Ambassadeur Karel van Kesteren tipt staatssecretaris Knapen

De ontwikkelingshulp hangt Karel van Kesteren, ambassadeur van Bulgarije, de keel uit. Hij schreef daarom het boek ‘Verloren in wanorde; dertig jaar ontwikkelingssamenwerking, een persoonlijk relaas.’ Vice Versa sprak hem deze week op een bijeenkomst van D66 over wat hij het ‘stelselmatige misbruik’ in de ontwikkelingssamenwerking noemt. De ambassadeur heeft bovendien een aantal concrete aanbevelingen voor staatssecretaris Ben Knapen.

Karel van Kesteren was hoopvol gestemd toen meer dan 100 wereldleiders zich in de Verklaring van Parijs committeerden om de ontwikkelingshulp doeltreffender te maken. Dit was in 2005. In hetzelfde jaar trad hij aan als ambassadeur van ‘donordarling’ Tanzania. Aan het einde van zijn ambtstermijn bleek de ontwikkelingshulp alles behalve doeltreffender te zijn. Zo was het ontwikkelingsveld een slachtveld door het stelselmatige misbruik. Een tsunami van hulporganisaties had een sterk versnipperd donorlandschap veroorzaakt. En, de chaotische non-organisatie had in verspilling van het ontwikkelingsgeld geresulteerd. Van Kesteren was zwaar teleurgesteld.

Verspilling

In zijn relaas legt van Kesteren een groot deel van de schuld van deze wanorde bij de donorlanden. Doordat zij chaotisch en verdeeld optreden spreken hun activiteiten elkaar tegen of doen elkaar teniet. En, omdat de donoren steeds hun prioriteiten omgooien, is er een gebrek aan continuïteit. Het moge duidelijk zijn dat van Kesteren pessimistisch over de ontwikkelingshulp is. Toch, ondanks het bestempelen van ontwikkelingshulp als ‘verspilling’, pleit hij niet voor volledige afschaffing. Hij pleit juist voor een radicale ommekeer.

Zo moet bijvoorbeeld het aantal donoren teruggedraaid worden om de versnippering tegen te gaan. Sterker nog, wat Van Kesteren betreft laten we vandaag nog alle hulpstromen vanuit Europa via Brussel lopen. Hij is namelijk een groot voorstander van het bundelen van krachten. ‘Ik ben geen kritiekloos aanbidder van de Wereldbank of de VN, maar we moeten wel onze krachten via een mondiaal overkoepelend orgaan bundelen. Als daar een nieuwe organisatie voor nodig is, prima.’ Ook ziet hij kansen op het vlak van begrotingssteun: ‘Geef ontwikkelingslanden het geld en laat ze zelf beslissen wat ze ermee doen. Dit bevordert de democratie.’

Het draait niet om Nederland

Overigens moeten we vooral onze rol als Nederland niet overschatten. ‘Het draait niet om Nederland, want Nederland is maar een kleine spil in het geheel.’ Het in eigen straatje denken irriteert Van Kesteren: ‘Het nieuwe kabinet heeft het graag over nationale prioriteiten en nationale belangen. Ik vind het juist een belangrijke opgave voor Nederland en andere landen om bij elkaar te gaan zitten en samen te kijken hoe we de organisatie van ontwikkelingssamenwerking wereldwijd effectiever kunnen maken.’

Van Kesteren zou het dan ook mooi vinden als de nieuwe staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Ben Knapen, hier het initiatief in zou nemen. ‘Hij is een onbeschreven blad qua ontwikkelingssamenwerking heb ik gehoord, maar misschien is dat juist wel gunstig en komt hij met prachtige ideeën.’

De nieuwe bewindslieden moeten dan ook zijn boek lezen zodat ‘zij zich realiseren dat de ontwikkelingssamenwerking belabberd georganiseerd is, of zelfs niet georganiseerd is.’ Daarom wil van Kesteren staatssecretaris Knapen op het hart drukken: ‘Laten we gaan denken vanuit een mondiale context. We leven in de eenentwintigste eeuw, mondiale problemen vragen om mondiale oplossingen en niet om Nederlandse.’

Auteur
Henriette de Wit

Datum:
28 oktober 2010