Staatssecretaris en Tweede Kamer verwikkeld in partijtje vrij worstelen om beleidsruimte

iDe stofwolken van het belangrijke Kamerdebat over de beleidsbrief van Ben Knapen zijn neergedaald. Maar welke conclusies kunnen we nu eigenlijk trekken? Paul van den Berg, politiek adviseur van Cordaid, geeft zijn analyse. Het zal er de komende week echt om gaan spannen.

Door: Paul van den Berg
Het ‘belangrijkste’ debat van het jaar over ontwikkelingssamenwerking zit erop, het stof is neergedaald. Althans, we weten weer wat meer. Vooral dat staatssecretaris Knapen pal staat voor zijn beleid en zo ongeveer elke concessie weigerde ten opzichte van de brief die hij op 26 november aan de Tweede Kamer had gestuurd. De Tweede Kamer en Knapen hebben zich in een patstelling gemanoeuvreerd. Zoals al op deze site werd gememoreerd, gaf Knapen in zijn ‘stemadvies’ over de ingediende moties en amendementen nauwelijks enige ruimte om af te wijken van de op 26 november gepresenteerde beleidsbrief. Wat is hiervan de achtergrond?

Verplichtingen
Ten eerste wijst Knapen op de langlopende en juridisch verplichtende comitéringen ten opzichte van de multilaterale kanalen. Het gaat dan om de Nederlandse bijdrage aan het Europese Ontwikkelingsfonds (EOF), Wereldbank (o.a. IDA), VN-organisaties en regionale ontwikkelingsbanken. Dit zijn allemaal langjarige financieringen, waar -aldus Knapen – een eenzijdige reductie door Nederland ofwel zal leiden tot internationaal gezichtsverlies en/of verlies van invloed in deze gremia, ofwel tot sancties.

Op iets langere termijn zouden hier wel wat mogelijkheden liggen voor reductie van de Nederlandse bijdrage, maar op korte termijn moet Nederland doen wat het beloofd heeft. Nogmaals, aldus Knapen. Daar komt nog bij dat er in de komende jaren gewerkt moet worden met een veel krappere begroting (daling van 0,8 naar 0,7% BNP), waardoor de marges buitengewoon gering zijn.

Hier valt niet ontzettend veel tegenin te brengen, behalve de opmerking dat het hier om een politieke afweging gaat, en niet om een feitelijk gegeven. Blijkbaar achtte de staatssecretaris het minder schadelijk om het mes te gaan zetten in een grote hoeveelheid bilaterale programma’s en de aangegane verplichtingen richting maatschappelijke organisaties (o.a. MFS II) eenzijdig open te breken. Waar een wil is, is een weg. Het moge duidelijk zijn dat deze staatssecretaris het Nederlands eigenbelang van Nederland beter denkt te kunnen dienen door zich in te kopen in New York, Washington en Brussel. Dat is zijn goed recht, maar zeker wel iets waar je flink van mening over kunt verschillen.

Niet handig geopereerd
Ten tweede heeft de oppositie niet altijd even handig geopereerd bij het indienen van moties en amendementen. Er lijkt nauwelijks afgestemd te zijn over financiële dekkingsvoorstellen voor beleidswijzigingen. Vanwege de beperkte mogelijkheden in de begroting, is er veel in dezelfde vijver gevist. In de komende week, in de aanloop naar de begrotingsbehandeling over Buitenlandse Zaken waar Ontwikkelingssamenwerking opnieuw aan de orde zal komen, verdient het aanbeveling dat fracties die gezamenlijke belangen hebben, met elkaar om de tafel gaan zitten.

Daarbij zal ook kunnen worden aangesloten bij de nieuwe beleidsprioriteiten van Knapen. Het is immers niet volledig brandhout, die beleidsbrief van 26 november. Slechts zeer zelden (bijvoorbeeld rond de ontkoppeling van HIV/AIDS en Sexuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten) wisten oppositie en regeringspartijen elkaar te vinden. Knapen had het een stuk moeilijker gekregen als er slim onderhandeld was tussen oppositiepartijen en regeringspartijen over moties en amendementen.

Met een boodschap op pad gestuurd
Ten derde werd eens te meer duidelijk dat Knapen op pad is gestuurd om zoveel mogelijk 1-op-1 het WRR advies uit te voeren, met name als het gaat om een meer gefocust ontwikkelingsbeleid. Om een voorbeeld te geven: Knapen echode tijdens het debat precies de opvatting van de WRR als het gaat om de hoeveelheid partnerlanden. Hij ziet 16 Nederlandse partnerlanden als een tussenstap op weg naar het aantal dat de WRR adviseerde, namelijk 10. Knapen heeft ongetwijfeld van zijn collega-bewindslieden de opdracht meegekregen om alles op alles te zetten om te voorkomen dat de Kamer erin slaagt de ‘kerstboom’ van programma’s en prioriteiten in stand te houden en zo weinig mogelijk ruimte te laten voor ‘reparatievoorstellen’ rondom bijvoorbeeld onderwijs, MFS en gezondheidszorg.

Volgende week is er een tweede kans voor de Tweede Kamer om Knapen aan een stevige ondervraging te onderwerpen. Dan staat immers de begrotingsbehandeling van Buitenlandse Zaken op de agenda, waar ontwikkelingssamenwerking onderdeel van is.
Interessant zal dan met name zijn om de opstelling van de CDA- fractie in de gaten te houden. Kathleen Ferrier zette aanvankelijk fors in tijdens het wetgevingsoverleg. Ze sprak over ‘de bijl aan de wortels van de maatschappelijke organisaties’, toen ze kritiek uitte op de extra bezuinigingen op MFS II.

Niet omzetten in daden
In het vervolg van het debat bleek ze deze forse woorden echter niet om te kunnen of willen of kunnen zetten in daden. Grijpt ze (of haar collega Ormel die Buitenlandse Zaken doet) de herkansing aan volgende week om toch wat dualisme te brengen in de relatie tussen de CDA Kamerfractie en de regering?

Achter de schermen en tussen de kamerfracties zal het lobbywerk intussen flink doorgaan. Het verwerven van politieke meerderheden bij moties en amendementen is immers een conditio sine qua non om de regering te bewegen om het beleid te wijzigen. Op 16 december wordt er gestemd, waarschijnlijk tot in de kleine uurtjes. Zal Knapen erin slagen zijn brief van 26 november ongeschonden het parlementaire jaar door te loodsen, of gooit de Kamer toch wat zand in de raderen?

Lees meer over het Wetgevingsoverleg van 6 december:

  • Een overzicht van de ingediende moties en amendementen
  • De mondelinge reactie van Ben Knapen op de Kamervragen
  • Een analyse van de ingediende Kamervragen
  • Een sfeerverslag
  • Een voorbeschouwing