
Politiek Den Haag na de oliebollen: Afghanistan, Rosenthal, Knapen en de WRR
Hoe zal het de komende tijd verder gaan met het Nederlandse debat over ontwikkelingssamenwerking? Paul van den Berg, politiek adviseur van Cordaid, kijkt vooruit.
Na het besluit van de regering Rutte/Verhagen op 7 januari jl. om een politiemissie naar de noordelijke Afghaanse provincie Kunduz te sturen, is dit onmiddellijk het dominante buitenlandpolitieke thema geworden in Den Haag. De grote gevoeligheid van deze missie maakt dit tot de eerste echte lakmoesproef voor de gedoogconstructie. Met het al aangekondigde ‘nee’ van de PVV, de PvdA, de SP en de Partij voor de Dieren, kan de regering slechts een meerderheid van 79 zetels halen. Dat zou historisch lage parlementaire steun betekenen voor een dergelijke gevaarlijke missie.
Gecombineerd met het geringe draagvlak in de samenleving, speelt de CDA/VVD coalitie een interessant spelletje Russisch roulette. Immers, op 2 maart zijn de provinciale statenverkiezingen. In de peilingen werd gelijk duidelijk dat partijen door het electoraat al licht werden afgerekend op hun stemgedrag over de politiemissie. De voorstemmers CDA en VVD verloren een zetel, tegenstemmers kregen er een bij. Voor wat het waard is natuurlijk, want peilingen zijn slechts peilingen. Maar vanwege het belang van de statenverkiezingen voor een meerderheid in de Eerste Kamer (de provinciale staten kiezen de senatoren) van de combinatie VVD-CDA-PVV, staat er wel degelijk veel op het spel. Hoeveel hebben Rutte en Verhagen over voor het maken van goede sier bij de NAVO en de Amerikaanse bondgenoot?
Revolutie
Waarom deze inleiding over de politiemissie? Welnu, de agenda van de Tweede Kamer voor de komende weken zal voor een belangrijk deel geplooid gaan worden om de besluitvorming over deze missie heen. Op maandag 24 januari zal een hoorzitting plaatsvinden met nationale en internationale deskundigen en vrij snel daarna het zogenaamde Artikel 100 debat waarin de Kamer zich zal uitspreken voor of tegen de missie. Je zou bijna vergeten dat vóór de Kerst niets minder dan een revolutie plaats heeft gevonden in het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van het kabinet. Eindigend met stemmingen over ingediende moties en amendementen op 16 december, waardoor nog enkele kosmetische wijzigingen zijn aangebracht in de visie van staatssecretaris Knapen.
Sindsdien is het zo goed als stil op zijn gedeelte van de Apenrots. Knapen bezocht Soedan vanwege het referendum van afgelopen week, deed daarover enkele interessante uitspraken in de media, en dat was het wel zo’n beetje. Het was zijn baas Rosenthal die gisteren een flinke steen gooide in de vijver van de ontwikkelingssector, door in een ‘pittig gesprek’ ICCO nogmaals duidelijk te maken dat hulporganisaties die overheidssubsidie ontvangen geen activiteiten mogen ondernemen die indruisen tegen het overheidsbeleid. Hierover later ongetwijfeld meer op dit forum, want het is een uitspraak met verreikende implicaties.
Basisbrief 2
Wat we nog te goed hebben van Knapen zijn twee documenten. Het eerste is de zogenaamde Basisbrief 2. Dit is de opvolger van de kattenbel van 26 november, waarin de contouren van het toekomstige ontwikkelingsbeleid uit de doeken werden gedaan. Volgens goed geïnformeerde bronnen verschijnt Basisbrief 2 volgende week. Het stuk is al klaar, en wordt nu besproken met de ambassadeurs. Voor sommigen van hen heeft deze brief de nodige consequenties, aangezien Knapen het landenlijstje van Nederland wil terugbrengen van eerst 16, naar daarna 10. Dit conform de voorstellen van de WRR.
De WRR? Juist. Al eerder schreef ik op deze site over de merkwaardige situatie dat Knapen al een zeer fors voorschot heeft genomen op een radicale verandering van het ontwikkelingsbeleid van de Nederlandse overheid, voordat er een regeringsreactie beschikbaar is op het WRR rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’. Daar is nog altijd het wachten op. Pas na het openbaar maken van Basisbrief 2 krijgen we dus eindelijk te horen welke elementen van het rijke WRR rapport worden omarmd door de regering, en welke op minder enthousiasme kunnen rekenen. Met de reactie van de regering op het WRR rapport – gepland voor eind januari – wordt dus achteraf een legitimatie gegeven voor de keuzes die al helemaal zijn gemaakt. Bepaald niet zuiver, deze gang van zaken. Het doet de inspanningen van de WRR om op basis van een gedegen discussie met de hele sector te komen tot een breed gedragen visie op ontwikkeling ernstig tekort. De Tweede Kamer heeft dat helaas laten gebeuren.
Financiering vredesmissie uit ODA budget
Om nog even terug te komen op de Afghanistan discussie. Ook deze heeft een directe link met ontwikkelingssamenwerking. De regering is namelijk voornemens om een zo groot mogelijk gedeelte van de missie te financieren uit het ODA budget. Minister van Defensie Hans Hillen heeft al aangegeven dat wat hem betreft nauwelijks uit zijn budget zal worden geput. Voor de partijen die nog twijfelen over de missie (GroenLinks, D66, ChristenUnie) zou dat een belangrijk element van de discussie moeten zijn. Het zet namelijk de begroting van OS voor de komende jaren nog verder onder druk. Bij de debatten van de afgelopen maanden over het budget voor ontwikkelingssamenwerking werd te pas en te onpas door Knapen benadrukt dat hij eigenlijk geen manoeuvreerruimte heeft. Met andere woorden: welk konijn wordt uit de hoge hoed getoverd om deze dure missie (ruim 400 miljoen voor de komende jaren) te financieren?
2011 is begonnen, tijd om de oliebollen te laten zakken is ons niet gegund door de acteurs binnen de Haagse kaasstolp…