
Wetenschappers nemen het op voor VNG International
Doodzonde dat het gemeentelijke internationale samenwerkingsprogramma LOGO South van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (International) in haar voortbestaan wordt bedreigd, vinden onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en Universiteit Utrecht. In een reactie op de Vice Versa website schrijven zij dat het programma een uniek voorbeeld is van effectieve en efficiënte internationale samenwerking.
Na het begrotingsdebat Buitenlandse Zaken kreeg het LOGO South programma van VNG International een grote klap te verwerken. 5,5 miljoen euro zal dit gemeentelijke samenwerkingsprogramma mislopen doordat de Tweede Kamer na het aannemen van een amendement dit bedrag naar HIV/AIDS bestrijding zal doorsluizen. Het LOGO South programma heeft nu helemaal geen geld voor 2011 en zit met de handen in het haar, zo was te lezen in een interview met Peter Knip, directeur van VNG International.
Zeer veel verontwaardigde reacties stroomden binnen op de Vice Versa website en ook hoofdredacteur Marc Broere had geen goede woorden over voor ‘aidslobbyist’ Ewout Irrgang (SP), indiener van het beruchte amendement. Zelfs Victoria Koblenko mengde zich in haar column in Trouw in dit debat en noemde de beslissing van de Tweede Kamer ‘naief’. Inmiddels zat ook VNG International zelf niet stil en kwam grootscheeps in actie.
Waarom het zonde is dat er geen geld meer naar het programma toegaat, wordt hieronder toegelicht in een reactie van een team van onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. In een onafhankelijke evaluatie beoordeelden zij het programma zeer positief. Daarbij sluit het ook naadloos aan bij het WRR-rapport, namelijk dat activiteiten binnen internationale samenwerking meer gericht moeten zijn op het versterken van institutionele structuren in de landen in het Zuiden.
Reactie van Universiteit Amsterdam en Universiteit Utrecht
Door: Edith van Ewijk e.a.
Als team van onderzoekers verbonden aan de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam hebben wij het LOGO South programma vorig jaar geëvalueerd. Naar onze mening is de samenwerking tussen gemeenten een unieke vorm van internationale samenwerking, doordat de directe uitwisseling tussen collega’s van Nederlandse en partner gemeenten centraal staat. Hierbij wordt kennis en deskundigheid uitgewisseld op de plek waar die nodig is, zonder de tussenkomst van nationale overheden. Hoewel de gemeentelijke collega’s vanuit een heel andere context opereren, begrijpen zij elkaars problemen en bouwen zij langdurige contacten op die gebaseerd zijn op wederzijds vertrouwen.
Gemeentelijke uitwisselingsactiviteiten zijn ook relevant, omdat zij direct sporen met het gemeentelijke en nationaal beleid in het betreffende land. Gemeenteambtenaren zijn zeer betrokken bij deze internationale activiteiten, en steken er, van beide kanten, veel vrije tijd in. De vele reacties van de Nederlandse gemeenten op het bezuinigingsbesluit tonen hun betrokkenheid bij de samenwerking met gemeenten in landen in Afrika, Latijns Amerika en Azië aan.
VNG programma sluit aan bij WRR rapport
Wat in de reacties nog niet goed naar voren is gekomen, is dat de gemeentelijke internationale samenwerking heel goed aansluit op één van de hoofdaanbevelingen van het WRR rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ over internationale samenwerking : namelijk dat activiteiten binnen internationale samenwerking meer gericht moeten zijn op het versterken van institutionele structuren in de landen in het Zuiden. Dat is precies wat gemeenten, met ondersteuning van het LOGO South programma, doen.
In de meeste ontwikkelingslanden is sprake van voortgaande decentralisatie van het bestuur, waardoor lokale overheden meer en meer verantwoordelijkheid hebben gekregen voor kerntaken terwijl zij daarvoor de capaciteit ontberen. Gemeentelijke internationale samenwerking is bij uitstek geschikt gebleken om de capaciteit van lokale overheden in ontwikkelingslanden te versterken.
Goed bedoeld hobbyisme achterhaald
De betrokken Nederlandse gemeenten versterken het lokaal bestuur in de partnergemeente, helpen bij het opzetten van systemen om belastinginning te faciliteren, verbeteren afvalverwerking en recycling, ondersteunen huisvestingsmogelijkheden en verbeteren het water management op verschillende niveaus (lokaal, nationaal en internationaal). Het is duidelijk dat het beeld van goedbedoeld hobbyisme en duurbetaalde ambtenaren reisjes, dat soms nog kleeft aan stedenbanden, totaal achterhaald is.
De LOGO South programma evaluatie heeft bovendien aangetoond dat gemeentelijke internationale samenwerking een heel efficiënte vorm van samenwerking is doordat voortgebouwd wordt op bestaande structuren (zeer lage overheadkosten); deze waarborgen bovendien de continuïteit van de activiteiten. Verder hebben projecten een belangrijke hefboomwerking omdat er lokaal verschillende typen organisaties bij de samenwerking betrokken worden (bedrijven, ngo’s, lokale onderzoeksinstituten) en gemeentelijke stafleden onderling de praktijkkennis van elkaar leren.
Doodzonde
Het LOGO South programma, met zijn focus op een beperkt aantal landen en strategische thema’s, is heel belangrijk om gemeenten de kans te geven gemeenten in ontwikkelingslanden te ondersteunen en versterken en om de projecten met initiatieven op andere schaalniveaus te verbinden waardoor de hele overheidssector versterkt kan worden (lokaal – nationaal verbindingen in water management bij voorbeeld).
Alhoewel de vele reacties van de gemeenten laten zien dat er een politieke draagvlak is, kunnen en willen gemeenten, zeker in tijden van bezuinigingen, er zelf beperkt financiële middelen voor vrij maken. Financiële ondersteuning is onmisbaar om het werk van gemeenten te ondersteunen en op een goede en efficiënte manier te continueren. Juist door het langdurige karakter van de gemeentelijke banden kan voortgebouwd worden op de behaalde resultaten en kunnen de institutionele structuren daadwerkelijk versterkt worden.
Wij menen daarom dat het doodzonde is dat het voortbestaan van dit programma, dat in veel opzichten juist een goed voorbeeld is van efficiënte en effectieve internationale samenwerking, in haar voortbestaan bedreigd wordt.
Prof. Dr. Isa Baud,
Hoogleraar internationale ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Dr. Michaela Hordijk,
Docent/ onderzoeker internationale ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Drs. Edith van Ewijk,
Promovendus, Universiteit van Amsterdam.
Dr. Paul van Lindert,
Senior docent/onderzoeker internationale ontwikkelingsstudies, Universiteit Utrecht
Dr. Guus van Westen
Docent/onderzoeker internationale ontwikkelingsstudies Universiteit Utrecht
Dr. Gery Nijenhuis
Docent/onderzoeker internationale ontwikkelingsstudies Universiteit Utrecht
Dr. Marike Bontenbal
Onderzoeker verbonden aan de Universiteit Utrecht