
‘Organisaties doen jongeren én zichzelf tekort’
Vice Versa vroeg Gemma Crijns om een reactie op de enquête. Crijns, die in de Duurzame Top 100 van dagblad Trouw en omroep Llink staat als ‘Grande Dame van het ethisch ondernemen’, noemt de sector ‘behoorlijk kortzichtig’.
‘Treurig’, vindt Gemma Crijns (60) de resultaten van de enquête. ‘Als je kijkt naar het aantal werknemers van onder de 30 jaar dat in de afgelopen drie jaar is aangenomen bij ontwikkelingsorganisaties, is het beeld heel somber.’
Ontwikkelingsorganisaties noemen meestal het argument dat het binnen hun sector gaat om de ‘juiste mensen op de juiste plaats’. Crijns, die directeur was van het Nyenrode Instituut voor Bedrijfsethiek en coördinator van het MVO Platform, vindt dat geen goede verklaring: ‘Niet alle kennis komt uit ervaring, echt niet. In tegenstelling tot mijn generatie zien jongeren wat nieuwe ontwikkelingen kunnen betekenen. Zij stellen de juiste vragen binnen de organisatie en zijn met hun kennis up-to-date. Het argument dat organisaties gebruiken past bij de ontwikkelingssamenwerking van 25 of 30 jaar geleden. Toen werden mensen uitgezonden om ter plekke hun ervaring in te zetten. Maar de sector is inmiddels veranderd.’
Crijns zegt dat ontwikkelingsorganisaties impliciet aangeven dat de kwaliteit van hun werk achteruitgaat als zij jongeren aannemen en in hen investeren. ‘Dat vind ik een zwaktebod en bovendien beledigend naar jongeren toe.’ Ze vindt dat er juist geïnvesteerd moet worden in jong talent. ‘De ontwikkelingssector heeft haar mond vol over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daar hoort in mijn ogen ook heel duidelijk bij dat je jongeren een kans geeft op deze arbeidsmarkt.’ En met het aanbieden van een baan houdt het volgens Crijns niet op. ‘Starters moeten nu alle zeilen bijzetten om ervoor te zorgen dat ze perspectief voor zichzelf creëren binnen een organisatie. Maar bij gebrek aan specifiek opleidingsbeleid kun je ook geen loopbaan aanbieden. Uit de reacties van de organisaties blijkt dat ze een concreet loopbaanbeleid voor starters niet nodig vinden, of het omschrijven als “franje”. Dat vind ik behoorlijk kortzichtig. Daarmee doen ze jongeren én zichzelf te kort.’
Waar ligt volgens haar de oplossing? ‘Ontwikkelingsorganisaties zullen eerst dit probleem moeten erkennen en vervolgens moeten streven naar een juiste mix en diversiteit van werknemers, ook in leeftijdsopbouw. Ook zou deze sector veel flexibeler met werk moeten omgaan. Geen vaste contracten meer, bijvoorbeeld. Organisaties moeten een HRM-beleid ontwikkelen dat bij deze tijd past. Daar is nog zo veel te winnen.’
Ook vindt Crijns dat de sector minder zou moeten worden bepaald door institutionele belangen. ‘Ontwikkelingssamenwerking kan veel efficiënter als je de kennis en potentie van organisaties door middel van netwerkconstructies gaat delen. Dat is in eerste instantie ingewikkeld, maar dan komt je ook niet in de situatie dat de hele markt dicht zit. Institutionele belangen zijn de dood in de pot en leiden tot een starre bureaucratische situatie. Ik zou tegen ontwikkelingsorganisaties willen zeggen: doorbreek deze vicieuze cirkel.’