
Weblog: De familie Aquino: van redders tot verraders
Een van de hoofdoorzaken van armoede op het Filipijnse platteland is de ongelijke verdeling van landbouwgrond. In 1988 tekende de toenmalige president, wijlen Corazon Aquino, een landhervormingswet om daar iets aan te doen. Ruim twintig jaar later dreigt haar zoon hier een eind aan te maken, terwijl de problemen nog lang niet zijn opgelost. De heldenstatus van de Aquino’s is niet wat het lijkt.
Drie jaar geleden was ik voor het eerst in de Filipijnen. Met collega Marc Broere maakte ik toen een reportage over de bloederige landrechtenstrijd van arme boeren. We waren een week te gast in een kleine boerengemeenschap, Haciënda Velez Malaga. De gastvrije inwoners van het dorpje hadden een halfjaar daarvoor de eigendomsrechten gekregen van 96 hectare landbouwgrond. Nu keken ze uit naar hun eerste suikerrietoogst van eigen land.
Voor die tijd werkten de families van Velez Malaga generaties lang op de plantages van grootgrondbezitter Roberto Cuenca. Dit feodale systeem beheerst het Filipijnse platteland al sinds de Spanjaarden in de zestiende eeuw de archipel koloniseerden. Landarbeiders werken tot op de dag van vandaag onder armoedige omstandigheden en vaak voor minder dan het wettelijk minimumloon.
Hervorming
Na het afzetten van dictator Ferdinand Marcos in 1986 gloorde er hoop voor de arme, landloze boeren. President Corazon Aquino, liefkozend Cory genoemd en symbool van de revolutie, maakte de herverdeling van landbouwgrond en het terugdringen van rurale armoede tot een van de speerpunten van haar beleid. Het Departement voor Agrarische Hervorming (DAR) moest er op toezien dat drie miljoen hectare publieke en particuliere landbouwgrond werd verdeeld onder landloze boeren.
Op deze manier kregen de inwoners van Velez Malaga een stuk landbouwgrond van Cuenca toegewezen. Het duurde echter nog ruim tien jaar voordat ze het daadwerkelijk in gebruik konden nemen. Cuenca deed alles wat in zijn macht lag om de landtransactie tegen te gaan. Daarbij schuwde hij het gebruik van privé-milities niet. Drie boeren uit Velez Malaga lieten het leven in de jarenlange strijd om die 96 hectare. Met een dertig dagen durende hongerstaking voor de deuren van het DAR brachten de boeren uiteindelijk zoveel maatschappelijke en politieke onrust teweeg dat Cuenca zijn verzet moest staken.
Zo zijn er talloze voorbeelden van grootgrondbezitters die het proces van landverdeling vertragen, ondermijnen en saboteren. Bovendien kampt het DAR met een chronisch tekort aan geld en personeel en loopt het hopeloos achter met haar werk. En de tijd dringt. DAR heeft nog twee jaar om 1 miljoen hectare land te verdelen, daarna eindigt het Comprehensive Agrarian Reform Program (CARP). Afgelopen jaar bleef de teller steken op 2.000 hectare land wat herverdeeld werd: het doel voor dit jaar is slechts 23 duizend. Zelfs voor een ongeschoolde suikerrietboer is het een eenvoudig rekensommetje dat op deze wijze de landverdelingsdoelstelling niet wordt gehaald. In navolging van de Velez Malaga-groep bivakkeren er daarom regelmatig groepen radeloze boeren voor de deuren van het departement.
Bekende gezichten
Als ik een kijkje ga nemen bij het kantoor van DAR, lijkt het alsof er niets is veranderd sinds ik er drie jaar geleden voor het eerst kwam. Terwijl de taxi over het grote verkeersplein van Quezon City scheurt, zie ik voor het toegangshek de bekende, bonte verzameling van met plastic en touw in elkaar geknutselde tentjes staan. Ook herkenbaar zijn de spandoeken, die nog steeds dezelfde rode leuzen schreeuwen: ‘Distribute Arroyo lands!’ en ‘Install us now!’.
Ik zie zelfs enkele bekende gezichten. Als ik uitstap word ik om m’n middel gegrepen door een oude bekende. ‘Je bent dik geworden’, is het eerste wat Gerry zegt. Blijkbaar is er toch nog iets veranderd. Gerry Cahilig is een van de hoofdpersonages in de reportage over Haciënda Velez Malaga. Het gaat goed met hem. Zijn kinderen gaan nu naar school en volgend jaar kan hij misschien, als de oogst een beetje mee zit, een nieuw huis bouwen. ‘Veel gezinnen hebben nu een stenen huis. En een eigen karaokemachine’, voegt hij er aan toe. ‘En zie je Chay Gamay?’ vraagt Gerry, terwijl hij zijn dorpsgenoot aanwijst. ‘Ze heeft een nieuw gebit.’ En inderdaad, waar drie jaar geleden nog maar enkele scheve tanden zaten, lacht Gamay nu trots een hagelwit kunstgebit bloot.
Gerry en Gamay zijn naar Manilla gekomen om de andere boeren een hart onder de riem te steken. ‘Morgen gaan we naar het presidentieel paleis’, vertrouwt Gerry me op samenzweerderige toon toe. Want hoe sceptisch de boeren ook zijn over het DAR, er is één persoon in wie ze pas echt teleurgesteld zijn.
‘Noynoy (president Benigno Aquino III, red.) heeft gezegd dat hij CARP niet wil verlengen.’ Gamay schudt haar hoofd. ‘Kun je dat geloven? Hij verkwanselt de erfenis van zijn moeder. Hij geeft helemaal niets om de boeren.’
Verraden
Toen senator Benigno Aquino zich in 2009 verkiesbaar stelde voor het presidentschap, leefde bij veel boeren de hoop dat hij in de voetsporen van zijn moeder zou treden en zich het lot van de boeren zou aantrekken. In plaats daarvan schroefde hij het budget van het DAR met bijna de helft terug en meldde geen heil te zien in het verlengen van de landhervormingswet. Een klap in het gezicht van de boeren die zich verraden voelen door de man die ze als hun messias hadden verwelkomd.
Toch is er een eenvoudige, maar tegelijkertijd onthutsende verklaring voor de koers van de huidige president. Eentje die ook tekenend is voor de Filipijnse politiek. De Aquino’s worden weliswaar door de bevolking op handen gedragen als helden van de democratie (vader Aquino was de aanvoerder van de oppositie tegen dictator Ferdinand Marcos en werd daarom vermoord). Maar tegelijkertijd maken ze onderdeel uit van het landrechtenprobleem. De ongelijke verdeling van landbouwgrond kan in stand worden gehouden doordat de elite die het landbouwareaal bezit tevens de politiek domineert. Het meest verbijsterende voorbeeld daarvan zijn de Aquino’s zelf.
De familie bezit een landgoed van zo’n zes en half duizend hectare ten noorden van Manilla (Haciënda Luisita) en heeft daar nog nooit één vierkante meter van afgestaan, ook al valt een gedeelte er van onder CARP. In 2004 kwamen twaalf mannen en twee kinderen om het leven toen een groep protesterende boeren met geweld van het grondgebied werd verwijderd. Die gebeurtenis achtervolgt de huidige president nog steeds en het lijkt er op dat Aquino van de landhervormingswet af wil voordat zijn eigen landgoed aan de beurt is.
Foto’s:
Een groep boeren bivakkeert voor het Departement voor Agrarische Hervorming;
als teken van protest scheren zo’n twintig boeren hun hoofd kaal voor de poorten van het presidentieel paleis in Manilla.