Weblog: Valkuil in conflictgebieden

Afgelopen vrijdag vond er een zelfmoordaanslag plaats in een supermarkt in Kabul waar veel expats komen. Lotte van Elp kende de supermarkt goed en deed er een week eerder zelf nog boodschappen. Het doet je beseffen hoe belangrijk de veiligheidstraining is en dat aspecten van veiligheid een ontwikkelingswerker in conflictgebieden nooit mogen irriteren.

Tijdens mijn veiligheidstraining in Nederland hoorde ik voor het eerst over het fenomeen. De grote valkuil voor ontwikkelingswerkers in conflictgebieden. De eerste stappen in gevaarlijk gebied zijn spannend. Het eerste dozijn geladen kalashnikovs voor je ogen is een gekke gewaarwording. Misschien slaap je de eerste nacht zelfs slecht. Je ligt wakker van nieuwe geluiden. Het kleinste plofje klinkt angstaanjagend.

Maar na een paar dagen vervaagt dat gevoel. De zon schijnt. De vele wapens worden vast onderdeel van het straatbeeld. Razende helikopters die de ramen van je kamer doen trillen merk je niet meer op. Het opgelegde veiligheidsbeleid irriteert. En de avondklok van negen uur ’s avonds lijkt onzinnig. Je wilt erop uit. Weg van de gebaande paden.

Vorige week deed ik mijn boodschappen in de Finest Supermarket in Kabul. Een supermarkt waar je zo’n beetje alles kunt krijgen. Hierom enorm geliefd bij de vele buitenlanders in de stad. Ik heb nog een tijdje staan treuzelen bij het pad met koekjes. Ik glimlachte bij het pak Bastogne-koeken. Misschien kon ik zelfs nog ergens een Unox-rookworst vinden. Ik rekende mijn kauwgom en frisdrank af. En zei Ghoda Afez, tot ziens, tegen de zwaar bewapende mannen bij de uitgang. Terug in de auto sms-te ik een bevriende VN-er over een feestje die avond. ‘Ik kan niet komen’, schreef ik, ‘because of the crazy curfew’.

Vanmiddag dronk ik thee bij een Afghaanse collega thuis. Vrijdag is weekend in Afghanistan, dus we hadden alle tijd. Ontspannen keken we het BBC-nieuws over de rellen in Egypte. Toen ging mijn telefoon. ‘Waar ben je?’, zegt de stem aan de andere kant, ‘ik hoor net dat de Finest Supermarket is ontploft’. Mijn collega ziet de schrik in mijn ogen. ‘Maak je niet ongerust, wees niet bang, dit is nu eenmaal Afghanistan’. Maar ik ben wel bang. Ik brand mijn tong aan de nog te hete thee en haast me naar het guesthouse, een veilige plek.

Daar staat Al Jazeera aan. De beelden van de verwoeste supermarkt maken diepe indruk op me. Doden en gewonden worden uit het gebouw getild. Ik herken het schap waar ik mijn kauwgom een week geleden uitzocht. Een uur geleden liep daar een man naar binnen. Hij schoot eerst zijn kalashnikov leeg. Daarna blies hij zichzelf op. De aanslag is gelijk opgeëist door de Taliban. Doel was zoveel mogelijk expats te raken. Dat is gelukt. Volgens de laatste berichten kwamen zeker acht mensen kwamen om, waaronder enkele buitenlanders.

Vannacht slaap ik slecht. Alert op de kleinste geluiden. Ik besef dat ik heel hard in de valkuil ben gevallen. In een land als dit moeten je voelsprieten voor narigheid altijd op scherp staan. Het veiligheidsbeleid dient als bescherming. En mag je nooit irriteren. Nonchalance vormt de grootste bedreiging. Ik sta weer op scherp. Maar daar had deze bloederige aanslag geen aanleiding voor mogen zijn.

Auteur
Lotte van Elp

Datum:
30 januari 2011
Categorieën: