Opinie: Schaf de DG-norm af!

Directeuren van ontwikkelingsorganisaties mogen niet meer verdienen dan de zogeheten DG-norm.  Stefan Verwer, directeur van lokaalmondiaal, vindt dat het tijd wordt om deze norm ter discussie te stellen. Beter is het om aan te haken bij de Code Wijffels.

Met de vrijdagmiddagborrel van Vice Versa hoofdredacteur Marc Broere (18 maart) werd een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de discussie over de salariëring van de directies van ontwikkelingsorganisaties. Het is een vervelende en soms wat vermoeiende discussie, omdat je als ontwikkelingssector je eigenlijk vooral wilt bezighouden met actuele thema’s die het leven van miljoenen mensen in de wereld direct raken.

Aan de andere kant is het ook de opdracht aan een journalist om juist ook over onderwerpen als de DG-norm te schrijven. Niet omdat deze net zo belangrijk is als de situatie in Ivoorkust (dreigende burgeroorlog) of Libië, maar omdat de Nederlandse nieuwsconsument het salaris van hulporganisatie directeuren kennelijk belangrijk vindt. Dat is tenminste af te leiden uit de verontwaardiging die op vele plekken te horen is als het gaat om dit soort onderwerpen. Een scherpe lezer zal vast opmerken, dat als de journalist er niet over schrijft, de nieuwsconsumenten niet verontwaardigd zal zijn. Wel heeft een journalistiek medium de taak om het nieuws te duiden.

In het geval van de discussie over de directiesalarissen zou dat naar mijn mening op twee manieren moeten gebeuren. Allereerst, door de salarissen in perspectief te zetten. Zo zouden de salarissen moeten worden vergeleken met andere soortgelijke sectoren: bijvoorbeeld de salarissen van de directies van andere bedrijfstakken die afhankelijk zijn van hun financiering van de Nederlandse overheid. Te denken valt aan uitkeringsinstellingen en zorginstellingen.

Wellicht nog belangrijker is om de gestelde norm eens kritisch te bekijken: waar komt de DG-norm nou precies vandaan en wat beoogt de norm nou precies? En juist daar zit een groot probleem, want de DG-norm is ontransparant en lijkt selectief gekozen.

DG-norm dekt de secundaire arbeidsvoorwaarden niet

Het leek zo’n heldere richtlijn: directies van door de Nederlandse overheid gefinancierde hulporganisaties zouden niet meer mogen verdienen dan het salaris van de hoogste ambtenaar binnen het directoraat-generaal Internationale Samenwerking (IS). Dus als een ontwikkelingsorganisatie vanaf 2011 nog overheidsfinanciering zou willen ontvangen, dan moesten zij hun directiesalarissen in lijn brengen met de door de overheid gestelde norm.

Ook al ging dit niet zonder slag of stoot; ontwikkelingsorganisaties legden zich schoorvoetend neer bij de gestelde overheidsnorm. Ruimte voor discussie leek er niet te zijn, wat opvallend is, omdat er wel degelijk grote vraagtekens te zetten zijn bij de DG-norm. Zo dekt deze de secundaire arbeidsvoorwaarden van de directies van ontwikkelingsorganisaties niet. Zo zou het kunnen dat het brutosalaris van een directeur wel in lijn is met de DG-norm, maar kan de betreffende directeur met een gunstige pensioensregeling en een royale reiskostenvergoeding alsnog veel meer ‘verdienen’.

Dit lijkt het geval te zijn bij ICCO: ICCO stelt in een reactie op de vrijdagmiddagborrel van Marc Broere dat haar directeur (Marinus Veweij) een minder royaal arbeidsvoorwaardenpakket heeft dan zijn voorganger Jack van Ham. De organisatie stelt dat zij met Verweij zelfs ruim 6.000 euro ‘goedkoper’ uitzijn dan met Van Ham.

Een nog fundamenteler punt is dat de DG-norm geen onderscheid maakt in zwaarte van de functie. Zo zou een directeur van een kleine organisatie evenveel kunnen verdienen als een directeur van een grote organisatie.

De code Wijffels

Een norm op de directiesalarissen van ontwikkelingsorganisaties, die financiering krijgen vanuit de Nederlandse overheid, lijkt terecht (zeker gezien de bezuinigingen en de maatschappelijke discussie over ontwikkelingsorganisaties), maar het is eerlijk gezegd onbegrijpelijk dat de overheid zelfstandig een norm bedenkt, terwijl er sinds 2005 al een code bestaat, waarin de hoogte van de directiesalarissen van goede doelenorganisaties wordt bepaald en – nog belangrijker- helder wordt onderbouwd.

In de code Wijffels wordt namelijk helder uiteengezet wat een directie zou mogen verdienen. Aan de hand van objectieve criteria (eigen fondswerving, aantal medewerkers et cetera) wordt via een puntensysteem bepaald wat de zwaarte van een functie is en wat een directeur van een ontwikkelingsorganisatie zou mogen verdienen.

Natuurlijk valt er te discussiëren over het gestelde maximum salaris, maar waarom hanteert het ministerie van Buitenlandse Zaken niet de systematiek van de code Wijffels? Het zou een meer transparant beeld opleveren van hetgeen een door de overheid gefinancierde ontwikkelingsorganisatie maximaal zou mogen verdienen en we zouden in één klap van de discussie af zijn. Het zou een maatregel zijn die de geloofwaardigheid van dit (rechtse) liberale kabinet zou vergroten: immers is het geen goed liberaal principe dat de overheid alleen ingrijpt waar de markt faalt? In het geval van de directiesalarissen heeft de markt (de goede doelen sector) het uitstekend geregeld: overheidsingrijpen lijkt hier niet of maar beperkt noodzakelijk.

Tineke Ceelen

Tot slot nog even dit: vorige week sprak ik Tineke Ceelen, directeur van de Stichting Vluchteling: zij maakte zich ongelofelijk druk over het feit dat er zoveel aandacht uitgaat naar de situatie van vluchtelingen in Noord-Afrika, terwijl andere vluchtelingenproblemen totaal vergeten worden. Zij was net met fotograaf Chris de Bode terug van een korte trip naar de Tunesische grens met Libië. Ondanks dat de situatie vroeg om direct ingrijpen van noodhulporganisaties, die de stroom vluchtelingen op moeten vangen, vond zij de situatie niet zo aangrijpend als in andere crisisgebieden, Geïrriteerd concludeerde zij dat de situatie, hoe heftig voor de betrokkenen ook is, niet in verhouding staat tot andere brandhaarden in de wereld, zoals Ivoorkust, waarvoor internationale aandacht (in elk geval in Nederland) geheel ontbreekt. Hopelijk kunnen we het volgende week weer over belangrijkere zaken hebben.

Voor lokaalmondiaal, het CIDIN en LUX reden om aandacht te besteden aan Ivoorkust: 12 april in LUX Nijmegen (datum onder voorbehoud).

Auteur
Stefan Verwer

Datum:
30 maart 2011