
Jack van Ham: Een noodzakelijke revolutie
Foto: Freek Visser
Het monopolie op de betrokkenheid bij armoedebestrijding is al lang niet meer in handen van ontwikkelingsorganisaties. Maar zij hebben wel een unique selling point, namelijk kennis en ervaring met lokale netwerken en organisaties. Net als Michel Groenenstijn van Be-More pleit nu ook Harry Derksen, de huisstrateeg van ICCO, voor een andere rol van MFS-organisaties. Hoe kunnen we van een red-ocean scenario naar een blue-ocean strategie komen?
Door Harry Derksen, ICCO
In mijn vorige bijdrage deed ik een oproep om de discussie die gevoerd wordt in de Nederlandse OS goudvissenkom zo snel mogelijk te stoppen en een denk- en ontwikkelproces te beginnen met creatieve denkers uit het bedrijfsleven, de financiële wereld, overheid en politiek, milieuorganisaties en de OS-sector.
Toen ik pas met mijn dochter een paar goudvissen kocht, vertelde de man van de dierenwinkel ons dat goudvissen zich aanpassen aan hun omgeving. Is de bak met water groter en het aantal vissen beperkt, dan zullen de vissen groter worden. Of de goudvissen ook kleiner worden als de bak kleiner wordt of er meer goudvissen bij komen, werd me niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat als je te veel vissen in een kom hebt, ze elkaar opeten. Ook is bekend dat hun gedrag verandert op het moment dat verschillende soorten bij elkaar worden gezet.
Onrustig in de goudvissenkom
In de goudvissenkom van de ontwikkelingssamenwerking is het al jarenlang onrustig. Meer vissen en nu ook minder water maakt dat al die vissen zich flink roeren in het debat. Het lijkt weinig mensen op te vallen dat er niet alleen minder water in de kom zit, maar dat ook de kleur van het water is veranderd. De M van Medefinanciering wordt ingeruild voor die van Maatschappelijke organisatie. In het recente rapport van het wetenschappelijk bureau van het CDA werd hiervoor al een lans gebroken. Een uitstekende ontwikkeling lijkt me die past bij de maatschappelijke veranderingen zoals die plaats vinden.
Het monopolie op betrokkenheid bij armoedebestrijding en ontwikkeling, bij het oplossen van conflicten, en bij het opvangen van de gevolgen van klimaatveranderingen is al lang niet meer in handen van de OS-organisaties. Waterleidingbedrijven, gemeenten, kleine particuliere initiatieven, vermogensfondsen, banken en bedrijven zijn inmiddels betrokken bij vormen van internationale samenwerking. Hoe zo overigens een linkse hobby?
Rollen aanpassen
Die brede maatschappelijke betrokkenheid is bovendien essentieel om een basis te hebben voor de noodzakelijke veranderingen in ons productie- en consumptiepatroon. Het betekent dat we onze rollen moeten aanpassen: minder nadruk op het financieren zelf, meer op het makelen van die verschillende partijen. Met onze netwerken in Zuid en Noord en onze kennis en ervaring van het werken met lokale organisaties, kunnen we goed samenwerken met deze partijen. Grote bedrijven bijvoorbeeld hebben die ervaring aan de bodem van de menselijke piramide nu eenmaal niet.
Onbegrijpelijk
En toch moet mij één ding van het hart. Als MFS-organisaties kunnen we treuren om al die kortingen die we om onze oren krijgen. Als we eerlijk zijn, hadden we dit kunnen zien aankomen. Wat ik echter onbegrijpelijk vind is de snelheid waarmee dit plaats vindt. De grote MFS-organisaties kregen eind 2010 te horen dat ze begin 2011 een korting van soms bijna 50% op hun fondsen moeten incasseren. Geen mogelijkheid om te kijken hoe we een aantal van de zorgvuldig opgebouwde economische ketens met kleine boeren en supermarktketens nog een laatste zetje naar financiële duurzaamheid kunnen geven.
Onmiddellijk stoppen met onze steun aan deze ketens is de enige mogelijkheid. Of moeten we onze steun aan de organisaties die verkrachte vrouwen opvangen in Congo per direct staken? Een lastige afweging waarvoor we geen tijd krijgen en geen kans om alternatieven te ontwikkelen van een staatssecretaris die zegt een betrouwbare partner te willen zijn. Jammer van de opgebouwde kennis en goodwill die verloren gaat.
Het water kleurt rood
Terug naar de vissenkom waarvoor de situatie op langere termijn nog veel beroerder lijkt te worden. Er zijn op dit moment weinig mensen die geloven dat er na 2015 nog een MFS-3 gaat komen. Op z’n best zal er wat geld beschikbaar zijn voor maatschappelijke organisaties via de Nederlandse ambassades in de 10 partnerlanden die de staatssecretaris wil overhouden. De vissenkom daar zal nog kleiner zijn, met nog meer vissen en nog minder water. Het is gemakkelijk voorspelbaar dat er zich daar een ‘red ocean’ scenario gaat ontwikkelen: het water kleurt rood van het bloed van de vissen die elkaar verslinden.
Daarom wordt het nu echt tijd om naar een ‘blue ocean strategy’ te kijken waar we samen met andere spelers onze energie en creativiteit inzetten op nieuwe vormen van internationale samenwerking. Met echt goede ideeën zijn we in staat om mensen en middelen te mobiliseren en zijn we hopelijk wat minder afhankelijk van een overheid die om de paar jaar haar keuzes voor thema’s en landen verandert.
Het is zoals Peter Senge zegt in zijn boek De Noodzakelijke Revolutie: ‘It is about rediscovering what we most value. It is about making quality in living central in communities, businesses, schools and societies. It is about reconnecting with ourselves, one another, and our fellow non-human on earth…..What would a way of thinking, a way of living, and ultimately an economic system look like that worked based on the principles of the larger natural world? And how do we create such a way of living in our organizations and societies, one step at a time?’
Wie is er geïnteresseerd?