
Weblog Lotte: Fris bloed
Morgen vindt in Amsterdam de conferentie A Call2Action plaats. Het initiatief is afkomstig van Jong OS, het netwerk van jongeren binnen de ontwikkelingssector. Jongeren zitten in de knel. Door drastische bezuinigingen hanteren veel ontwikkelingsorganisaties het principe ‘last in, first out’. Hiermee sluit de sector haar ogen voor wat werkelijk nodig is: fris bloed. Dat betoogt Lotte van Elp in haar tweede bijdrage op de Vice Versa site.
Einstein schreef ooit dat je geen enkel probleem kunt oplossen met hetzelfde niveau van ‘bewustzijn’ dat het probleem ooit gecreëerd heeft. Dit klinkt filosofisch en vaag, maar is in dit geval juist heel praktisch toe te passen. De status quo binnen onze sector is niet houdbaar. Er is een nieuwe situatie ontstaan waarbij toekomstige overheidssteun op losse schroeven staat. Waar het draagvlak in de Nederlandse samenleving meer dan ooit haar traditionele fundamenten verliest en weer opnieuw inricht. Dat is een probleem. Om dit probleem te overkomen, en om er sterker uit te komen, moeten we opnieuw gaan zoeken. Te vaak krijg ik bij organisaties een ongemakkelijk gevoel alsof we alles al gevonden hebben. Alsof zoeken alleen maar onnodige onrust en complexiteit oplevert.
Kritische reflectie
Fris bloed is nodig, omdat we moet veranderen voor het einde van deze tweede MFS ronde. In de eerste plaats omdat het geen andere keuze heeft: de kans dat het in de toekomst moeilijker gaat worden om overheidssubsidies van deze omvang te verkrijgen is aanzienlijk. In de tweede plaats, misschien nog veel belangrijker, omdat we dat zelf moeten willen. Vanuit een kritische reflectie op ons eigen werk, in onze projectlanden, maar ook zeker op onze organisatiestructuur in Nederland, moeten we zelf de juiste conclusies durven te trekken.
We lijken te wachten tot externe druk – de aanhoudende kritiek op OS, een nieuw subsidiestelsel – ons dwingt tot verandering. Dit zal nooit het maximale halen uit de schat van expertise en talent die we tot onze beschikking hebben. Als we een serieuze deelnemer willen zijn van een community of change, als we werkelijk strijdvaardig willen zijn – zoals we dat in onze partners in projectlanden zoeken -, dan moeten we ons niet laten dwingen door externe factoren tot verandering. Ontwikkelingsorganisaties streven in hun werk met partners in het veld juist naar veranderingen die van binnenuit een beweging komen. We moeten nu het heft in eigen handen nemen. En de kans grijpen om indruk te maken met ons lerend vermogen.
Personeel met creativiteit en durf
Het WRR-rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ schrijft over het belang van ‘experimentele ruimte binnen een organisatie’. Vereiste hierbij is ‘personeel met creativiteit en durf’. Ik wil in dit betoog geenszins impliceren dat mensen met een vast contract niet over deze eigenschappen bezitten. Wel ben ik ervan overtuigd dat veel creativiteit en durf te vinden is bij jonge werknemers met tijdelijke contracten in de sector. Dat zou nu gekoesterd en aangemoedigd moeten worden. In plaats hiervan lijken veel organisaties voor de gemakkelijke weg te kiezen waar onrust wordt vermeden.
Het streven naar een strijdvaardige start betekent niet dat de vele inspanningen van de afgelopen tientallen jaren niet erkend of gerespecteerd worden. Integendeel, deze nieuwe start vloeit juist voort uit wat er is opgebouwd. Het betekent wel dat je van het veilige pad af moet stappen. Laat energieke jonge mensen het pad verkennen. Zij zullen misschien niet meteen de nieuwe leiders worden, maar wel innovatieve aanjagers die durven te zoeken.
Tijdens ‘A call 2 Action!’ zal het ongetwijfeld bruisen van energie van deze jonge zoekers. Laat ze niet gaan. Koester het frisse bloed.