
Resolutie 1325: de belangrijkste feiten op een rij
Op 19 oktober organiseren WO=MEN, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Het Platform Vrouwen & Duurzame Vrede een feestelijke viering ter ere van het tienjarig bestaan van de VN Resolutie over Vrouwen in Conflictgebieden (Resolutie 1325). In deze resolutie werd voor het eerst de unieke rol van vrouwen in conflict erkend. Vice Versa besteedt in aanloop naar de viering aandacht aan deze resolutie. Met vandaag de belangrijkste feiten op een rij.
Wat is precies die unieke rol van vrouwen in conflictgebieden?
In conflicten zijn het vooral burgers die het meest te lijden hebben onder het geweld. Daarbij is de impact van een conflict op vrouwen anders dan die op mannen. Terwijl mannen vaak deel uit maken van gevechtstroepen of rechtstreeks doelwit van strijdende groepen zijn, zijn het veelal vrouwen die slachtoffer zijn van seksueel geweld, moeten vluchten, en de taak hebben in hun eentje het gezin te onderhouden.
Maar vrouwen zijn niet slachtoffer alleen. Vrouwen zijn active agents, die vele rollen kunnen vervullen tijdens conflict. Zo zijn vrouwen vaak belangrijke actoren voor vrede en dialoog, zetten ze sociale vangnetten op of beginnen ze eigen bedrijfjes om in het levensonderhoud te kunnen voorzien voor zichzelf en hun gezin. Vrouwen zijn echter niet altijd ‘vredestichters’: ze pakken ook zelf de wapens op om mee te strijden met rebellenbewegingen. Denk bijvoorbeeld aan rebellenvrouwen in Liberia, Maoïstische strijdsters in Nepal en de Tamil Tijgers in Sri Lanka.
Wat is Resolutie 1325?
10 Jaar geleden erkende de VN Veiligheidsraad voor het eerst de unieke impact van conflict op vrouwen toen ze op 31 oktober Resolutie 1325’ naniem aannam. Deze resolutie erkent het disproportionele geweld waar vrouwen onder te lijden hebben tijdens conflicten en roept lidstaten op om na een conflict bescherming te bieden aan de rechten van vrouwen en meisjes. Daders van seksueel geweld moeten worden berecht en de speciale status van vluchtelingenkampen worden gerespecteerd.
Maar ook bevestigt de resolutie de belangrijke rol van vrouwen in het voorkomen en oplossen van conflict en de opbouw van vrede. Lidstaten worden dan ook aangespoord om vrouwen te betrekken bij alle processen rondom conflictpreventie, vredesopbouw en vredeshandhaving en hen een plaats te geven aan de onderhandelingstafel.
De resolutie verplicht niet alleen staten om een gender perspectief aan te nemen, maar ook de Verenigde Naties zelf. Zo moeten er meer vrouwelijke VN-vertegenwoordigers worden benoemd, meer vrouwelijke blauwhelmen worden aangetrokken en zouden vredesmissies in hun programma’s beter rekening moeten houden met de noden van vrouwen.
De resolutie is bindend voor alle lidstaten.
Welke organisaties houden zich in Nederland bezig met vrouwenrechten?
In Nederland zijn er vele organisaties die zich met vrouwenrechten bezighouden, zoals Oxfam Novib, Cordaid, ICCO, WO=Men, Mama Cash, Aim for Human Rights, Hivos, ZOA e.a. Activiteiten variëren van het bevorderen van scholing onder vrouwen in ontwikkelingslanden tot lobby bij de Nederlandse regering. Veel van deze organisaties, zoals Cordaid, Wo=Men, ICCO, Oxfam Novib richten zich daarbij specifiek op Resolutie 1325. Ook het Platform Vrouwen voor Duurzame Vrede, Women’s International League for Peace and Security (WILPF), en het Women Peacemakers Program (WPP), houden zich hiermee bezig.
Wat is het Nederlands Nationaal Actieplan?
Resolutie 1325 roept alle landen op om de aanbevelingen die in de Resolutie staan te vertalen naar concrete actieplannen. Nederland is een van de landen die hier gehoor aan heeft gegeven. Het Actieplan beoogt een gecoördineerde en effectieve samenwerking tussen de overheid, kennisinstituten en NGO’s tot stand te brengen om op die manier resolutie 1325 voor de praktijk vorm te geven.
Nederland focust zich in het Nationaal Actieplan vooral op de periode tijdens en na conflict en op de fysieke en juridische veiligheid van mannen en vrouwen. Daarbij formuleert het Actieplan een aantal concrete aandachtspunten, zoals genderexperts op ambassadeposten aantellen, fragiele staten stimuleren om internationale wetgeving op het gebied van bescherming van vrouwen in nationale wetgeving op te nemen, het tegengaan van straffeloosheid, toegang van vrouwen tot de media stimuleren, lokale vrouwen in te zetten bij bemiddelingspogingen die Buitenlandse Zaken faciliteert, en nog zo’n 60 meer van dit soort stimulerende actieplannen.
En nu na tien jaar … helpt het ook?
Na tien jaar Resolutie 1325 kan de balans opgemaakt worden. De meningen over de effectiviteit van het verdrag zijn verdeeld. Aan de ene kant wordt het gezien als krachtig instrument dat de rol van vrouwen in conflictgebieden onder de aandacht brengt van regeringen. Lokale vrouwenorganisaties hebben met Resolutie 1325 een gewichtige ‘stok’ achter de hand waarmee ze hun eigen regeringen ter verantwoording kunnen roepen. Maar aan de andere kant is er veel kritiek, omdat er een verantwoordingsmechanisme ontbreekt. Op die manier kunnen er geen sancties ingesteld worden tegen landen die de resolutie schenden. Alhoewel er vooruitgang is geboekt, is de participatie van vrouwen in politieke besluitvormingsprocessen laag en laat de berechting van daders van seksueel geweld ook nog te wensen over . De cruciale vraag die nu dan ook speelt is of Resolutie 1325 geen papieren tijger zonder tanden is.
Ook op het Nationaal Actieplan is kritiek. Zo zou het nog steeds te veel de nadruk leggen op vrouwen als slachtoffers, in plaats van actieve participanten in conflict.
Vice Versa blijft de komende weken aandacht besteden aan Resolutie 1325. Volgende week volgt een interview met Caecilia van Peski, VN vrouwenvertegenwoordiger 2010.