
‘NCDO vervult onmisbare rol’
In het debat over de toekomst van de NCDO vandaag een bijdrage van Ralf Bodelier van het Wereldpodium uit Tilburg. Hij is het oneens met de column die Vice Versa hoofdredacteur Marc Broere op 27 mei schreef en vindt dat de NCDO het voordeel van de twijfel verdient.
Door: Ralf Bodelier
Marc Broere, hoofdredacteur van Vice Versa, is boos op de NCDO. In zijn vrijdagmiddagcolumn van 27 mei pakt hij de organisatie stevig aan. En zijn belangrijkste kritiek is deze. De NCDO concurreert met twéé activiteiten op oneigenlijke wijze met andere spelers in de markt van ontwikkelingssamenwerking en mondiaal burgerschap.
Voor Marc Broere zijn twee publieke activiteiten die de NCDO organiseert een doorn in het oog. Dat zijn de Amsterdamse debatten IS-Live en het IS-Magazine. Met IS-Live zou de NCDO bijeenkomsten van andere organisaties benadelen. En met het IS-Magazine zou het andere tijdschriften uit de markt drukken, waaronder Broere’s eigen Vice Versa. Marc Broere roept de NCDO dan ook op om met IS-Live te stoppen en het IS-Magazine, net als Vice Versa, de commerciële tijdschriftenmarkt op te sturen. Met beide kritieken ben ik het niet eens. Tegelijk verdient Marc Broere prijs en lof dat hij zijn eigen website voor mijn kritiek openstelt.
Politiek
In zijn vrijdagmiddagcolumn over de oneigenlijke concurrentie van de NCDO lijkt Broere het gesprek aan te willen gaan met de NCDO en dan vooral met NCDO-directeur Frans van den Boom.
Maar dat is niet zo. Het adres van Broere’s column is het ministerie van Buitenlandse Zaken, en daarachter, de Tweede Kamer. Het lijkt erop, maar expliciet wordt het niet, dat hij de Kamer en het Ministerie adviseert om de NCDO in zijn geheel te laten verdwijnen. En wanneer dat niet lukt, om een streep te halen door een financieringsaanvraag van de NCDO die al meer dan een jaar over ministeriele bureau’s zwerft.
Om dat doel te bereiken, richt Marc Broere zich op de eerste plaats, en over het ministerie heen, op regeringspartij VVD. Niet alleen is de VVD een partij met –ten onrechte- weinig sympathie voor ontwikkelingssamenwerking. Belangrijker nog is dat de VVD meent –en nu geheel terecht- dat je niet publiekelijk moet regelen wat je aan de markt kunt over laten. Door te stellen de het NCDO zich schuldig maakt aan oneigenlijke concurrentie beseft Marc Broere maar al te goed dat hij juist bij de liberale VVD een gewillig oor zal vinden.
Maar Broere hengelt natuurlijk ook naar de PVV. Naar een partij die geen cent belastinggeld wil uitgeven voor zaken die buiten het blikveld van Henk en Ingrid liggen en al helemaal niet voor zoiets elitairs als draagvlak voor mondiale ontwikkeling.
Wanneer op 31 mei inderdaad Kamervragen worden gesteld, dan komen die overigens niet van de VVD of PVV, maar van de SP. Dat is een partij die zich wél uitspreekt voor meer en goede internationale samenwerking en volop oog heeft voor de publieke zaak. Maar de SP is ook een partij die sinds jaar en dag kritiek levert op ‘de praatclub NCDO’ en haar geld ‘wil besteden aan echte armoedebestrijding’, zoals SP-er Ewout Irgang het eerder formuleerde.
Heeft Broere gelijk met zijn verwijt van oneigenlijke concurrentie? En kan iets als ‘echte armoedebestrijding’ wel bestaan kan zonder een ‘praatclub’ als de NCDO?
IS-Live
Doet IS-Live de andere debatcentra inderdaad concurrentie aan? Ik kan niet oordelen over het door Broere aangehaalde Global-Debat van LUX in Nijmegen. Dat kan ik wel over het Wereldpodium in Tilburg, een forum waar ik leiding aan mag geven en dat maandelijks goed bezochte publieksbijeenkomsten over mondiale ontwikkeling organiseert. Het Wereldpodium voelt zich in elk geval níet beconcurreerd door IS-Live. Al was het maar omdat IS-Live zich in Amsterdam afspeelt en de markt voor debatten per definitie regionaal is georganiseerd. IS-Live trekt de meeste bezoekers uit Amsterdam en omstreken, het Wereldpodium haalt de meeste bezoekers uit Brabant, Zeeland en Noord-Limburg.
De enkele zuiderling die IS-Live bezoekt, is waarschijnlijk een medewerker van het Wereldpodium. Want wij reizen met plezier naar Amsterdam om bij IS-Live inspiratie op te doen, nieuwe geluiden te horen, te netwerken en te genieten van de door Marcia Luyten geleidde bijeenkomsten. Al was het maar omdat we nu eens niet bezorgd hoeven te zijn over te laat arriverende sprekers of haperende filmpjes.
Wat het Wereldpodium betreft, rolt de NCDO haar IS-Live’s zo snel mogelijk uit buiten Amsterdam, zoals oorspronkelijk ook werd gepland. Dat wil zeggen: wat ons betreft organiseert de NCDO haar volgende IS-Live’s in nauwe samenwerking met centra als LUX of het Wereldpodium en, wie weet, met debatcentra in Groningen, Enschede of Rotterdam.
IS-Magazine
Doet IS-Magazine een tijdschrift als Vice Versa concurrentie aan? Ook daarover kan ik niet goed oordelen, al was het maar omdat fatsoenlijk en recent lezersonderzoek ontbreekt.
Wederom kan ik het me maar amper voorstellen. Temeer omdat ik beide bladen naast elkaar lees en niet indruk krijg dat het ene magazine het andere zou kunnen vervangen. Beide zijn bijzonder goed gemaakte tijdschriften waarbij dat van Broere zich expliciet richt op mensen die professioneel met ontwikkelingssamenwerking bezig zijn, en dat van Hans Ariëns zich al even expliciet richt op particuliere Nederlanders die zich inspannen voor een betere wereld.
Voor bezoekers van het Wereldpodium die IS-Magazine maandelijks van kop tot staart spellen, is Vice Versa echter te abstract en te moeilijk. Voor wie werkt bij Cordaid of Oxfam-Novib, of voor ambtenaren van Staatssecretaris Knapen zal IS ongetwijfeld te lichtvoetig zijn en is Vice Versa een onmisbaar vakblad.
Dat IS rond 130.000 abonnees heeft en Vice Versa er ‘maar’ 2500, valt dan ook niet te wijten aan het feit dat IS met haar gratis abonnementen Vice Versa uit de markt drukt. De simpele reden is dat ‘het OS-wereldje’ nu eenmaal een héél stuk kleiner is dan de wereld van het ‘mondiaal burgerschap’.
Intermediairs
De discussie die Marc Broere aanzwengelt, doet denken aan die over de publieke omroepen versus de commerciële zenders. Moet er wel belastinggeld naar televisieprogramma’s terwijl de commerciële programmamakers al hun geld uit de markt moeten halen? Het antwoord luidt natuurlijk ‘nee’ wanneer de publieke zenders dat doen wat de commerciële óók en zelfs béter doen. Maar het antwoord luidt ‘ja’ wanneer ze een belangrijke maatschappelijke rol vervullen die de markt niet over kan nemen.
En de rol die de NCDO met zowel de IS-Lives als IS-Magazine vervult, kan niet door commerciële partijen worden vervuld, hoe graag ik dat persoonlijk ook zou willen. De reden ligt zo voor de hand, dat het bijna gênant is om hem hier nog eens te noemen.
Anders dan, bijvoorbeeld, beleidsterreinen als zorg en onderwijs of verkeer en economie, vereisen ontwikkelingssamenwerking en mondiaal burgerschap intellectuele en emotionele intermediairs. Anders dan de binnenlandse thema’s vereisen deze internationale thema’s ‘bemiddelaars’.
De successen en het falen van maatregelen binnen Nederland komen we immers tegen in ons dagelijkse leven. Nieuwe ontwikkelingen in de zorg of binnen het onderwijs worden niet alleen besproken in de regionale krant of bij Editie.Nl, maar ook aan de keukentafel of in de kroeg om de hoek. Bovendien kent iedereen wel een onderwijzer of verpleegkundige die uit de eerste hand vertelt wat de gevolgen zijn van nieuwe Haagse regelingen.
Belastinggeld met impact
Dat is anders, dat is alléén anders, bij de effecten die ons internationale beleid teweeg brengt. En dan gaat het niet alleen om ontwikkelingshulp maar ook om internationale diplomatie, investeringssubsidies en vredeshandhaving. Wat een Nederlandse ontwikkelingsorganisatie doet in Congo of Bangladesh, of wat Nederlandse militairen op dit moment doen in Somalië of Zuid-Sudan valt vér buiten ons gezichtsveld, laat staan dat we ons daarover een weloverwogen mening kunnen vormen. Geen regionale krant, of lokale televisiezender zal ooit in staat zijn om iets te laten zien van, bijvoorbeeld, de maatregelen die op dit moment worden genomen op grond van het WRR-rapport. Ondertussen gaat het wel om meer dan drie miljard euro Nederlands belastinggeld én om een immense impact op de mensen in Congo of Sudan.
Wil een land, met zo’n uitgesproken buitenlandse agenda als Nederland, niet alleen het denken over mondiale ontwikkeling stimuleren, maar ook draagvlak voor deze samenwerking creëren en mensen motiveren om zich daar persoonlijk voor in te zetten, dan is een instituut als het NCDO, inclusief IS-Live en het IS-Magazine, absoluut noodzakelijk.
Wanneer ik, net als Marc Broere, een advies mag richten aan het ministerie van Buitenlandse zaken en de ontwikkelingsspecialisten in de Tweede Kamer, dan is het dit. Keur eindelijk eens de financieringsaanvraag van het NCDO goed, gun het NCDO het voordeel van de twijfel en laat de club van Frans van den Boom aan de slag gaan. Dan kijken we eind 2012 eens kritisch wat allemaal met dat geld is gebeurd.
Ralf Bodelier is journalist en hoofdredacteur van het Wereldpodium. Hij schreef een aantal boeken over Afrika en internationale samenwerking en rondt een proefschrift af over kosmopolitisme in relatie tot Human Security.