Nieuwe rector ISS

‘Deze baan is me overkomen’, zegt Leo de Haan (59) over zijn aanstelling als rector van het Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. Per 1 mei ruilt hij zijn functie als directeur van het Afrika Studiecentrum in voor een van de meest prestigieuze banen binnen de wetenschappelijke tak van ontwikkelingssamenwerking in Nederland. ‘Mijn hoofd stond helemaal niet naar een nieuwe baan, maar dan krijg je ineens een aantrekkelijk telefoontje…’

De afgelopen jaren heeft De Haan verschillende functies in de sector bekleed, toch ziet hij zichzelf niet als job hopper. ‘Het is juist verhelderend en verrijkend om op verschillende plekken te werken en om nieuwe smaken van dit brede vakgebied te proeven’, zegt de Haan. ‘Ik kan dit iedereen aanraden.’ Bij het ISS zal De Haan weer herenigd worden met zijn vroegere focus: internationale ontwikkelingsstudies. Vooral het mondiale karakter van het instituut spreekt hem aan. Studenten en academici, afkomstig uit alle uithoeken van de wereld, doen onderzoek naar een breed scala aan onderwerpen. Daarbij beperken zij zich niet alleen tot het Afrikaanse continent.

De Haan vindt zijn nieuwe baan een ‘eervolle’ in dit veld, maar ziet het rectorschap niet als de hoogst haalbare functie binnen de wetenschappelijke tak van ontwikkelingssamenwerking. ‘Uiteindelijk gaat het toch om de inhoud en is een uitstekend docent of een onderzoeker met veel invloedrijke publicaties op zijn of haar naam veel belangrijker’, zegt hij. Zijn taak als bestuurder is om een vruchtbaar klimaat te creëren waarin wetenschappers optimaal onderzoek kunnen verrichten: ‘Door mijn ervaring als onderzoeker voel ik wat wetenschappers nodig hebben en kan ik de juiste voorwaarden scheppen.’

Het inslaan van nieuwe wegen is van groot belang voor de kersverse rector van het ISS. Hij wil samenwerkingsverbanden aangaan met vergelijkbare instituten in Latijns-Amerika, Azië en Afrika. De Haan vindt het noodzakelijk om de horizon breed te houden en gebruik te maken van kennis en capaciteit in ‘the global South’. Andere doelen zijn het hooghouden van de goede naam van het ISS en het uitbouwen en optimaliseren van de samenwerking met de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Druist het ‘verbreden van de horizon’ niet in tegen een advies in het WRR-rapport om de ‘confettisering van ontwikkelingssamenwerking’ tegen te gaan? De Haan denkt dat de wetenschap niet mee moet gaan in deze trend, omdat ze gebaat is bij het combineren van verschillende werkelijkheden in uiteenlopende landen. ‘Vergelijking verrijkt onderzoek, streeft vooruitgang na en tilt kwaliteit naar een hoger niveau. Het zou onverstandig zijn als Nederlandse onderzoeksinstituten zich zouden beperken tot onderzoek in slechts tien partnerlanden.’

Terugblikkend op zijn jaren bij het Afrika Studiecentrum (ASC) in Leiden zegt hij trots te zijn op de vooruitgang die is geboekt. Het is bijvoorbeeld samenwerkingsverbanden aangegaan met maatschappelijke partners zoals ontwikkelingsorganisaties en ministeries. ‘Het is steeds belangrijker om wetenschappelijk onderzoek te kunnen vertalen naar maatschappelijke relevantie’, constateert De Haan. Zijn opvolger Ton Dietz krijgt bij het ASC de verantwoordelijkheid deze trend door te zetten.

Zelf volgt De Haan Louk de la Rive Box op, die door velen gezien wordt als de meest invloedrijke persoon in Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (zie ‘De top tien’ inVice Versa3, 2008). Kan De Haan dat evenaren? ‘Ik wil me niet met hem vergelijken, elk beestje is anders geaard. Maar ik zal zeker van me laten horen.’

Auteur
Eva de Vries

Datum:
01 mei 2010
Categorieën: