
Partos-directeur ziet fusiemogelijkheden
Drie van de vier organisaties in de MFS-alliantie Together For Change zitten momenteel zonder algemeen directeur. Dit biedt unieke kansen voor nog verdergaande samenwerking en misschien wel een fusie, betoogt Alexander Kohnstamm van brancheorganisatie Partos.
Eerder citeerde ik op deze site al eens Klaas Dijkhoff (Tweede Kamer VVD), die stelde dat je je moet afvragen in hoeverre de veelheid aan organisaties bijdraagt aan de effectiviteit van de Nederlandse ontwikkelingsinspanningen. ‘Uiteindelijk gaat het erom dat wij voor elke euro zo veel mogelijk bereiken en niet om welk logo er op het petje stond van degene die eraan bijdroeg.’
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want tegelijkertijd klinkt uit Den Haag steeds sterker de oproep om nog minder afhankelijk te worden van subsidies en nog meer geld onder particuliere donateurs te werven. Dat vergroot de onderlinge concurrentie en daarmee juist de behoefte aan méér onderscheid. Bovendien weerspiegelt de diversiteit in de sector ook de diversiteit onder de Nederlandse bevolking, zoals die ook terugkomt in het onderwijs, de omroep, de kerken en de politiek. En tenslotte zijn eigenzinnigheid en volharding ook wel sleutelsuccesfactoren in internationale samenwerking, die zich immers veelal afspeelt in zeer moeilijke en weerbarstige situaties.
Onverantwoord
Toch vind ik dat iedere maatschappelijke ontwikkelingsorganisatie zich periodiek moet afvragen of de organisatievorm die zij ooit heeft gekozen, nog steeds de beste is om haar doelen te verwezenlijken. Sterker: deze vraag bewust of onbewust negeren is volstrekt onverantwoord. Zeker gezien de toegenomen druk op draagvlak en beschikbare middelen zal in mijn ogen consolidatie in de komende jaren een essentiële rol spelen in het slagkrachtig houden van de sector, zowel aan kostenzijde als aan de kant van de fondsenwerving. En uiteindelijk is effectiviteit op de lange termijn het enige dat telt.
Consolidatie hoeft natuurlijk niet te betekenen dat organisaties volledig samengaan, al juich ik de vorming van Rutgers WPF en de vooralsnog naamloze fusie van persvrijheidorganisaties van harte toe. De directies en de raden van toezicht van de daarbij betrokken organisaties hebben overwogen of zij de uitdagingen van de toekomst nog steeds het beste zelfstandig konden aangaan, en zijn tot de conclusie gekomen dat dat niet het geval was.
Permanente drijfveer
Als je zo’n overweging maakt, staat de uitkomst uiteraard niet tevoren vast. Zo kun je wel degelijk tot de conclusie komen dat volledige zelfstandigheid de beste keuze blijft. Of je kunt ervoor kiezen om ‘aan de achterkant’ structureel samen te werken met collega-organisaties, denk aan een gezamenlijke salarisadministratie of het delen van een kantoorpand. Belangrijkste is dat je die existentiële overweging op gezette tijden maakt vanuit de permanente drijfveer om je doelen zo efficiënt en effectief mogelijk te verwezenlijken.
Met de per-saldo verplichting om MFS2-subsidies in alliantieverband aan te vragen, heeft minister Koenders destijds ongetwijfeld ook directies en raden van toezicht aan het denken willen zetten. Verregaande vormen van samenwerking worden door de alliantievorming idealiter gestimuleerd en ik denk ook wel dat dat het geval zal zijn in de komende subsidieperiode. Tegelijkertijd heeft Koenders natuurlijk ook ‘eilanden’ gecreëerd. Immers, gedurende MFS2 liggen fusies of andere vormen van structurele samenwerking tussen complementaire organisaties uit verschillende allianties, juist minder voor de hand dan ooit tevoren!
Unieke kans
Opvallend is daarom dat binnen de alliantie Together for Change nu tegelijkertijd drie van de vier alliantiepartners op zoek zijn naar een nieuwe algemeen directeur. Een unieke kans voor de toezichthouders van deze stuk voor stuk prachtige organisaties om serieus te overwegen in welke vorm de samenwerking tussen de partners, ook met het oog op de periode na MFS2, het beste haar beslag kan krijgen.
Nogmaals, dit betekent niet dat ik vind dat deze drie organisaties (of twee ervan) per direct zouden moeten fuseren. Er zijn allerlei andere soorten structurele samenwerking gericht op efficiëntie en effectiviteit. Bovendien kan ik niet beoordelen of deze specifieke organisaties onderling, vanuit complementariteit of juist vanuit overlap, een goede match zouden zijn. Maar wat ik wel van mening ben is dat die existentiële vraag gesteld moet worden. Dat geldt voor raden van toezicht die zoeken naar een nieuwe directeur, maar ook voor directeuren die dag in dag uit met passie en overtuiging werken aan een duurzame en rechtvaardige wereld en daarin zo effectief mogelijk willen blijven.