
Iedereen welkom
Taco van der Mark is hoofdredacteur van Terre-magazine, het tijdschrift van Terre des Hommes. Voor Vice Versa doet hij verslag van zijn reis naar Haïti waar hij kijkt hoe de hulpverlening na de aardbeving is verlopen. Vandaag deel 6.
Veruit de meeste mensen in Haïti wonen vlak langs de weg. Hier heb je de piepkleine winkeltjes met cola en frisdrank, kleurrijke markten waar je mango’s en bananen kunt kopen en zie je jongens hun brommers poetsen tot ze glimmen. Als je verder het land intrekt, kom je in kleine gehuchten met slechts enkele bewoners. Deze opbouw van het land betekent dat hulpverlening het eerste terechtkomt bij de mensen die het meest zichtbaar zijn. Zij die in moeilijk bereikbare gebieden leven, komen het laatste aan de beurt. Dat bleek ook vlak na de aardbeving toen vanuit Port-au-Prince een grote stroom ontheemden op gang kwam. Velen trokken naar familie in de bergen in het zuiden, rondom Les Cayes. Prachtige gebieden, maar volkomen over het hoofd gezien door de ngo’s. Ten onrechte, want deze streek is al vaak armoedig en als gezinnen ook nog eens moeten zorgen voor extra familieleden raken ze in de problemen.
Omdat Terre des Hommes Lausanne al twintig jaar actief is in Les Cayes – onder andere in het plaatselijke ziekenhuis en op het gebied van ondervoede kinderen – brengt Olivier, verantwoordelijk voor onderdak en familiebenodigdheden, vandaag een bezoek aan deze gemeenschappen.
De twee uur durende trip over een weg met louter hobbels en kuilen vergt enig incasseringsvermogen, maar het ongekende groen en verrassende watervallen maken dat ruimschoots goed. De eerste visite is bij Estephene Estellon en haar echtgenoot. Sinds de aardbeving is haar huishouden explosief gegroeid nu haar dochter Elima en haar drie kinderen bij hen zijn ingetrokken. Weliswaar staat in grote letters op de deur ‘Iedereen welkom’, maar is dat ook nu nog mogelijk? Hoe redden ze het in hemelsnaam om vier extra mensen onder te brengen in de twee kamers die dit huisje groot is? Er staan een paar bedden, er liggen wat matrassen op de grond en dat is het dan. ‘Het is niet gemakkelijk, zeker niet nu mijn man ziek is en niet kan werken. Maar mijn dochter en kleinkinderen hebben geen huis meer om te wonen. We moeten wel’, zegt ze.
Elima heeft geen inkomen waardoor er ook gebrek is aan voedsel en geld. ‘In Port-au-Prince had ik een eettentje. Hier heb ik geen werk en mijn man, die timmerman is, heeft ook geen werk. We hebben geen inkomsten. Ik weet niet hoe ik voeding of nieuwe kleren voor mijn kinderen moet kopen.’
Gelukkig is haar gezin nog wel compleet, al had het weinig gescheeld of haar oudste kind, Jean Etienne (15), was overleden. Kalm vertelt hij: ‘Tijdens de aardbeving waren we thuis, Ik was boven in mijn kamer en deed mijn huiswerk. Plotseling begon alles te bewegen en stortte het huis in. Ik heb urenlang onder een muur gelegen. Ik kon me nauwelijks bewegen en het duurde tot twaalf uur ’s nachts voordat ze me konden redden. Gelukkig had ik verder niets gebroken.’
Afrea
Een paar huizen verderop is Afrea Formissé (40) met haar vier kinderen bij haar alleenstaande moeder ingetrokken. Het is een koel huis met veel ramen waar de wind vrijelijk doorheen waait. In de ene slaapkamer kunnen met een beetje inschuiven net twee volwassenen en een kind slapen. In de kleine woonkamer liggen de overige drie op de vloer. Afrea had een winkeltje in Port-au-Prince. ‘Omdat alles kapot is gegaan, zijn we direct hier naartoe gegaan’, vertelt ze. ‘Ik wil straks graag terug, maar ik ben bang dat mijn grond straks door iemand anders wordt ingepikt. Daar maak ik me zorgen over. Hoe moet het straks? Moeten we hier blijven wonen? Er is niemand die het weet.’
Met de verkoop van wat ananassen op de markt verdienen ze nog wat. ‘Maar het is te weinig om van te leven. Soms eten we één keer per dag een beetje rijst. Dat kunnen we niet heel lang volhouden.’
Olivier knikt begrijpend. ‘Deze mensen hebben eigenlijk behoefte aan alles. Economische ondersteuning om een bedrijfje op te zetten, extra voeding voor de kinderen. Er moet veel gebeuren.’ Olivier gaat een extra programma opzetten om deze mensen te helpen. En hij belooft binnenkort terug te komen om een precies beeld te krijgen van wat nodig is.