Bedrijven moeten betalen voor diensten van NGO’s

‘Hou je rollen zuiver’, zo luidt het advies van Frank van der Linde -directeur Fairfood International- aan de betrokken partijen die vorige week tijdens de zogenaamde ‘Ronde Tafel Bijeenkomst’ samenkwamen in Amsterdam. De top van het Nederlandse bedrijfsleven, NGO’s en het ministerie van Buitenlandse Zaken willen zich met publiekprivate partnerschappen in eerste instantie richten op voedselzekerheid. Vice Versa sprak met ‘voedselindustrie expert’ Frank van der Linde en vroeg hem naar zijn reactie.

De multinationals Shell, Unilever, Philips, DSM, Heineken en Accenture willen samenwerken met de ontwikkelingsorganisaties Oxfam Novib, Hivos, Cordaid, ICCO, Plan Nederland en Partos om positieve maatschappelijke en economische effecten in ontwikkelingslanden te gaan realiseren. Hierbij is gekozen om zich voorlopig te richten op één thema; voedselzekerheid. Een onderwerp waar Fairfood in thuis is. Fairfood is een internationale advocacy en campagne organisatie die duurzaamheid in de voedingsmiddelenindustrie stimuleert om bij te dragen aan de strijd tegen armoede en honger in de wereld.

Grootschalige publiekprivaat partnerschappen die voedselzekerheid onder handen willen nemen, wat denkt u?

‘Mijn eerste reactie is dat het een goed initiatief is. Het zijn goede ontwikkelingen en intenties. Je moet natuurlijk wel kritisch blijven want goede intenties alleen, daar kopen we niks voor. Wel is het een begin. Van bedrijven wordt in toenemende mate corporate social responsibility verwacht. Wanneer bedrijven maatschappelijk betrokken ondernemen in samenwerking met NGO’s kan dit positief uitpakken. Dit moeten NGO’s dan ook met beide handen aangrijpen. Denk bijvoorbeeld aan TNT die logistieke kennis deelt met het World Food Programme van de UN.

Echter, wanneer NGO’s te veel uit handen nemen van bedrijven, kunnen deze hun maatschappelijke verantwoordelijkheden ontlopen. Dit is de keerzijde van de samenwerking. NGO’s moeten niet te ver gaan in het oplossen van problemen voor bedrijven. Een verantwoord en duurzaam productieproces zou bij de eigen kostprijs van bedrijven opgenomen moeten worden, en niet bekostigd moeten worden uit belastinggeld via NGO’s. Gebeurt dit wel, dan zouden NGO’s dit best in rekening mogen brengen bij de bedrijven. Dit zou een veel gezondere verhouding zijn’.

Bent u bang dat rolverdelingen tussen de NGO’s en de bedrijven onduidelijk worden?

‘Hier maak ik me wel zorgen om ja. Soms zitten NGO’s te veel op de stoel bij het bedrijfsleven. NGO’s mogen soms wel een wat kritischere rol innemen. Fairfood laat zich bewust niet in met implementatieprogramma’s. Wij denken wel dat bedrijven de sleutel tot de oplossing hebben en benaderen hen in die zin positief. Wanneer bedrijven aangeven niet te weten hoe ze duurzaam kunnen opereren dan geven wij ze de juiste handvaten aan tot duurzame productiemethoden. Wij functioneren als een bemiddelaar tussen de voedingsmiddelenindustrie en keurmerken of duurzame initiatieven. De bedrijven waarmee wij in gesprek zijn zien we wel als partner waarmee we streven naar het aanpakken van voedsel- en armoedeproblematiek, maar we gaan geen officiële partnerschappen aan’.

U ben de expert, vertel ons eens hoe de multinationals op dit moment opereren als het gaat om het aanpakken -of in standhouden- van armoede en honger in de wereld?

‘Dat niet alle bedrijven even maatschappelijk verantwoord ondernemen is bekend. Belastingontduiking en oneerlijke handel komt bijvoorbeeld nog maar al te vaak voor. Fairfood is in gesprek met 2.000 bedrijven in 80 landen en wij weten uit ervaring dat het merendeel van de bedrijven nog nauwelijks duurzaam bezig is. Echter merken wij dat maatschappelijk verantwoorde bedrijven steeds meer opkomen. Opmerkelijk is dat bedrijven als geen ander te maken hebben met scherpe targets, maar als het op duurzaamheid aankomt blijken targets vaak moeilijk te formuleren’.

‘Van de desbetreffende multinationals weet ik van Unilever –waar Fairfood in gesprek mee is- dat zij een holistische benadering nastreven en ambitieuze programma’s hebben opgezet. Shell wil ook bezig zijn met duurzaam ondernemen maar als je de verhalen over Shell in Nigeria hoort doet het toch je wenkbrauwen fronsen. Het belangrijkste bij bedrijven is dat zij transparant zijn, de NGO’s kunnen vervolgens de bedrijven blijven monitoren’.

Multinationals stellen ruime kennis en ervaring op het gebied van voedselzekerheid te hebben. Zullen zij in staat zijn honger- en armoedeproblemen aan te pakken?

‘Er is een voedselprobleem. Het voedselsysteem ligt zwaar onder druk, dit zagen we recent nog in Egypte en Tunesië waar het zelfs gedeeltelijk leidde tot de volksopstanden. We staan aan de vooravond van een grote uitdaging om 9 miljard monden te voeden. Het internationale bedrijfsleven, en dan heb ik het over grote maar ook middelgrote bedrijven, zeg de top 1000, moet heel serieus met dit onderwerp aan de slag gaan. Het initiatief  zal vanuit de voedselindustrie moeten komen aangezien nationale overheden steeds meer aan macht hebben moeten inboeten. We leven in een sterk van elkaar afhankelijke wereld en daarom richt Fairfood zich ook op internationale processen. Als de wil er is moet het wereldvoedselprobleem aangepakt kunnen worden, er is nu echter nog niet genoeg initiatief. Het is een holistisch probleem’.

‘Er is ook vaak sprake van een gefragmenteerde aanpak. Neem bijvoorbeeld Ahold die een plan voor 2015 opgesteld heeft. Het is een ambitieus plan maar richt zich alleen op Nederland. Fairfood pleit voor een meer holistische aanpak vanuit bedrijven en NGO’s. Het is de vraag of de publiekprivate partnerschappen het vervlochten geheel van de realiteit ook voldoende in acht zullen nemen. Het zal blijken’.

Tot slot nog een gouden tip?

‘Hou je rollen zuiver! Ga je activiteiten niet te veel met elkaar vervlechten. En als NGO’s verantwoordelijkheden van bedrijven op zich nemen mogen ze dit best in rekening brengen. Het belangrijkste is dat NGO’s altijd kritisch blijven’.