Knapen geeft Van Vollenhoven lezing: ‘Rechtsstaat belangrijk voor de vier speerpunten’

Gisterenmiddag sprak Ben Knapen ter ere van de Van Vollenhovenlezing over ‘rechtstaat en ontwikkeling’ in het academiegebouw in Leiden. De lezing wordt jaarlijks georganiseerd ter nagedachtenis van Cornelis van Vollenhoven, een groots rechtsgeleerde die veel invloed heeft gehad op de rechtsontwikkeling in Nederlands Indië. Knapen noemt rechtsontwikkeling als dé verbindende factor in zijn ontwikkelingsbeleid. In de lezing weerklinkt wat Knapen hierbij belangrijk vindt; pragmatisme, samenwerking en kennis.

Staatssecretaris Ben Knapen heeft in zijn lezing oog voor de tegenstrijdigheden binnen rechtssystemen in ontwikkelingslanden, waarbij traditie en moderne ontwikkelingen een belangrijke rol spelen. Hij licht dit toe met het land Egypte als typisch voorbeeld van een rechtstaat in een ontwikkelingsland, en noemt de ‘hybride kenmerken’ die daarbij horen. Hij noemt de combinatie van moderne structuren en religieuze regels en de opgenomen mensenrechten die samengaan met een kleine onderdrukkende elite.Ook noemt hij de rechterlijke macht die met moeite probeert de rechtstaat te verdedigen en de juridische faculteiten die juristen afleveren, maar waar weinig rechtswetenschappers zijn die kritische analyse leveren.

Knapen geeft een interessant voorbeeld voor de tegenstellingen tussen moderne structuren en religieuze regels in Indonesië, waar fundamentalisten tegenover feministen staan in de strijd voor het (religieuze) recht van mannen op polygamie. Het constitutionele hof in Indonesië schippert tussen enerzijds godsdienstvrijheid en anderzijds het non-discriminatie beginsel; het een kan polygamie niet zonder meer toestaan, het ander kan het niet geheel verbieden.

Kennis  van dit type verhoudingen tussen moderniteit en traditie binnen rechtssystemen zijn volgens Knapen van groot belang.  Hij wijst erop dat interventies van onze zijde zonder deze kennis contraproductief kunnen zijn. De staatssecretaris benadrukt dat we rechtssystemen in ontwikkelingslanden niet zomaar kunnen veranderen, maar dat Nederland wel een financiële, technische en educatieve bijdrage kan leveren. Knapen houdt niet zo van het opgeheven vingertje en geeft deze bijdrage dan ook het liefst naar aanleiding van vraag van het land zelf.

De rechtstaat als verbindende factor

Natuurlijk wordt er ook aandacht besteed aan de vier speerpunten van Knapen; SRGR (Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten), water, voedselzekerheid en veiligheid en rechtsorde. In het geïntegreerde themabeleid noemt hij ontwikkeling van de rechtstaat als verbindend; alle vier de speerpunten zijn afhankelijk van de werking van de rechtstaat. Maar wat is dat eigenlijk ‘de rechtstaat’?

De staatssecretaris noemt het de combinatie van rechtszekerheid; de voorspelbaarheid van het recht, en de rechtvaardigheid; de eerlijke afweging van het recht. Als hem wordt gevraagd hoe Nederland dan precies kan bijdragen aan rechtsontwikkeling, gaat Knapen in op de bilaterale, multilaterale en non-gouvermentele kanalen.

Knapen benoemt onder andere de kracht van NGO’s in het opkomen voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Het gaat hierbij om rechten voor seksuele minderheden, maar ook om het recht op anticonceptie en veilige abortus. Als overheid kun je door hiervoor op te komen gemakkelijk andere landen tegen je in het harnas jagen. NGO’s  hebben hier minder problemen mee, kennen de informele route en hebben veel expertise op dit terrein, aldus Knapen.

Ondersteuning van volksrechtbanken

Knapen noemt wederom het belang van kennis van lokale rechtssystemen als hij ingaat op interventies in Rwanda. Het land zou veel kritiek krijgen op het gebrek aan politieke en burgerlijke vrijheden.  Knapen vraagt zich af of er wel zo’n snelle ontwikkeling gevraagd kan worden waar Nederland en andere westerse landen eeuwen over hebben gedaan.

Hij gelooft in een ‘gestage transitie’, waarbij gebruik moet worden gemaakt van bestaande volksrechtbanken.  Knapen benoemt het belang van volksrechtbanken waar door praktische en culturele redenen veel meer gebruik van wordt gemaakt dan van het formele recht.  Donoren willen dan ook voortbouwen op deze volksrechtbanken om de toegankelijkheid te behouden en de rechtvaardigheid binnen deze rechtbanken te verbeteren.

Kennisprobleem en discussie

Aan het einde van zijn lezing gaat Knapen in op het kennisprobleem van de juridische ontwikkelingssamenwerking. Deze wordt beïnvloed door door de complexiteit, de verschillen tussen landen, de afstand tussen wetenschap en praktijk en het gebrek aan kennisverwerving door donoren en empirisch onderzoek door juristen.

Samenwerking tussen de verschillende actoren als universiteiten, ngo’s, overheden en bedrijven is volgens Knapen hierbij van groot belang. ‘Ontwikkelingsvraagstukken zijn allang geen monopolie meer van de hulpsector’, aldus Knapen.

De staatssecretaris moet na zijn lezing snel weer op weg naar het parlement, maar ook zonder hem volgt een levendige discussie. Er is vooral optimisme over het beleid van Knapen, al blijft één meneer ontevreden over enerzijds de mooie woorden en anderzijds de ontoereikende budgetten. Het door Knapen benoemde begrip ‘samenwerking’ heeft zijn nawerking ; er worden tijdens de discussie verschillende initiatieven gedaan om een platform op te richten voor juridische ontwikkelingssamenwerking.

De lezing van Ben Knapen is in zijn geheel te lezen op de website van de rijksoverheid

 

 

Auteur
Siebrich Visser

Datum:
19 mei 2011
Categorieën: