van de kennis die zij meebrengen en die lokaal vaak niet of nauwelijks aanwezig is. Verspreid over werkvelden zoals bosbouw, waterbeheer en management, mensenrechten, eerlijke economische productie en handel, kennismanagement, communicatie, biobrandstoffen, etc. is hun expertise van alle markten thuis.
En passant heeft Nederland ook veel baat bij hun werk. Deze jongeren zijn het visitekaartje van een piepklein landje dat groot werd door haar solidariteit en lange termijnvisie op internationale samenwerking en ontwikkeling. Nederland heeft in de afgelopen decennia veel krediet en goodwill opgebouwd in Latijns Amerika door haar betrokkenheid en investeringen. Dit is direct voelbaar voor Nederlandse jongeren die in het buitenland werken. Als Nederlander word je in Latijns Amerika doorgaans goed ontvangen, er komt altijd wel een toepasselijke anekdote tevoorschijn over de banden tussen Nederland en dit continent. Verder zijn deze jongeren na verloop van tijd experts in het functioneren binnen een moeilijke internationale context. Deze unieke expertise nemen zij mee in hun verdere carrière binnen of buiten Nederland.
Culturele verschillen?
Tijdens de uitwisselingsbijeenkomst in Nicaragua wordt er een week lang intensief geëvalueerd, geanalyseerd en gefilosofeerd over de werksituaties, verschillende aanpakken, succesverhalen en leermomenten.
De input vanuit de groep is groot, vrijwel alle deelnemers werken zelfstandig op moeilijke of uitdagende locaties in Honduras, Guatemala, Nicaragua, Peru, etc. De culturele verschillen binnen de groep voegen hier nog een element aan toe, terwijl tegelijkertijd blijkt dat deze verschillen in ieder geval binnen de groep geen obstakel vormen. Hollanders dansen salsa en discussiëren in rad Spaans, terwijl de Latinos uitblinken in Hollandse vergader- en reflectiemethodes en zo af en toe een Nederlands woordje meebrabbelen.
Globalisering is geen fabeltje
De reflectieweek in Nicaragua laat zien dat globalisering geen fabeltje is, dat grenzen misschien niet vervagen maar in ieder geval steeds beter overbrugbaar worden, en dat culturele diversiteit met de juiste instelling juist een pluspunt is. Deze gewaarwording staat haaks op het beleid van de Nederlandse regering, die zowel in binnen als buitenland belangrijke pijlers van het Nederlandse succes aan het ondergraven is.
Internationale samenwerking staat zwaar onder druk, er wordt bezuinigd op onderwijs en zorg en, misschien nog wel de kwalijkste tendens: Nederland keert zich naar binnen en heeft haar vizier dat altijd wijdopen stond op een kiertje gezet. Vanuit het buitenland klinkt het debat over het ´beschermen van de Nederlandse identiteit´ als een slechte soap, terwijl het dagelijkse leven in arme landen als Guatemala en Nicaragua heel ontnuchterend werkt bij discussies over verminderde welvaart in Nederland.
Op losse schroeven
Ondanks de overtuiging die er onder de jong professionals bestaat over het belang van hun bijdragen staat hun werk op losse schroeven. Vanwege het veranderde beleid van de Nederlandse regering komt het uitzenden van jonge professionals steeds verder onder druk te staan. Ontwikkelingsorganisaties krijgen enorme klappen te verwerken en hebben de grootste moeite hun werk voort te zetten op verschillende plekken in de wereld. Nederlandse ambassades verdwijnen en het economische belang van Nederland op korte termijn komt voorop te staan bij het Nederlandse beleid in het buitenland.
De lange termijn visie, die lang aanwezig was in het buitenland beleid, verdwijnt in hoog tempo. Tijdens dit proces gaat ontzettend veel zorgvuldig opgebouwde kennis en expertise verloren, terwijl onmisbare lokale organisaties ineens aan hun lot worden overgelaten en niet eens de tijd krijgen om zich aan te passen aan deze nieuwe situatie. Hierdoor is de kans groot dat zij hun deuren zullen moeten sluiten. De huidige groep jonge professionals in Latijns Amerika lijkt dan ook de laatste generatie van een uitstervend ras te zijn.
Op de bijeenkomst in Nicaragua gelooft niemand echt dat hen het lot van de laatste dinosauriërs wacht. Daarvoor is de overtuiging over het nut van het werk te groot, net als het vertrouwen in de Hollandse nuchterheid en ondernemersgeest. Hopelijk draait de wind snel weer, zodat er warmere tijdingen komen.
Carlijn Savelkouls werkt via ICCO als junior-deskundige ‘communicatie en leren’ bij de Hondurese ontwikkelingsorganisatie OCDIH. Okke Bouwman werkt voor ICCP als junior-expert communicatie bij de juridisch georiënteerde mensenrechtenorganisatie ICCPG in Guatemala.