
VN-vrouwenvertegenwoordiger Caecilia van Peski wil vrouwen wereldwijd een stem geven
Beeld: Sanne Terlingen
Morgen wordt in Den Haag het tienjarig bestaan van Resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad (over vrouwen, conflict en veiligheid) gevierd. Vandaag het eerste deel van een interview met Caecilia van Peski, de Nederlandse VN-vrouwenvertegenwoordiger. Vorige week hield ze een speech voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waar ze het belang van Resolutie 1325 onderstreepte.
Caecilia van Peski is nog maar net wakker als ze om één uur Nederlandse tijd, zeven uur Amerikaanse tijd, gebeld wordt. Ze is nog in New York, waar ze maandag 11 oktober de 192 lidstaten van de Algemene Vergadering van de VN toesprak. Het is gister laat geworden, dus ze is nog niet helemaal fris. Daar is tijdens het interview echter niet veel van te merken. Met enthousiasme praat ze over haar rol als VN Vrouwenvertegenwoordiger, het belang van Resolutie 1325 en haar recente ervaringen in Congo.
Van Marga Klompé tot Caecilia van Peski
Als vrouwenvertegenwoordiger wil Caecilia van Peski zich sterk maken voor vrouwen in de wereld. Ze wil daarmee, als Nederlandse, niet slechts voor de Nederlandse vrouwen spreken, maar – in alle bescheidenheid – ook voor alle andere vrouwen in de wereld. ‘Omdat ik dit jaar de enige afgevaardigde namens de vrouwen ben’, voegt zij er aan toe. Nederland is het enige land dat consequent ieder jaar een vrouwenvertegenwoordiger uitzendt. Japan, Zwitserland en Zweden hebben dat een paar keer gedaan, maar dit keer is Van Peski de enige.
De vrouwenvertegenwoordiger wordt ieder jaar geworven en begeleid door de Nederlandse Vrouwenraad (NVR). De eerste VN Vrouwenvertegenwoordiger was Marga Klompé in 1946, die later de eerste vrouwelijke minister werd. Daarna volgden vrouwen als Hanja Meij-Weggen en Hilda Verweij-Jonker en dit jaar dus Caecilia J. van Peski.
In haar hoedanigheid als vrouwenvertegenwoordiger ondernam ze vele activiteiten. Zo nam ze deel aan de Nederlandse delegatie naar de klimaattop in Kopenhagen, sprak ze met talloze vrouwen en vrouwenorganisaties, woonde ze de 54e zitting bij van de Commission of the Status of Women van de Verenigde Naties, maakte ze een reis naar Congo en gaf als hoogtepunt een zeven minuten durende speech voor de Algemene Vergadering.
7minutes of fame
Het hele jaar heeft ze zich voorbereid op die zeven minuten. Niet dat ze het afgelopen jaar alleen maar heeft zitten broeden op wat ze zeggen zou in die paar minuten, maar de speech vormde het sluitstuk van haar vrouwenvertegenwoordigerschap en bracht alles eromheen wat daarmee te maken heeft, samen.
Achtergrond in haar speech vormde Resolutie 1325 over vrouwen in conflictgebieden, dat dit jaar haar tienjarig bestaan viert. Van Peski vroeg met name aandacht voor het leiderschap van vrouwen. Niet overbodig, gezien de recente ontwikkelingen ook in Nederland, waar slechts drie van de twaalf ministers vrouw zijn. Landen erkennen volgens haar nog steeds niet voldoende het belang van vrouwen in leiderschapsposities. Zelden doen vrouwen mee aan vredesonderhandelingen en ook het percentage vrouwen dat in besluitvormende organen zit blijft ver achter de norm van 40-60 % dat door de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties is vastgesteld. Daarmee snijden landen zichzelf in de vingers, vindt de vrouwenvertegenwoordiger. Want de bijdrage van vrouwen zorgt voor stabielere, meer welvarende en vreedzamer maatschappijen. In haar speech roept ze de lidstaten dan ook op vrouwen te stimuleren te gaan stemmen en publieke functies te vervullen; vrouwenorganisaties die zich inzetten voor vrede actief te steunen; Resolutie 1325 te vertalen naar concrete Nationale Actieplannen en de rol van vrouwen als active agents volledig te benutten om het uitbreken van nieuwe conflicten te voorkomen.
Een stukje wc-papier
Hoe kijkt Van Peski terug op tien jaar Resolutie 1325? Volgens haar heeft Resolutie 1325 veel aandacht gekregen, maar nog lang niet genoeg. Ze beschrijft een spotprent van een Arabische cartoonist, waarop te zien is hoe een resolutie wordt overhandigd aan een Afrikaanse man, die er vervolgens een vluchtelingententje van bouwt. ‘Op die manier is een resolutie niets meer dan een vodje wc-papier. Het gevaar van iedere resolutie is dat het slechts een stukje tekst blijft. Het gaat erom dat je het operationeel maakt. Dat zou in nationale actieplannen moeten gebeuren. Maar er zijn daar maar weinig van, momenteel slechts 19 wat betreft Resolutie 1325.’
Op de vraag waarom zo weinig regeringen nationale actieplannen (NAP’s) hebben gemaakt, moet Caecilia van Peski even nadenken. ‘Moeilijke vraag. Met een Resolutie valt natuurlijk veel eer te behalen en dat kost dan relatief weinig moeite. Je zet je handtekening eronder en klaar. NAP’s zijn duur en kosten erg veel moeite.’
‘Los daarvan is het wel een feit dat de VN prikkelt. Er zijn vele lobbygroepen en een heleboel mechanismes om staten ter verantwoording te roepen. Er is bijvoorbeeld een VN-mensenrechtencommissie in Geneve en een mensenrapporteur. Je kan als individu zelfs opbellen om een klacht in te dienen. Maar de VN is niet daadwerkelijk een wereldregering, er is geen mechanisme voor navolging. De structuur is nog niet zover uitgewerkt om daadwerkelijk na te leven’, aldus Van Peski.
Een concreet voorbeeld hoe Resolutie 1325 uitwerkt in de praktijk, is te zien in Congo. Van Peski: ‘Een van de hoofdpunten van Resolutie 1325 is daders van verkrachtingen te vervolgen. In Congo, waar veel te weinig rechters zijn, heeft de VN een ondersteunende rol om versneld voldoende rechters aan te wijzen. Een aantal daders van het seksueel geweld in Congo is zelfs voorgedragen aan het International Criminal Court in Den Haag.’
Morgenochtend volgt deel twee van het interview, waarin Van Peski zal vertellen over haar reis door Congo.