
Analyse: Knapen staat nog een moeilijke tijd te wachten
Maar liefst acht moties werden er afgelopen dinsdag ingediend tijdens het Eerste Kamerdebat over ontwikkelingssamenwerking. Deze waren bijna allemaal breed gesteund en hebben dus nogal wat zeggingskracht. Wat gaat er de komende tijd allemaal gebeuren totdat het beleid definitief is? En welke lessen kan de Tweede Kamer trekken uit het Eerste Kamerdebat? Vice Versa blikt hierop vooruit.
Verwarrend was het tijdstip van het Eerste Kamerdebat. In het algemeen heerst de opvatting dat de Eerste Kamer gaat debatteren over een bepaald beleid nadat de Tweede Kamer dit uitgebreid behandeld heeft. Dit is echter alleen het geval wanneer het om een wetsvoorstel gaat. Het debat van afgelopen dinsdag was een begrotingsdebat over het beleid van ontwikkelingssamenwerking, en mag de Eerste Kamer zelf inplannen. Dat dit debat midden in deze roerige periode voor ontwikkelingssamenwerking valt, staat hier los van en is puur toevallig. Dat dit Eerste Kamerdebat zou plaatsvinden, was namelijk al sinds twee jaar bekend. Het werd echter telkens uitgesteld door onder andere de volle agenda van de Eerste Kamer en de val van het Kabinet. Wel heeft de Eerste Kamer het debat politiek actueler gemaakt door de basisbrief en de focusbrief van Knapen in de agenda op te nemen.
Wat gaat er gebeuren voordat Knapen zijn definitieve beleid kan uitvoeren?
Volgende week dinsdag zal er gestemd worden over de moties die in het debat zijn ingediend. Deze wegen even zwaar als de moties in de Tweede Kamer. Het wordt spannend wat de stemmingen zullen opleveren. In principe is de bewindspersoon niet verplicht iets met de goedgekeurde moties te doen, maar de moties zijn ook niet vrijblijvend. Wanneer Knapen de moties van de Eerste Kamer niet uitvoert, kan de Eerste Kamer zich geschoffeerd voelen. Dat kan voor een politiek probleem zorgen, doordat de Eerste Kamer dan andere begrotingen van de regering kan tegenhouden.
Op 18 april is er de hoorzitting in de Tweede Kamer over de koerswijzigingen in het hele ontwikkelingsbeleid, van het WRR rapport tot aan de focusbrief. Zowel academici als mensen uit de praktijk komen hier aan het woord. Deze brede mix zal zorgen voor veel input in de twee Tweede Kamerdebatten die nog volgen. De eerste hiervan is het debat over het WRR rapport, ook wel het visiedebat genoemd. In dit debat wisselen Knapen en de politieke partijen gedachten uit over de visie die in het WRR rapport geschetst wordt. Knapen wordt ervan beticht selectief te ‘shoppen’ uit dit advies van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid.
Twee dagen na de hoorzitting, op 20 april, is de deadline voor het indienen van feitelijke vragen aan de staatssecretaris. Via deze weg kunnen de Tweede Kamerleden schriftelijk om opheldering vragen omtrent onduidelijke passages uit de focusbrief. Deze vragen zijn niet politiek, maar slechts ter verduidelijking. Na het meireces, in de week van 15 mei, zal het slotdebat plaatsvinden. Dit is het laatste debat waarin de Kamerleden nog grote invloed kunnen uitoefenen op het debat. Dit notaoverleg is vergelijkbaar met het debat in december 2010, maar nu zal de focusbrief worden behandeld. Ter plekke kunnen er moties worden ingediend, die waarschijnlijk een week later in stemming worden gebracht. Tenslotte zal de Tweede Kamer steun betuigen aan het nieuwe beleid, waarna Knapen het in uitvoering kan brengen.
Op welke manier heeft het Eerste Kamerdebat invloed op wat komen gaat?
Het Eerste Kamerdebat oefent in eerste instantie dus invloed uit via de ingediende moties. Maar ook wat achter de spreekstoel gezegd werd afgelopen dinsdag heeft gevolgen voor de partijgenoten in de Tweede Kamerfracties. Zo was er enige ophef over het betoog van Kamerlid en burgemeester van Apeldoorn Fred de Graaf (VVD), die zich uitsprak ten gunste van het LOGO South programma en de gewijzigde motie-Thissen (GL) – pleitend voor het betrekken van gemeentelijke expertise bij economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden – ondersteunde. De VVD is een partij die duidelijk tegen besteding is van lokaal bestuursgeld aan ontwikkelingssamenwerking.
Partijgenoot en Tweede Kamerlid Klaas Dijkhoff liet hierover weten: ‘De VVD is niet tegen het inzetten van lokale expertise, slechts tegen het inzetten van lokaal bestuursgeld. Ik voel me daarom niet tegengewerkt door De Graaf, die de motie-Thissen ondertekende.’ Het feit dat De Graaf LOGO South een goed initiatief vindt, ziet Dijkhoff als ‘een nuance’. Het Kamerlid: ‘Er is geen extreem meningsverschil binnen de partij. Tijdens de samenstelling van het verkiezingsprogramma is er ook niet geamendeerd voor een verandering op het punt van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking.’
Ondanks dat er in de Eerste Kamer al het een en ander door De Graaf gezegd is over het beleid van Knapen, voelt Dijkhoff zich niet geremd in de Tweede Kamer. ‘De Tweede Kamer is geen chambre de réflexion en staat los van de wat er in de Eerste Kamer gezegd wordt. Natuurlijk let ik wel op de argumenten die de Eerste Kamerleden aandragen’, aldus de VVD’er.
Ook CDA’er Willems deed uitspraken die de huidige tweedeling in de christelijke partij tekenden. Maar liefst zeven van de acht moties werden door Willems ondertekend, wat als regeringspartij enigszins merkwaardig is. De eerste motie van Eigeman, namelijk het terugdraaien van het ontwikkelingsbudget van 0.7 procent naar 0.8 procent wilde Willems ook nog ondertekenen, maar dat deed hij niet vanwege het regeerakkoord. Collega Ferrier zal zich hier wellicht gesteund voelen wat betreft de sympathie voor ontwikkelingssamenwerking, maar ook zij zit in de lastige situatie met het CDA als regeringspartij.
Voorjaars- en najaarsnota
Nadat alle debatten zijn geweest en Knapen zijn beleid kan uitvoeren, komen er nog twee momenten waarbij zich wijzigingen kunnen voordoen. In de voorjaarsnota (in mei) en de najaarsnota kan de begroting nog worden aangepast, maar dit gaat maar over een paar miljoen euro. Bijvoorbeeld wanneer het LOGO South programma nog aan juridische verplichtingen moet voldoen, zou Knapen hier de VNG nog een paar miljoen kunnen toewijzen.
Nu is het afwachten wat de moties van de Eerste Kamer teweeg zullen brengen. De motie-Kuiper die de extra jaarlijkse korting van vijftig miljoen euro voor MFS ongedaan wil maken bijvoorbeeld, kan wanneer deze wordt goedgekeurd grote gevolgen hebben voor de sector. Maar ook de meerderheid van de oppositie in de Eerste Kamer brengt voor de staatssecretaris extra druk met zich mee. Al met al is de beleidsvorming rondom ontwikkelingssamenwerking een ingewikkelde aangelegenheid geworden. Knapen staat nog een moeilijke tijd te wachten.
Met dank aan Paul van den Berg.
Lees ook eerdere berichtgeving over het Eerste Kamerdebat:
Eerste Kamerdebat (1e termijn): brede steun voor LOGO South
Begroting ontwikkelingssamenwerking aangenomen door Eerste Kamer
Zwaargewichten verschuiven het paradigma