Opinie: Campagnes politieke partijen negeren belang van internationale samenwerking

De verkiezingen komen eraan. Kansen op een toenemende professionalisering en herinrichting van de internationale samenwerking? J.D. (Danny) Wijnhoud, onafhankelijk ontwikkelingsadviseur, hoopt van wel. Maar het verbaast hem dat ook ‘centrumlinks’ zo stil is als het om ontwikkelingssamenwerking gaat. En dat de politieke stroming die juist de veroorzaker is van de financiële en economische crisis volgens de peilingen de verkiezingen gaat winnen. ‘Waar blijft de electorale afstraffing die je rationeel zou verwachten?’

Het heeft het afgelopen jaar niet ontbroken aan kritische analyses en publicaties over ‘internationale samenwerking’ en ‘ontwikkelingshulp’, waarbij de resultaten en duurzame impact in twijfel werden getrokken en het eigenbelang en de ‘comfort zones’ binnen een ‘ontwikkelingsindustrie’ geacht worden daar deels debet aan te zijn.

Toen  zelfs de  WRR[1] , in het ‘ons-kent-ons’ circuit blijkbaar gezien als een invloedrijke en onontbeerlijke pion in het ‘netwerk’,  met kritische deelanalyses op de proppen kwam, diende ook de gevestigde orde zich wel naar buiten te keren. Daar kwam bij dat de discussies en besluiten rond MFS-2[2] ook bijdroegen aan een vuurproef  voor de gevestigde orde waar toenemende interne competitie voor het binnenhalen van subsidies een steeds grotere druk op de interne verhoudingen legt.

Naast de twijfels over de slagkracht van de uit Nederland aangestuurde of gefinancierde internationale samenwerking zette de economische crisis en het daaruit voortvloeiende  begrotingstekort, de voortijdige val van het Kabinet en recentelijk ook de goede peilingen voor een door de VVD geleid Kabinet, met zelfs een mogelijke deelname van PVV, de sector verder onder druk.  Deze politieke partijen zijn voornemens om ‘ontwikkelingshulp’, met name de NGO sector en investeringen in de sociale sectoren in het zuiden sterk in te krimpen, of in het geval van de PVV zelfs volledig af te schaffen.

Verontrustende tendens

Op voorhand ben ik persoonlijk geen tegenstander van goede internationale samenwerking. Het nastreven en het deel uitmaken van de transitie naar een sociaal, ecologische en economisch duurzame en daarmee vredige wereldorde is onontbeerlijk, zowel vanuit morele overwegingen als in het collectieve nationale en wereldbelang.  De onderliggende doelstelling mag een utopie lijken in deze complexe wereld en gezien de historische  kennis die is opgebouwd over de psyche en het ego van de mens,  maar dan is het proberen te benaderen van de utopie toch altijd veel beter dan niets doen.

Ik heb me in eerder commentaar op een artikel op deze website[3] kritisch uitgelaten over de beperkingen van de millenniumdoelstellingen en ik zit daarbij sterk op de lijn zoals die vervolgens werd aangevuld door Marc Broere[4]; moeten we nu beiden vrezen? Hij benadrukte dat de millenniumdoelen de noodzaak van diepere analyses en vraagstellingen over rechtvaardigheid en duurzaamheid te lang in gijzeling hebben genomen.  De tegenstanders van internationale samenwerking pakken de deels terechte kritiek op en gebruiken of misbruiken de ogenschijnlijke chaos en het gebrek aan professionaliteit en resultaten voor hun lobby tegen de ‘ontwikkelingsindustrie’. Waar dit vanuit de radicale neoliberale hoek komt, zoals van Arend Jan Boekestijn [5] – ik gaf reeds aan dat hij in zijn boek zelf aangeeft geen expert te zijn [6] – zie ik dit vanuit een politiek filosofisch en moreel perspectief als een verontrustende tendens.

Te weinig tegenwicht

Helaas wordt er vanuit het ‘centrumlinkse’  spectrum van de politieke arena veel te weinig tegenwicht geboden aan deze radicale lobby uit de neoliberale hoek. Deze lobby houdt, ondanks alle symptomen van een uit de hand gelopen neoliberaal casinokapitalisme, tegen wil en dank vol dat een eenzijdige focus op private sector ontwikkeling en een volledig ‘open’ wereldmarkt  – men bedoelt werkelijk voor alles en iedereen?- , waarbij een meerderheid van armen op de wereld blijkbaar niet meetelt, een oplossing biedt ……of dienen we  te concluderen  dat we volgens Boekestijn et al. geen slecht geweten hoeven te hebben vanwege het bestaan van schrijnende armoede, mensenrechten schendingen, het overschrijden van de ecologische draagkracht van de aarde en de alsmaar toenemende  risico’s voor toenemende lokale en globale conflicten? 

Ook zonder geweten zal de prijs voor het laatste op termijn duur betaald moeten worden, tenminste mocht er te lang te weinig veranderen. Ik wil overigens ten zeerste benadrukken dat ik niet tegen een goed gedefinieerde rol van de private sector, gereguleerde marktwerking of tegen het belonen van private initiatieven ben en er zijn ook zeker aandachtsgebieden binnen de internationale samenwerking waarvoor goed georganiseerde consultancy bedrijven – geen ingehuurde vrienden -, tenminste wanneer ze aan langere opdrachten mogen werken en zich in de context kunnen verdiepen, veel beter uit de verf zouden kunnen komen dan slecht georganiseerde NGO’s die veelal nog niet eens over functionele Management Informatie Systemen beschikken en vaak in (te) ruime comfort zones manoeuvreren.

Het ideale regulerende kader

Ik benadrukte in eerder commentaar [7] dat NGO’s, liefst met een maatschappelijk draagvlak, indien transparant en professioneel opgezet, ook zeker een rol te spelen hebben en mogelijk bepaalde zaken, zoals lobby en beleidsbeinvloeding  waarbij  een te rigide ‘bedrijfsmatige’ en ‘politiek neutrale’ aanpak niet efficiënt en effectief is, goed kunnen ondersteunen. Het nastreven van algehele economische en sociale empowerment, in eerste instantie van vrouwen, dient natuurlijk een hoofdingrediënt van elke degelijke ontwikkelingsstrategie te zijn en daarbij zijn er voor de private sector natuurlijk ook rollen weggelegd om inclusieve economische ontwikkeling te katalyseren. Met name de ontwikkeling van familie-, klein- en middenbedrijf en coöperaties en hun onderlinge en externe samenwerkingsverbanden dienen gestimuleerd te worden. Daarbij dienen zowel private initiatieven alsmede arbeid waardig beloond te worden.

Het ideale regulerende kader voor de private sector en het algehele plaatje dat daarvoor nodig is, zoals ten aanzien van de rol van de publieke sector, voorkomen van belangverstrengelingen en corruptie, noodzaak van sociale investeringen en het voorkomen van land grabbing, voedselonzekerheid, en verdere marginalisering van grote groepen, ziet er volkomen anders uit dan wat (neo)liberalen zoals Boekestijn voorstaan. Zijn het nu juist niet de investeringen in menselijk kapitaal, een duurzame productieomgeving en een stabiele maatschappij die het ondernemersklimaat sterk en duurzaam zullen doen verbeteren? Dit is tenminste wel het geval voor een verantwoordelijk bedrijfsleven dat er niet op uit is de voordelen van armoede en ongelijkheid willens en wetens uit te buiten.

Politiek negeert belang internationale samenwerking

Nu de Tweede Kamerverkiezingen aanstaande zijn, is er in de politieke campagnes paradoxaal genoeg nauwelijks aandacht voor de betekenis en het belang van internationale samenwerking. Men zou echter van de kant van de partijen aan de linkerkant van het politieke spectrum wel verwachten dat men meer zou ventileren dat men een aangepaste agenda voor  internationale samenwerking  zou willen aanwenden voor een transitie naar een meer vreedzame en duurzame wereldorde in het collectieve belang. Het nationale politieke verkiezingsdebat spitste zich de afgelopen weken echter vrijwel volledig toe op oneliners met betrekking tot een zeer beperkt aantal nationale thema’s en voornamelijk op basis van de door het CPB doorgerekende partijprogramma’s.

Bezuinigen om de staatschuld te verkleinen, het creëren van banen ( duurzaam en waardig werk ?)- en de betaalbaarheid en sociale dimensies van het zorgstelsel waren daarbij hoofdthema’s met merkwaardig genoeg voornamelijk beschouwingen ten aanzien van het eiland ‘Nederland’ zonder de Europese of globale dimensies in beschouwing te nemen. Men zou vooral vanuit centrumlinkse hoeken ook hardere kritiek hebben verwacht op het klakkeloos aannemen van de cijfertjes in het CPB verhaal.

Dezen zijn hoe dan ook misleidend omdat ze  politiek-filosofische en sociologische beschouwingen buiten het plaatje laten waarmee kwalitatieve aspecten (efficiëntie, effectiviteit, stabiliteit – ook van de samenleving en wereldorde – en duurzaamheid) grotendeels worden genegeerd. De ‘centrumlinkse’ en ‘linkse’ partijen lieten tot dusver wel heel erg makkelijk de campagne agenda domineren door ‘rechts’ en met steun of passieve goedkeuring van een groot deel van de media.

Electorale afstraffing

Het valt absoluut niet te begrijpen waarom beschouwingen aangaande de oorzaken van de  bankencrisis, de globale economische crisis en de Europese crisis niet de verkiezingsdebatten domineren, laat staan dat er bekeken wordt wie daarover ook in Nederland politiek op zou moeten worden afgerekend. De peilingen geven paradoxaal aan dat er verkiezingsoverwinningen lijken aan te komen voor het gedachtegoed uit de hoek waar de crises vandaan kwamen, of de hoek van waar er andere zondebokken worden gezocht voor het falende financieel-economisch systeem.

Waar blijft dan de electorale afstraffing die je rationeel zou verwachten?  Wanneer we mogen gaan stemmen voor het beleid van de toekomst, blijkt ineens weer dat de politieke leiders internationale samenwerking en het karakter van de globalisering nog slechts als verre bijzaken beschouwen, vreemd genoeg ook aan de ‘centrumlinkse’ kant.

Dr J.D Wijnhoud is onafhankelijk ontwikkelingsadviseur met ruim 14,5 jaar aan brede praktijkervaring  in het Zuiden (Afrika en Azië), zowel lokaal en “in de modder” als op nationaal niveau. Op basis van zijn professionele activiteiten in het Zuiden promoveerde hij in januari 2007 in Wageningen op een onderwerp m.b.t. geïntegreerde ontwikkelingsstrategieën.


[1] Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR): Minder Pretentie, Meer Ambitie (2010)
[2] Medefinancieringsstelsel 2011-2015 (MFS II) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
[3] www.viceversaonline.nl/2010/04/%E2%80%98de-millenniumdoelen-zijn-beter-dan-niets%E2%80%99
[4] www.viceversaonline.nl/2010/05/hoe-komen-we-van-de-millenniumdoelen-af/
[5] De prijs van een slecht geweten (2009)
[6] www.viceversaonline.nl/2010/04/dubbelinterview-jack-van-ham-en-rene-grotenhuis/
[7] www.viceversaonline.nl/2010/04/dubbelinterview-jack-van-ham-en-rene-grotenhuis/

Auteur
Vice Versa

Datum:
08 juni 2010