Vrijdagmiddagborrel: En toen kregen de bezuinigingen een gezicht

Iedere vrijdagmiddag schrijft hoofdredacteur Marc Broere over zaken binnen de ontwikkelingssector die hem opvallen. De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking kregen voor hem een gezicht toen hij afgelopen week in Den Haag met twee Salvadoraanse partners van Cordaid die hij goed kent sprak. Ze hadden net een slecht nieuws gesprek gehad en gehoord dat hun financiering vanuit Nederland zou stoppen. En dat baart zorgen.

Afgelopen week hebben de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking voor mij een gezicht gekregen. Voor de conferentie Urban Matters, georganiseerd door Cordaid in samenwerking met onder andere de gemeenten Den Haag en Amsterdam, waren padre Antonio Lopez-Tercero, voormalig jeugdrechter Aida Escobar en enkele leden van de ngo Homies Unidos enkele dagen te gast in Nederland. Mijn collega Thomas Hurkxkens had speciaal voor de conferentie een film gemaakt over herstelrecht in El Salvador en Nederland en wat beide landen op dit terrein van elkaar kunnen leren.

De afgelopen jaren ben ik vier keer in El Salvador geweest en we hebben met lokaalmondiaal (uitgever van oa Vice Versa) geprobeerd om het land weer in de journalistieke schijnwerpers te zetten. In de jaren tachtig werd er in Nederland in kranten en actualiteitenrubrieken veel aandacht geschonken aan dit kleine Midden-Amerikaanse land waar een bloedige burgeroorlog woedde tussen een elite van grootgrondbezitters en het leger, tegenover de burgerbevolking en de guerrilla’s van het FMLN die in opstand waren gekomen tegen de onderdrukking en de armoede. De Salvadoraanse machthebbers kregen militaire steun van de Amerikaanse president Ronald Reagan voor wie El Salvador met  alle middelen beschermd moest worden tegen het ‘oprukkende communisme.’

De Nederlandse journalisten Koos Koster, Jan Kuiper, Hans ter Laag en Joop Willemsen moesten hun berichtgeving over het onrecht in het land op 17 maart 1982 met de dood bekopen toen ze in een hinderlaag van het leger werden gelokt.

Voorpaginanieuws

De moord op de Nederlandse journalisten was voorpaginanieuws in de hele wereld. Het is nu moeilijk meer voor te stellen, maar in de jaren tachtig waren er vele duizenden Nederlanders via plaatselijke El Salvador Komitees betrokken bij het land. Ook de Nederlandse regering bleef niet achter: na de moord op de vier Nederlandse journalisten stelde de Nederlandse minister voor Ontwikkelingssamenwerking 15 miljoen gulden ter beschikking voor het FMLN, te besteden via de medefinancieringsorganisaties. Dit laatste is al helemaal niet meer voor te stellen wanneer je de huidige discussie bekijkt die minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken heeft opgeworpen over activiteiten van ontwikkelingsorganisaties die mogelijk strijdig zijn met het Nederlandse regeringsbeleid.

In die periode was er duidelijk nog sprake van dualisme. Officieel was Nederland een bondgenoot van de Verenigde Staten (ons officiële regeringsbeleid), maar tegelijkertijd gaf diezelfde Nederlandse overheid 15 miljoen gulden subsidie aan ontwikkelingsactiviteiten van een gewapende verzetsbeweging die op haar beurt weer door het bewind van El Salvador met militaire steun vanuit onze bondgenoot de VS werd bestreden.

Broze democratieën

Na de val van de Berlijnse muur in 1989 werden de meeste dictaturen in Latijns-Amerika geleidelijk aan vervangen door broze democratieën. Zo ook El Salvador. In 1992 werd een vredesakkoord getekend tussen de strijdende partijen en het FMLN omgevormd tot politieke partij. Tot een veroordeling van de schuldigen kwam het nooit, omdat de Salvadoraanse overheid een amnestiewet afkondigde. Daarna verdween El Salvador vrijwel voorgoed  uit het nieuws. Maar het onrecht verdween niet. El Salvador werd tot 2009 geregeerd door de ultrarechtse ARENA-partij en de ongelijkheid tussen arm en rijk nam alleen maar verder toe.   Steeds meer arme Salvadoranen emigreerden veelal illegaal naar de Verenigde Staten omdat de situatie in hun land uitzichtloos was. Van de zes miljoen Salvadoranen wonen er inmiddels drie miljoen in het ‘beloofde land.’ Vele duizenden families in El Salvador kunnen alleen nog overleven dankzij geldzendingen van familieleden uit de VS.

Door de emigratie is de sociale structuur van de samenleving verdwenen. Tieners wonen alleen omdat hun ouders zijn geëmigreerd en zijn een makkelijke prooi voor de jeugdbendes. Grote delen van San Salvador zijn het terrein geworden van bloedige bendeoorlogen tussen de zogeheten mara’s die de gangcultuur uit de VS hebben gekopieerd. Volgens de Verenigde Naties is er in het land sprake van een geweldepidemie met tussen de 300 en 400 moorden per maand. De overheid haalde steeds zwaardere middelen uit de kast om het geweld te onderdrukken. De gevangenissen van El Salvador puilen tegenwoordig niet meer uit met politieke gevangenen, maar met bendeleden die zeer zware straffen krijgen opgelegd.

Werk om trots op te zijn

Met padre Antonio en rechter Aida Escobar zijn collega Thomas en ik de afgelopen jaren veel opgetrokken. Antonio is directeur van een centrum dat jongeren door beroepsonderwijs een alternatief voor de mara’s probeert te bieden. Hij is een veelbesproken man in het land omdat hij een ander geluid over de jeugdbendes laat horen. Antonio ziet hen in eerste instantie niet als criminelen maar als slachtoffers van armoede. Hij heeft het vertrouwen van de gangs gewonnen en probeert een dialoog op gang te brengen met de regering omdat hij vindt dat de mara’s niet alleen een probleem zijn, maar ook een belangrijk deel van de oplossing moeten zijn.

Aida probeert op haar beurt als jeugdrechter ook naar de achtergronden van de jonge bendeleden te kijken. Ze bemoeide zich op de televisie en in kranten actief met het debat of je jonge criminelen voor jaren de gevangenis in moet sturen of dat ze wellicht een tweede kans verdienen en je ze hierin moet begeleiden. Zo heb ik het werk van Cordaid en ook ICCO in El Salvador de afgelopen jaren goed leren kennen. Er wordt geprobeerd om te voorkomen dat jongeren in de gangs terechtkomen en er wordt aan rehabilitatie gewerkt van jongeren die de bendes willen verlaten. Het is werk om trots op te zijn.

Toegang tot samenleving gekregen

Ook hebben we via Aida en Antonio toegang tot delen van de Salvadoraanse samenleving gekregen die we als journalisten anders nooit zouden hebben gekregen. Aida regelde bezoekjes aan overvolle jeugdgevangenissen voor ons, terwijl Antonio ons meerdere malen mee de arme wijken in heeft genomen die gedomineerd worden door de bendes. Hij bracht ons in contact met een groep mara’s. Ze toonden ons hun tatoeages en vertelden over de bendeoorlogen en hoe ze zich uitgesloten voelden door het systeem. ‘Een bendelid heeft uiteindelijk maar twee keuzes’, zei één van de mara’s. ‘Of je wordt vermoord of je gaat naar de gevangenis.’ Antonio knikte: ‘Voor de overheid werkt alleen de stok, de harde wetgeving en de gevangenis. Maar het probleem van de bendes is een antwoord op de sociale uitsluiting van mensen. Als je dat niet ziet, zul je nooit begrijpen wat er in dit land aan de hand is.’

Inmiddels kent El Salvador sinds 2009 voor het eerst in haar geschiedenis een linkse president, Mauricio Funes. Er zijn dingen die nu verbeteren, zoals huizenbouw voor de armen.  Daar is een oud-partner van Cordaid verantwoordelijk voor. Edin Martinez ruilde zijn directeurschap van de ngo Fundasal in voor een post in de regering als staatssecretaris van Volkshuisvesting. Hij is begonnen met sociale woningbouw, iets wat onder de ARENA-regering ondenkbaar was. Wat echter maar niet wil verbeteren is de veiligheidssituatie in het land. De laatste keer dat Thomas en ik in El Salvador waren, in september 2009, werd het leger zelfs op straat ingezet om te patrouilleren en om de orde te houden. Hiermee ging Funes zelfs nog een stapje verder dan zijn ARENA-voorgangers.

Los amigos periodistas

In het centrum van Den Haag gingen we met elkaar eten. Padre Antonio, Aida Escobar, twee familieleden van Aida, Rosa Vargas van Cordaid en Thomas en ik. Ook met Rosa, namens Cordaid een van de verantwoordelijken voor Urban Matters, hebben we de afgelopen jaren een bijzondere band opgebouwd.  Ze is echt een agent of change en altijd bezig om mensen met elkaar in verbinding te brengen. Als ze op werkbezoek in El Salvador is, gaat ze niet alleen routinematig haar partnerorganisaties af om te kijken of de logframes wel goed zijn ingevuld, maar koppelt ze ook daadwerkelijk mensen en kijkt ze waar samenwerkingsmogelijkheden liggen.

We hebben een gezellige avond en worden door Antonio en Aida ‘los amigos periodistas’ genoemd. Toch is de sfeer op sommige momenten ook ernstig en serieus. Antonio en Aida hebben een zwaar jaar achter de rug, misschien nog wel zwaarder dan onder ARENA, omdat je nu teleurgesteld wordt door een regering die ‘cambio’ -verandering- had beloofd, maar eigenlijk hetzelfde veiligheidsbeleid voortzet. Aida is gestopt met haar werk als jeugdrechter en heeft een hele belangrijke functie gekregen, namelijk voorzitter van de Nationale Veiligheidsraad van El Salvador. Ze wordt voortdurend bewaakt door vier bodyguards en is de enige vrouw in het land die op het hoogste niveau meepraat over de veiligheidssituatie. Het is haar taak om president Funes direct te adviseren over veiligheidszaken, maar ze vertelt dat de druk vanuit de oppositie, de media en de publieke opinie toeneemt om de bendes nog harder aan te pakken.

Hartkloppingen

Pater Antonio had een dialoog op gang gebracht tussen de bendes en de regering en vormde daarin een belangrijke schakel tussen beide partijen. Maar hij kwam in opspraak toen hij namens de verschillende bendes een verklaring aflegde waarin ze een staking van geweld voorstelden, mits de regering onder andere de leefomstandigheden in de gevangenissen zou verbeteren. Die oproep viel verkeerd bij de dominante rechtse media in het land die verontwaardigd schreven dat er met criminelen niet onderhandeld mag worden. Antonio was zijn leven de afgelopen maanden niet meer zeker en werd bedreigd. De jonge Spaanse pater, die al meer dan tien jaar in het land werkt, vertelt dat hij de laatste maanden last van stress en van hartkloppingen heeft. We maken ons serieus zorgen over zijn veiligheid, maar toch gaat hij volgende week weer gewoon terug naar El Salvador. In tegenstelling tot Aida wordt hij niet beschermd door bodyguards.

Antonio en Aida zijn mensen voor wie ik enorm veel respect heb en mensen als zij zijn ook het beste antwoord op de kritiek op ontwikkelingssamenwerking. Ik heb al vaker geschreven dat ontwikkelingsorganisaties zich niet lijken te beseffen hoeveel goud zij in handen hebben, namelijk de mensen van hun partnerorganisaties. Hún verhalen zijn het beste antwoord op de kritiek en hún dagelijkse strijd tegen armoede en onrecht roept zoveel empathie en waardering op.

Bedrukte stemming

Toen ik die avond bij Cordaid kwam om Rosa en de anderen op te pikken, voelde ik op de gang ook al een bedrukte stemming. Antionio stond te praten met Luis Romero en de anderen van Homies Unidos, een ngo die bestaat uit ex-bendeleden. Homies Unidos is een ngo die vrijwel alleen door Cordaid wordt ondersteund, omdat andere ontwikkelingsorganisaties zich niet wagen aan een ngo die bestaat uit voormalige bendeleden. Ze doen enorm goed werk en zonder hun inspanningen zouden er nog veel meer moorden plaatsvinden. Ik begrijp al snel dat zowel Antonio als Luis slecht nieuws te horen hebben gekregen. Want ook Cordaid moet 35 procent gaan bezuinigen en de financiële steun aan het vormingcentrum van padre Antonio en aan de Homies gaat worden afgebouwd. De samenwerking met Cordaid zal niet verdwijnen, maar er moeten andere vormen voor worden gevonden.

Tijdens het eten merk ik dat het er bij Antonio op lijkt dat het wegvallen van de financiële steun bij hem een stuk zwaarder valt dan zijn eigen veiligheid. Hij heeft een snelle berekening gemaakt en is tot de conclusie gekomen dat in ieder geval een opvanghuis voor jongeren die net uit de bende zijn, en die beschermd moeten worden, moet worden gesloten. Het kan de vriendschap met Rosa en Cordaid niet schaden. Antonio en Aida snappen het wel, maar willen van ons weten wat er toch aan de hand is met Nederland en waarom er zoveel politieke steun is voor het afschaffen van internationale solidariteit. Ze zeggen Nederland, het land waarmee ze al jaren via Cordaid zo’n bijzondere band hebben, steeds minder terug te kennen. Thomas en ik voelen ons ongemakkelijk.

Win-win situatie

Ik bedenk me dat het Urban Matters programma van Cordaid een van mijn absolute favorieten is als het gaat om projecten van Nederlandse ontwikkelingsorganisaties. Want naast financiele steun aan ontwikkelingsprojecten brengt het een innovatieve manier van ontwikkelingssamenwerking in de praktijk door professionals en ex-jeugddelinquenten uit  Midden Amerika en uit Nederland met elkaar van gedachten te laten wisselen over de beste aanpak in de context van de wijk. Het is altijd een win-win situatie van leren van elkaar en anders dan een gewone donor-ontvanger relatie geweest. Dat heeft het programma voor mij als journalist ook altijd extra interessant gemaakt. Maar toch is er eveneens dat kleine beetje geld nodig om de boel overeind te houden, en dat deel valt nu weg.

We omhelzen elkaar als we afscheid nemen. Antonio wil ons bij een volgend bezoek aan El Salvador graag weer meenemen naar de sloppenwijken en ons helpen het echte verhaal over El Salvador te maken. En Aida zegt dat ze wel een interview met president Funes voor ons kan regelen. Op onze beurt beloven wij de situatie in El Salvador op de kaart van de Nederlandse media te blijven zetten. En we doen een klemmend beroep op Antonio om alsjeblieft op zijn eigen veiligheid te letten, omdat we echt bang zijn dat hem iets overkomt.

Triest gevoel

In de trein terug naar huis realiseer ik me dat de bezuinigingen op de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking vanavond voor mij echt een gezicht hebben gekregen. In deze maanden zullen er tientallen, zo niet honderden programma’s noodgedwongen worden opgezegd door Nederlandse ontwikkelingsorganisaties. En ieder ontwikkelingsland heeft zijn eigen padre Antonio of Aida Escobar. Vele lokale helden die vechten tegen onrecht en ongelijkheid, en die door de steun van Nederlandse organisaties net dat zetje kregen dat ze nodig hadden om positieve ontwikkelingen in gang te zetten, zullen een bittere pil moeten slikken.

Ik krijg een triest gevoel en om mijn gedachten te verdrijven haal ik de krant uit mijn tas. Het maakt mijn stemming er niet beter op. Ik lees over Geert Wilders die in de Tweede Kamer heeft staan briesen tegen de Afghanistan missie omdat het volgens hem beter is om de de straten van Gouda te beschermen tegen Marokkaanse jongeren dan de straten van Afghanistan veiliger te maken. En denkend aan Antonio en Aida vraag ik we wederom af wat er toch in vredesnaam met ons Nederland aan de hand is.

Auteur
Marc Broere

Datum:
04 februari 2011
Categorieën: