West-Afrikaanse vissers vragen om een rechtvaardig visserijbeleid

West-Afrikaanse vissers maken op uitnodiging van Greenpeace een tour door Europa om aandacht te vragen voor de gevolgen van Europese overbevissing aan de kust van West-Afrika. Het is niet toevallig dat de vissers nú naar Europa komen; we staan aan de vooravond van hervormingen in het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) van de EU. Greenpeace pleit voor hervormingen die zullen leiden tot een beter onderzocht, duurzaam en gecontroleerd visserijbeleid, dat oog heeft voor de traditionele visserijgemeenschappen van West-Afrika.


Oud verhaal

Woensdagmiddag 6 april vindt de persconferentie in Nederland plaats waar de vissers hun verhaal vertellen aan enkele parlementariërs en de pers. ‘Het is een oud verhaal’ benadrukt Sylvia Borren, de nog maar net nieuwe directrice van Greenpeace. Europa heeft partnerschapsovereenkomsten (POV’s) met veel ontwikkelingslanden, waaronder de landen aan de kust van West-Afrika. In Europa is de visstand voor 88% overbelast. ‘In plaats van de Europese visvloten te verminderen, worden deze  verplaatst naar West-Afrika’, aldus Borren.  De schepen en visnetten van Europese visserijbedrijven zijn enorm, zeker in vergelijking tot de ‘pirogue’,  de traditionele West-Afrikaanse vissersboot. De Greenpeace directrice heeft er geen goed woord voor over;  ‘Het is piraterij van rijke westerlingen.’

Gevolgen voor vissers

De drie vissers zitten naast elkaar, tegenover het publiek. Mamadou Diop Thioune uit Senegal, Issa Moustapha Diop uit Mauritanië en Celestino Oliveira uit Kaapverdië.  Op de persconferentie zijn tolks aanwezig om hun verhalen te vertalen.

De vissers vertellen dat lokale vissers sinds de jaren negentig steeds meer moeite hebben thuis te komen met een goede visvangst. Issa Moustapha Diop; ‘Ik ben visser sinds 1967. Vroeger konden we vissen dichtbij de kust, we hadden weinig brandstoffen nodig. Tegenwoordig moeten we veel dure brandstof gebruiken om  ver uit de kust te varen en dan nog komen de boten soms leeg terug. Met een pirogue ver uit de kust varen kost dagen en is bovendien gevaarlijk voor de vissers.’

Mooi op papier, maar niet in de werkelijkheid

Als je de rapporten van de EU en de Europese visserijbedrijven moet geloven, zorgen de partnerschapsovereenkomsten voor lokale ontwikkeling en is er sprake van strenge regelgeving met het oog op duurzaamheid. Femke Nagel, campagneleider oceanen van Greenpeace, vindt dat de rapporten mooi klinken, maar geeft aan dat de werkelijkheid anders is. ‘Er gaat op papier inderdaad geld naar ontwikkeling. Maar de lokale vissers zien hier niets van terug. De grote winsten gaan naar de EU. Op deze manier heeft alleen Europa profijt van de liberalisering van de markt.’ Het grootste probleem ligt volgens Nagel in de enorme overcapaciteit van de Europese schepen. ‘Als dit wordt overgelaten aan de markt kunnen alleen de grote partijen winnen’.

‘Surplus’

Het verhaal van de visserijbedrijven is dat zij alleen dat deel van de visbestanden vangen waarvoor de Afrikaanse vissers onvoldoende capaciteit hebben. Femke Nagel, campagne leider Greenpeace; ‘De oorsprong van de verdragen ligt in het idee dat de visbestanden aan de kust van West-Afrika onderbenut waren. Maar deze zogenaamde ‘surplus’ bestaat niet meer. Bovendien, moeten we dan alle ‘surplus’ maar wegvissen, alsof vissen niet in de zee horen?’ Mooie regels die visserijgebieden dichtbij de kust moet afschermen voor lokale vissers  worden niet altijd opgevolgd. Medewerkers van Greenpeace geven aan dat voornamelijk Spaanse bedrijven ook dichtbij de kust vangen. Op deze manier gaat subsidie naar bedrijven die zich niet aan de afspraken houden.

Schuld bij Europese bedrijven?

Tijdens de conferentie lijkt onduidelijkheid te bestaan over wie schuldig is aan de enorme vermindering van visvangst aan de kust. Volgens rapporten over het visserijbeleid zouden niet de Europese schepen, maar de lokale visserij zelf voor enorme ‘visserijdruk’ zorgen. Ook de Senegalese visser Mamadou Diop Thioune geeft aan dat hij getuige is geweest van mismanagement van de Senegalese overheid met betrekking tot de lokale visserij. ‘Maar de Europese schepen maken het nog erger.’, aldus de Senegalees. Sinds dertig jaar gaan de Europese schepen dankzij de handelsovereenkomsten naar West-Afrika. Sinds de jaren negentig zien de vissers hun vangst achteruit gaan. Het is moeilijk om daar geen verband tussen te zien.

Werkgelegenheid

Uit het publiek komt de vraag hoe het zit met de werkgelegenheid waarvoor de bedrijven zeggen te zorgen. Ook dit blijkt tegen te vallen. De Greenpeace directrice vertelde al in haar opening dat het beleid inefficiënt is en nauwelijks voor werkgelegenheid zorgt. De vissers beamen dit. Er werken enkele Afrikanen mee op de grote Europese schepen, maar de meerderheid van het personeel bestaat uit Europeanen. Bij de traditionele visserij zijn vele vissers betrokken, soms gaan er wel 25 vissers mee op een boot en bij het afladen en de verkoop zijn weer velen betrokken. Maar het gaat slecht met de sector, legt de Kaapverdische Celestino Oliveira uit; ‘Doordat de visvangst achteruit gaat, kunnen steeds minder mensen leven van dit beroep. Vissers moeten op zoek gaan naar andere manieren om geld te verdienen. ’  De lokale visserij zou voor meer werkgelegenheid kunnen zorgen voor de lokale bevolking als deze verder zou worden ontwikkeld en niet verstoord werd door Europese visserijbedrijven.  Greenpeace wil daarom dat het Europese visserijbeleid zich meer gaat richten op duurzame lokale visvangst. De lokale visvangst kan dan worden geëxporteerd naar Europa, zodat de lokale gemeenschap hiervan profiteert en niet de Europese bedrijven.

Minder Europese schepen

De vissers zijn door hun grote betrokkenheid als visser en als vertegenwoordiger van lokale visserijvakbonden goed geïnformeerd en hebben een duidelijke mening. Alle drie willen ze dat er minder Europese schepen komen vissen en dat het Europese beleid zich gaat richten op ontwikkeling van de lokale visserij. Daarnaast willen ze een transparanter en democratischer beleid. ‘De onderhandelingen over partnerschapsovereenkomsten vinden nu binnenskamers plaats, terwijl lokale visserijcommissies bestaan die hierover moeten kunnen meepraten’, aldus Mamadou Diop Thioune. De Senegalese visser wil dat West-Afrikaanse landen gezamenlijk zullen toezien op de totale visvangst aan de West-Afrikaanse kust. ‘Het gaat immers om natuurlijke rijkdom van de gehele regio.’

Kansen voor een beter beleid met  Maria Damanaki 

Na de persconferentie wordt nog even nageborreld. Vice Versa spreekt met onder andere Irene Kingma van Ocean2012, een overkoepelende organisatie van NGO’s die strijden voor een duurzaam en eerlijk visserijbeleid. Kingma vindt dat Nederland, vaak haantje de voorste, het land bij uitstek is dat moet gaan staan voor betere handhaving van Europese regelgeving voor visserij. Ze hoopt dat het beleid zal veranderen dankzij de progressieve Maria Damanaki. Zij is sinds 2009 Europees commissaris met de portefeuille maritieme zaken en visserij. In haar land was deze Griekse dame leider van de communistiche partij en actief in de socialistische beweging PASOC. Kingma; ‘Áls het beleid verbeterd kan worden, dan wel met Damanaki’.