Is de Engelse ontwikkelingshulp werkelijk veilig?

In het artikel “God Save our Aid”, in het laatste nummer van Vice Versa, wordt gesteld dat de Engelse ontwikkelingshulp buiten schot blijft, terwijl de nieuwe conservatieve regering voor de grootste bezuinigingsoperatie ooit staat. Maar is de Engelse hulp werkelijk veilig?

Het klinkt opmerkelijk: in Nederland ligt ontwikkelingshulp namelijk zwaar onder vuur en vooral aan de rechterflank van het politieke spectrum wordt de eis om het hulpbudget drastisch te verlagen steeds luider. Althans, dat beweert journalist Mirjam Vossen in het laatste nummer van Vice Versa, het vakblad voor ontwikkelingssamenwerking. Terwijl de Nederlandse conservatieven het geloof in hulp hebben opgegeven, verdedigen hun Engelse collega’s het Britse ontwikkelingssamenwerkingsbudget. En niet alleen dat, de Britse conservatieve regering verhoogden het Engelsen ontwikkelingsbudget zelfs. Dat is ook niet onlogisch betoogt Mirjam Vossen in haar artikel. De conservatieven zouden afwillen van hun imago als ‘nasty party’ en volgens de door Vossen geciteerde Simon Maxwell (senior onderzoek aan het Overseas Development Institute) is dat geen opportunisme, immers de conservatieven kwamen al lang voor de verkiezingen met een green paper over internationale samenwerking en het belang wat zij daaraan hechten.

Verkapte bezuinigingen

Het is echter de vraag of de Britse conservatieven het wel echt zo goed op hebben met ontwikkelingshulp. Deze zomer verscheen er een reeks artikelen in de Britse media die doen vermoeden dat de stijging van het budget feitelijk niet meer is dan verkapte bezuinigingen.

Berichtte de Guardian op 2 juli nog dat Andrew Mitchell, de Britse minister voor ontwikkelingssamenwerking, één van de twee kabinetsleden is, wiens budget onaangetast is gebleven in de historische bezuinigingsronde die de Conservatieve regering bij haar aantreden doorvoerde, twee weken later was dezelfde krant een stuk minder positief. Op 18 juli kopte de Guardian:“Foreign aid diverted to stabilise Afghanistan”.

Het is in die week dat Andrew Mitchell zijn plannen bekendmaakt om honderden miljoenen te bezuinigen op ontwikkelingsprojecten in ruim veertig landen waar de Engelse ontwikkelingssamenwerking actief is. De vrijgemaakte miljoenen zouden moeten worden ingezet om de hulp aan Afghanistan met 40% te laten stijgen. Doel van de operatie zou zijn dat ontwikkelingshulp aan Afghanistan de stabiliteit in het land zou moeten vergroten, waardoor de daar gelegerde Britse troepen eerder teruggetrokken zouden worden: “Het gebruik van Britse hulp om vooruitgang in Afghanistan te boeken zal mijn eerste prioriteit zijn”, aldus Mitchell.

Uitgelekte e-mail

Nog geen maand later publiceert de Observer een uitgelekte e-mail, waaruit zou blijken dat de nieuwe Britse regering meer dan 90 hulpcommiteringen, waaronder steun aan vrije gezondheidszorg in de minst ontwikkelde landen, niet na zou komen.  Het nieuws leidde tot furieuze reacties bij Engelse NGO’s: “Een stap terug voor arme mensen”, aldus Kirsty Hugher van de Engelse Oxfam. Joseph O’Reilly, voorzitter van de Global Campaign for Education ging zelfs verder: “Als Andrew Mitchell, die voorheen een belangrijke ondersteuner was voor onderwijs, deze beslissing maakt, ondermijnt hij de kans voor 72 miljoen kinderen om naar school te gaan.”

Inmiddels is de stemming in de Britse ontwikkelingssector omgeslagen. Waren de analisten en experts bij de totstandkoming van de regering nog onder de indruk van de aankondiging dat het Britse ontwikkelingsbudget zou stijgen, inmiddels vragen de experts en analisten zich af hoe de retoriek van het verhogen van het budget en hoe belangrijk het effectief bestrijden van armoede was, te rijmen valt met de hulp aan Afghanistan, waar grote vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de effectiviteit van de hulp die het land de afgelopen jaren ontving.

Zand in de ogen laten strooien

Toch is het opmerkelijk dat de Britse ontwikkelingssector, maar ook een journalist als Mirjam Vossen, zich zo zand in de ogen heeft laten strooien door de eerste positieve berichten over de plannen van de Britse conservatieven. In het door Simon Maxwell bewierookte green paper over internationale samenwerking van 2009, kondigen de Torries de nu bekritiseerde maatregelen namelijk al aan. Dezelfde Mitchel, toen nog schaduwminister voor ontwikkelingssamenwerking, kondigde toen al aan dat “Een conservatieve regering op de hulp aan een grote groep ontwikkelingslanden zou bezuinigen en zich meer zou gaan richten op een benadering van ontwikkeling via de private sector”.

Die boodschap is nu inmiddels wel duidelijk in Engeland, zeker na de aankondiging dat Britse hulp gebruikt zou worden om een nieuw vliegveld in St. Helena te realiseren (een eiland met 4.000 inwoners). De positieve toon van het artikel van Mirjam Vossen lijkt dus onterecht positief, zeker als men bedenkt dat er ook in Engeland een groeiende groep conservatieve analisten is, die zich steeds meer laten horen. Hun betoog is al veel meer in lijn met het betoog van de Nederlandse conservatieven, zoals Melanie Phillips en Simon Heffer, die een vertrouwde (Nederlands) conservatief geluid laten horen: schaf de Engelse ontwikkelingshulp af: hulp is “luxury the UK can’t afford

Auteur
Stefan Verwer

Datum:
25 oktober 2010
Categorieën: