
Welkom in de sector: Yvette Haas
‘Flink carrière maken en met een auto onder mijn kont door het land rijden als consultant.’ Yvette Haas (27), mede-oprichter en manager operations van Be More, zag haar carrière tijdens haar studie bedrijfscommunicatie helemaal voor zich. Het liep anders. Een goede vriend, Michel Groenenstijn, vertelde enthousiast over zijn reis naar Zuid-Afrika waar hij diverse projecten had bezocht.
Ze kwam op het idee om voor haar afstudeerscriptie een marketing- en communicatieplan te schrijven voor als hij ooit een stichting wilde starten. Haar plan werd uitgevoerd en wat begon als een kleine stichting is inmiddels uitgegroeid tot een professionele organisatie met 24 partnerprojecten in Oeganda, Zuid-Afrika en Malawi, waar jaarlijks honderden vrijwilligers naartoe gaan.
Hoe is het om als 27-jarige ‘manager operations’ te zijn?
‘Heel raar. Ik had nooit gedacht dat ik op deze leeftijd al zo’n functie zou hebben. Ik ben er ook meer ingerold dan dat ik er bewust voor heb gekozen. Terwijl ik het marketing en communicatieplan aan het schrijven was, werd ik ook enthousiast. We hadden zoveel mogelijkheden! Na een paar maanden hebben we de knoop doorgehakt en een site online gezet. Daarna ging het allemaal in een sneltreinvaart. Na een jaar zijn Michel en ik vast in dienst gekomen en sindsdien is de organisatie blijven groeien.’
Hoe ziet een gemiddelde werkweek er uit?
‘Had ik die maar. Eigenlijk is elke week verschillend. Het ene moment beantwoord ik vragen van vrijwilligers, het andere moment ben ik de strategische plannen voor volgend jaar of een training voor vrijwilligers aan het voorbereiden. Verder hou ik me bezig met de marketing en heb ik veel contact met vrijwilligers en regiocoördinatoren in Afrika om op de hoogte te blijven van alle projecten.’
Botst je commerciële achtergrond niet met het idealisme van de non-profit sector?
‘Nee. Ik vind mijn baan geweldig, maar het is niet zo dat ik ’s ochtends wakker wordt en me realiseer dat ik met iets idealistisch bezig ben. Ik zie Be More ook als een onderneming. We zijn niet afhankelijk van subsidies, dat houdt ons scherp. Bovendien is het leuk om bij een kleine organisatie te werken, want alles kan. Zo hebben we in plaats van een jaarlijks overzicht van gegevens radars op onze site geplaatst, zodat elke bezoeker kan zien wat er bij ons gebeurt. Transparantie roept nog veel weerstand op. Bij een grote organisatie moet daar drie keer over worden nagedacht en zeventien keer over worden vergaderd. Wij doen het gewoon.’
Hoe zorg je ervoor dat vernieuwing op de agenda blijft staan?
‘Door de sector met vernieuwing te confronteren. Oogkleppen opdoen heeft geen zin. Ontwikkelingsorganisaties lijken bijna fortjes met een gracht eromheen en een ophaalbrug. Pas als je tien jaar ervaring hebt, mag je binnenkomen. Die houding proberen we te doorbreken door samen met de 1%CLUB en communicatiebureau Frivista het UZ event te organiseren, waarbij mensen en organisaties bij elkaar komen die zich willen inzetten voor een betere wereld. De enige regel is dat je niet om geld of werk mag vragen. Op de eerste bijeenkomst liepen er 200 mensen rond op individuele titel, die allemaal iets wilde doen! Zo bereik je veel meer dan vanuit dat ivoren torentje. Ik kan organisaties niet dwingen om meer samen te werken, maar uiteindelijk hebben alle organisaties hetzelfde doel. We moeten het als sector met elkaar doen. Dat wordt wel eens vergeten.’
In hoeverre zijn jongeren belangrijk voor vernieuwing?
‘Jongeren aannemen is niet per definitie de oplossing, maar zij brengen wel veel vernieuwing met zich mee. Het is een bepaalde mindset die moet veranderen. Je moet er oprecht in geloven dat samenwerking werkt, dat je met elkaar dingen kunt bereiken en je doel kunt nastreven. Mijn generatie is opgegroeid met de houding om krachten te bundelen in plaats van elkaar weg te kijken.’